OW 2005.08 – stalbeschrijving konijnen
Systeembeschrijving van een mechanisch geventileerde konijnenstal met gescheiden afvoer van mest en urine.
Versienummer: OW 2005.08.V1 van januari 2024.
Inhoud deze pagina
- Diercategorie
- Emissiefactoren
- Werkingsprincipe
- De technische uitvoering van het systeem: bouwkundig
- De technische uitvoering van het systeem: technisch
- Het gebruik van het systeem
- Afbeeldingen
- Vorige versie
Diercategorie
Voedster (HK1.1).
Emissiefactoren
Voor de emissiefactoren van het huisvestingssysteem, zie bijlage V van de Omgevingsregeling.
Werkingsprincipe
De konijnen worden gehuisvest in kooien die in één etage zijn geplaatst. De mest en de urine van de dieren wordt opgevangen in een ondiepe mestput. Op de bodem van de put is een voorziening aangebracht waardoor de urine snel wegstroomt naar een afvoerbuis. Opslag van de urine vindt plaats in een afgesloten kelder. De vaste mest wordt regelmatig verwijderd. Voor aanvoer van de lucht naar de stal wordt grondbuisventilatie toegepast of een koelsysteem.
De technische uitvoering van het systeem: bouwkundig
Geen bijzondere eisen aan bouwkundige onderdelen.
De technische uitvoering van het systeem: technisch
- Mestput
- Urine doorlatende laag
- afvoerbuis
- Bevuiling controlepaden
- Aanvoer ventilatielucht
Mestput
De vloer van de mestput heeft een afschot naar de afvoerbuis van minimaal 5%.
Urinedoorlatende laag
Het toegepaste materiaal moet de urine zo snel mogelijk doorlaten. Mogelijke materialen zijn lang stro of gaas.
Afvoerbuis
- Minimale doorsnede van de buis is 10 cm. De openingen in de buis hebben een lengte van circa 200 mm, een breedte van circa 20 mm en een onderlinge afstand van circa 200 mm (zie tekening). De urine wordt opgevangen in een afgesloten put.
- De afvoerbuis voor de urine is aangebracht onder de drinkwaterleiding(en). De buis moet bereikbaar zijn in verband met de jaarlijkse reiniging.
4. Bevuiling controlepaden
Om bevuiling van de controlepaden te voorkomen, zijn de voorkanten van de kooien minimaal 15 cm vanaf de rand van de mestput geplaatst. Als dit niet het geval is, dan is een voorziening aangebracht waardoor de urine niet op de controlepaden terecht komt.
Aanvoer ventilatielucht
Voor de aanvoer van ventilatielucht zijn er 2 opties:
- Optie 1: voor de aanvoer van de ventilatielucht voor de dieren zijn buiten de stal zogenaamde grondbuizen aangebracht. Alle lucht voor de ventilatie wordt via deze buizen aangevoerd. Bij een diameter van 20 cm is de maximale capaciteit 200 m3/uur/buis. Het aantal buizen is afgestemd op de maximale ventilatiecapaciteit van de stal (10 - 15 m3/uur/voedsterplaats).
- Optie 2: de aanvoer van de ventilatielucht wordt via een koelsysteem, zoals padcooling of een warmtewisselaar, in de stal gebracht. De capaciteit van dit systeem is afgestemd op de maximale ventilatiecapaciteit van de stal (10 - 15 m3/uur/voedsterplaats).
Het gebruik van het systeem
- Afvoer vaste mest
- Reiniging afvoerbuis
- Controle
Afvoer vaste mest
De vaste mest wordt minimaal vier keer per jaar uit de stal verwijderen. Na afvoer van de mest wordt de urinedoorlatende laag opnieuw aangebracht.
Reiniging afvoerbuis
In verband met aanslag van kalk uit de urine moeten de afvoerbuizen minimaal één keer per jaar worden gereinigd. Dit geldt tot en met het punt waar de afvoerbuizen uitmonden in een opslagkelder.
Controle
- Controle is mogelijk tijdens de inrichting en het gebruik van het systeem.
- De geïnstalleerde ventilatiecapaciteit dient te worden aangetoond door de leverancier van het ventilatiesysteem.
Afbeeldingen
Beschrijving afbeelding met dwarsdoorsnedes
De afbeelding laat twee schematische dwarsdoorsnedes zien van een konijnenkooi met een afvoersysteem voor urine. De bovenste tekening toont een 'Dubbele rij' opstelling en de onderste tekening een 'Enkele rij'.
Beschrijving dwarsdoorsnede van dubbele rij
Aan de bovenkant en onderkant van deze dwarsdoorsnede ziet u 2 drinkwaterleidingen, aangegeven door rechthoekige blokken. In het midden van de tekening is een verhoogd platform dat de kooi voorstelt waarin de dieren verblijven. De kooi is aan de boven- en onderkant omgeven door een nestkast en/of voerbak. Direct onder dit platform is een gebied dat is aangeduid als 'Controlegang'.
Op de bodem van de controlegang ligt een urine doorlatende laag, die afloopt naar het midden. Midden onder deze laag bevindt zich de urineafvoerbuis.
Beschrijving dwarsdoorsnede van enkele rij
Aan de linkerzijde van deze dwarsdoorsnede bevindt zich 1 drinkwaterleiding, aangegeven als een rechthoekig blok. Onder de drinkwaterleiding is een kooi geplaatst. Aan de rechterkant grenst de kooi aan de nestkast en/of voerbak.
Onder de kooi vindt u de controlegang terug, net als bij de dubbele rij. Daaronder is een urine doorlatende laag getekend die schuin afloopt naar links. Onder het laagste punt van deze laag loopt de urineafvoerbuis.
Beschrijving afbeelding grondbuisventilatie
Op de afbeelding is te zien hoe ventilatielucht voor de dieren wordt aangevoerd via zogenaamde grondbuizen. De buizen lopen van buiten de stal onder de grond naar de stal toe. De lucht komt via een opening in de grond in de buizen. Binnen de stal stroomt de lucht uit de buizen om de ruimte te ventileren.
Vorige versie
BWL 2005.08.V1 van oktober 2012.