OW 2006.07 - Stalbeschrijving gespeende biggen
Systeembeschrijving van een stal voor gespeende biggen met mestopvang in water met een mestafvoersysteem.
Versienummer: OW 2006.07.V1 van januari 2024.
Op deze pagina
- Diercategorie
- Emissiefactoren
- Werkingsprincipe
- Uitvoeringseisen systeem: bouwkundig
- Uitvoeringseisen systeem: technisch
- Gebruikseisen systeem
- Meetrapporten
- Afbeeldingen
- Vorige versie
Diercategorie
Gespeende biggen minder dan 25 kg.
Emissiefactoren
Voor de emissiefactoren van het huisvestingssysteem zie code HD1.8 in bijlage V van de Omgevingsregeling.
Werkingsprincipe
Ammoniakemissiebeperking is gebaseerd op beperken van putemissie door opvang van mest in water in combinatie met een regelmatige mestafvoer (na afloop van elke ronde).
De technische uitvoering van het systeem: bouwkundig
- Vloeruitvoering
- Mestkanaal
- Aflaat mestkanalen
Vloeruitvoering
Er zijn drie opties voor de vloeruitvoering:
- De vloer is een gedeeltelijk roostervloer met aan de voorzijde van het hok een hellende dichte vloer en aan de achterzijde een roostervloer boven het mestkanaal; of
- De vloer is een gedeeltelijk roostervloer met een dichte bolle vloer met zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde een roostervloer boven het mestkanaal. Het roosteroppervlak aan de voorzijde van de bolle vloer is daarbij kleiner dan het roosteroppervlak aan de achterzijde van de bolle vloer; of
- volledig roostervloer.
Mestkanaal
- Het mestkanaal is voorzien van metalen of kunststof roosters.
- De diepte van het mestkanaal is zodanig dat de inhoud voldoende is om deze met een vloeistofniveau van 12 tot 15 cm aan het begin van de ronde samen met de geproduceerde mest van één ronde op te kunnen slaan.
- Er mag 1 schuine wand worden aangebracht.
- Bij aanwezigheid van een schuine wand is deze tegen de dichte vloer of onder de voorzijde van het hok aangebracht.
- De helling t.o.v. putvloer is minimaal 45°.
- De uitvoering van de schuine wand is gedaan volgens technisch informatiedocument ‘Schuine wanden in stallen voor varkens’.
Aflaat mestkanalen
- In elk mestkanaal is ten minste één afvoeropening met een diameter van 20 cm aanwezig.
- Het afvoersysteem voor aflaat mestkanaal is uitgevoerd volgens het hoofdstuk 'rioolsysteem' of hoofdstuk 'andere mestafvoersystemen' uit technisch informatiedocument ‘Afvoersystemen voor de varkenshouderij’.
De technische uitvoering van het systeem: technisch
- Voersysteem
- Watervulsysteem
Voersysteem
Het voersysteem staat boven de dichte vloer bijeen gedeeltelijk roostervloer, bij toepassing van een dichte bolle vloer moet het voersysteem aan de voorzijde van het hok boven het mestkanaal en / of dichte vloer zijn aangebracht
Watervulsysteem
- Het watervulsysteem is een vlottersysteem of waterdoseercomputer.
- Bij meerdere mestkanalen per afdeling en geen All In – All Out per afdeling moet per mestkana(a)l(en) per rij hokken een geijkte waterpulsmeter worden gemonteerd.
Bij het vlottersysteem gelden de volgende eisen. bij toepassing van All In – All Out per afdeling, naar elke afdeling voorzien van een:
- geijkte waterpulsmeter in de wateraanvoerleiding;
- aansluiting voor de hogedrukreiniger na de watermeter;
- aftap naar het mestkanaal voorzien van kunststof vlotter met een doorlaatcapaciteit van circa 2 à 3 liter per minuut;
- boven de vlotter een voorziening, gemaakt van niet mest aanhechtend materiaal, ter voorkoming van ophoping van mest op de vlotter; mag ook geen mest op deze voorziening blijven liggen.
-
Bij het waterdoseercomputer gelden de volgende eisen:
- Centraal opgestelde geijkte waterpulsmeter aangesloten op een waterdoseercomputer;
- Na waterpulsmeter wateraanvoerleiding naar de afdelingen;
- Per mestkanaal aftakking van de wateraanvoerleiding
- Aftakking achtereenvolgens voorzien van een afsluiter (aangestuurd door de waterdoseercomputer), aansluiting voor de hogedrukreiniger en een aftap naar het mestkanaal voorzien van een sensor of niveauschakelaar.Bij de aanwezigheid van meerdere mestkanalen per afdeling en de toepassing van All In – All Out per afdeling kan per afdeling worden volstaan met één aansluiting voor de hogedrukreiniger.
- De instelling van het vloeistofniveau is minimaal 12 cm en maximaal 15 cm boven de putvloer.
Gebruikseisen systeem
- Aflaat mestkanaal
- Watervulsysteem
- Reiniging schuine wand
- Eisen registratiesysteem
Aflaat mestkanaal
Het aflaten van het mestkanaal gebeurt in ieder geval na afloop van elke productieronde, maar ook voor het reinigen van de afdeling. Tijdens een productieronde is het niet toegestaan om de mest uit het mestkanaal af te laten en vervolgens dit kanaal weer te vullen met water.
Watervulsysteem
- Na aflaten van de mest uit het mestkanaal moet dit kanaal volautomatisch met water worden gevuld tot het vereiste vloeistofniveau.
- Het water in het mestkanaal bestaat uit reinigingswater, eventueel aangevuld met schoon water.
- Het vloeistofniveau is minimaal 12 en maximaal 15 cm na reiniging van het kanaal en voor aanvang van elke nieuwe productieronde.
Reiniging schuine wand in het mestkanaal (indien aanwezig)
De reiniging van de schuine wand in het mestkanaal gebeurt na afloop van elke productieronde.
Eisen registratiesysteem
De volgende gegevens worden geregistreerd voor controle op het watervulsysteem en het aflaten van de mest:
- Oplegdata van de gespeende biggen per afdeling.
- Afleverdata van de gespeende biggen per afdeling.
- Tijdstip aflaten mest per afdeling.
- Totaal waterverbruik (inclusief reinigingswater) per afdeling.
Van deze gegevens moet op het bedrijf een overzicht van de huidige en vorige productieronde aanwezig zijn. Voor het registreren van deze gegevens kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van de registratiemogelijkheid van de waterdoseercomputer of van een logboek. Met behulp van deze gegevens, in samenhang met de inhoud van de mestkanalen bij het vereiste vloeistofniveau, is na te gaan of voldoende water is gebruikt voor het vullen van de mestkanalen. De inhoud van de mestkanalen behoeft daarbij éénmalig te worden vastgesteld. Het gaat hier om de inhoud bij een vloeistofniveau binnen de range van 120 mm – 150 mm boven de putvloer. Deze is afhankelijk van de maatvoering van het mestkanaal, eventueel met een schuine wand, in de praktijksituatie.
Meetrapporten
Rapport 95-1005 van IMAG (www.wageningenur.nl)
Afbeeldingen
Let op: deze afbeeldingen voldoen niet aan de eisen voor digitale toegankelijkheid. Ervaart u hierdoor problemen? Neem dan contact met ons op voor een passende oplossing.
Vorige versie
BWL2006.07.V2 van maart 2016.