OW 2005.07 - Stalbeschrijving vleeskalkoenen
Systeembeschrijving van een mechanisch geventileerde stal met frequente strooiselverwijdering.
Versienummer: OW 2005.07.V1 van januari 2024.
Op deze pagina
- Diercategorie
- Emissiefactoren
- Korte omschrijving van het stalsysteem
- Eisen aan de uitvoering
- Eisen aan het gebruik
- Nadere bijzonderheden
- Tekening
- Vorige versie
Diercategorie
Vleeskalkoenen (HG4).
Emissiefactoren
Voor de emissiefactoren van het huisvestingssysteem voor vleeskalkoenen, zie code HG4.2 in bijlage V van de Omgevingsregeling.
Korte omschrijving van het stalsysteem
Stal voorzien van betonvloer met daarop strooiselmateriaal waarin de dieren worden gehouden. Meestal zitten de dieren tijdens de opfokperiode (tot 4-6 dagen leeftijd) in ringen. Daarna krijgen ze de beschikking over de gehele oppervlakte. Na 4-6 weken leeftijd worden de hennen en hanen in aparte stallen geplaatst. De ammoniakemissie wordt verminderd door het strooisel regelmatig te verwijderen en een nieuwe laag strooisel aan te brengen.
Eisen aan de uitvoering
Hokuitvoering
De dieren worden samen opgezet in één stal. Na het overplaatsen van de hanen naar een andere stal is de bezetting 5-6 dieren/m2 bij de hennen en 3-4 dieren/m2 bij de hanen. Verder worden geen extra eisen gesteld aan de stal ten opzichte van een reguliere stal.
Eisen aan het gebruik
- Schema van mest verwijderen
- Laagdikte strooisel
- Afvoer mest
- Meting ammoniakconcentratie
Schema van mest verwijderen
Het verwijderen van de mest en het opnieuw aanbrengen van een laag strooisel vindt plaats volgens de volgende voorschriften:
- Na afloop van de opfokperiode (4-6 weken) wordt het strooisel verwijdert uit de opfok- (=hennen) stal.
- Het minimaal aantal keren dat uitgemest wordt tijdens de aanwezigheid van dieren (dus exclusief uitmesten na opfok en afleveren dieren):
- 4 keer bij de hennen
- 5 keer bij de hanen - Het maximaal aantal dagen tussen twee opeenvolgende ontmestingen is 21 dagen tot 12 weken leeftijd; daarna 14 dagen.
- Bij de hanen vindt de laatste tussentijdse ontmesting plaats op 18 à 18,5 weken leeftijd.
Laagdikte strooisel
Het strooisel heeft bij de opzet van de dieren een dikte van minimaal 4 cm. Bij het aanbrengen van een nieuwe laag (na ontmesten) wordt een dikte aangehouden van minimaal:
- 3 cm bij de hennen
- 3 cm bij de hanen tot 15 weken; daarna 5 cm.
Afvoer mest
De mest wordt direct van het terrein van het bedrijf afgevoerd.
Meting ammoniakconcentratie
Voor het volgen van het verloop van de ammoniakconcentratie (controle op mestverwijderen) is in de stal een ammoniakmeetsysteem geïnstalleerd. Met dit systeem wordt de verlaging van de ammoniakconcentratie door het verwijderen van de mest aangetoond. Het meetsysteem heeft een nauwkeurigheid van 5% en een minimum bereik van 1 mg/m3. De gegevens blijven minimaal een jaar bewaard en zijn opvraagbaar. De concentratie op basis van de meting laat een verloop zien dat vergelijkbaar is met de grafiek onderaan deze stalbeschrijving. De plaats van meten is zo dicht mogelijk bij die ventilator(en) die gedurende de gehele periode dat er dieren in de stallen aanwezig zijn, zorgt voor de ventilatie.
Nadere bijzonderheden
- Controle is mogelijk tijdens het gebruik van de stal.
- Voor de controle op het regelmatig verwijderen van de mest zijn de afleverbewijzen van de mest (mestbonnen) bruikbaar. Deze bewijzen moeten binnen 14 dagen na afleveren zijn
ingeleverd bij Bureau Heffingen. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van de aankoopbonnen van strooiselmateriaal. - Visuele controle is mogelijk op de laagdikte van het strooisel.
- Bij gebruik van eigen strooisel en afzet van mest op eigen bedrijf wordt de hoeveelheid mest bijgehouden in een logboek. Voor de hoeveelheid mest is de registratie van een weegbrug te overleggen.
- Op het bedrijf wordt een logboek bijgehouden. Het logboek bevat per koppel de volgende gegevens:
- data opzet en afleveren dieren
- data geplande strooiselverwijdering
- data uitgevoerde strooiselverwijdering
- data afvoer mest
- nummer afleverbewijs met daarbij de hoeveelheid mest (weegbrief). Dit is niet nodig als de mest wordt aangewend op eigen land. - De beschrijving is opgesteld op basis van een meetrapport. De emissie bedraagt 0,260 kg NH3 per dierplaats per jaar.
Tekening
Voor dit systeem is geen tekening gemaakt, omdat het een managementmaatregel betreft en geen technische voorziening in de stal. Wel is hieronder een voorbeeld gegeven van het verloop van de ammoniakconcentratie tijdens een ronde.
Vorige versie
BWL 2005.07 van juli 2005.