OW 2007.10 - Systeembeschrijving van mestbanden onder roosters
Systeembeschrijving van mestbanden onder de roosters. De mestbanden hebben een afdraaifrequentie van minimaal tweemaal per week.
Versienummer: OW2007.10.V1 van januari 2024.
Op deze pagina
- Diercategorie
- Emissiefactoren
- Werkingsprincipe
- De technische uitvoering van het systeem: bouwkundig
- De technische uitvoering van het systeem: technisch
- Het gebruik van het systeem
- Afbeeldingen
- Meetrapport
- Vorige versie
Diercategorie
Vleeskuikenouderdieren.
Emissiefactoren
Voor de emissiefactor van het systeem, zie HE4.5 bijlage V van de Omgevingsregeling.
Werkingsprincipe
Ammoniakemissiebeperking is gebaseerd op het frequent afvoeren van de mest uit de stal.
De technische uitvoering van het systeem: bouwkundig
Geen bijzonderheden.
De technische uitvoering van het systeem: technisch
- Huisvestingsvorm
- Vloeruitvoering
- Voer en drinkwater
- Mestopvangvoorziening
- Registratieapparatuur
- Mestopslag
Huisvestingsvorm
De huisvestingsvorm is alternatieve huisvesting (dieren kunnen zich vrij in de stal bewegen).
Vloeruitvoering
- 45 - 55 % van het leefoppervlak is uitgevoerd als roostervloer.
- 45 - 55 % van het leefoppervlak is uitgevoerd als strooiselvloer.
Voer en drinkwater
De drinkwatervoorziening zijn aangebracht boven de roostervloer.
Mestopvangvoorziening
De mestbanden bevinden zich onder de roosters.
Registratieapparatuur
Er is apparatuur aanwezig voor het registreren van de afdraaifrequentie van de mestbanden.
Mestopslag
De mestopslag vindt kortdurend plaats, of eventueel nadroging in een nageschakelde techniek of langdurige mestopslag.
Dit systeem stelt geen eisen aan de wijze van mestopslag of verdere bewerking (extra droging) van de mest. De vorm van opslag of bewerking is echter wel bepalend voor de hoogte van de ammoniakemissie van het bedrijf.
De voor dit stalsysteem vastgestelde emissiefactor van 0,245 kg ammoniak per dierplaats per jaar is van toepassing voor de situatie in combinatie met een kortdurende opslag op het bedrijf (afvoer van de mest van de banden direct van het bedrijf of opslag in een afgedekte container voor maximaal 14 dagen).
Het gebruik van het systeem
- Leefoppervlak
- Afdraaifrequentie mestbanden
- Drogestofgehalte
- Registratie
Leefoppervlak
Het leefoppervlak is minimaal 1.300 cm² per dier bij opzet (7,7 dieren per m²).
Afdraaifrequentie mestbanden
Het afdraaien van de mest naar een afgedekte container voor kortdurende opslag, nageschakelde techniek of andere vorm van opslag gebeurt minimaal twee keer per week.
Drogestofgehalte
- De mest op de mestbanden is minimaal 30 % droge stof op het moment van afdraaien.
- Het strooisel is gemiddeld 70 % droge stof.
Registratie
Ten behoeve van een controle op de werking van het afdraaien van de mestbanden is de afdraaifrequentie van de mestbanden automatisch geregistreerd; van de geregistreerde waarde is tijdens de controle een uitdraai van de huidige en vorige productieperiode opvraagbaar.
Afbeeldingen
Let op: deze afbeeldingen voldoen niet aan de eisen voor digitale toegankelijkheid. Ervaart u hierdoor problemen? Neem dan contact met ons op voor een passende oplossing.
Verwijzing meetrapport
PraktijkRapport Pluimvee 13 van ASG (www.pv.wur.nl).
Vorige versie
BWL 2007.10 van mei 2007.