OW 2009.13 – Biologisch luchtwassysteem
Systeembeschrijving van het biologisch luchtwassysteem.
Versienummer OW 2009.13.V1 van januari 2024.
Op deze pagina
- Diercategorie
- Reductiepercentages
- Werkingsprincipe
- Uitvoeringseisen systeem
- Gebruikseisen systeem
- Meetrapport
- Afbeeldingen
- Vorige versie
Diercategorie
Voor de diercategorieën waarbij het systeem kan worden toegepast, zie code LW1.4 in bijlage VI van de Omgevingsregeling.
Reductiepercentages
Voor de reductiepercentages van het systeem, zie code LW1.4 in bijlage VI van de Omgevingsregeling.
Werkingsprincipe
De ammoniakemissie wordt beperkt door de ventilatielucht te behandelen in een biologisch luchtwassysteem. Bij het beschreven systeem bestaat de installatie uit een filterunit met twee filterwanden van het type dwarsstroom. De filterwanden hebben een gelijk aanstroomoppervlak en zijn opgebouwd uit een kolom met vulmateriaal dat continu wordt bevochtigd met wasvloeistof. De gezuiverde lucht verlaat vervolgens via een druppelvanger de installatie.
Bij een aantal diercategorieën is het toegestaan om de waterwasser niet in te schakelen wanneer de dieren nog niet ouder zijn dan 14 dagen.
De eerste filterwand is een waterwasser (stofafvang) en de tweede filterwand is een biologische wasser. De waterwasser is tevens een bevochtigingsstap waarin spuiwater uit de biologische wasser wordt verdampt.
Bij passage van de ventilatielucht door de tweede filterwand wordt de ammoniak opgevangen in de wasvloeistof. Door bacteriën die zich op het vulmateriaal en in de wasvloeistof bevinden, wordt de ammoniak omgezet in nitriet en/of nitraat.
Spuiwater komt vrij uit de waterwasser. Het water in de wateropvangbak in de waterwasser wordt aangevuld met het waswater uit de biologische wasser. Vervolgens wordt ten behoeve van de biologische wasser schoon water aangevoerd tot het ingestelde vloeistofniveau in de wateropvangbak.
Uitvoeringseisen systeem
- Ventilatie
- Dimensionering luchtwassysteem
- Registratie
- Spuiregeling
1. Ventilatie
- Aanvoer ventilatielucht naar luchtwassysteem, zie hiervoor de voorwaarden die zijn opgenomen in het Besluit activiteiten leefomgeving.
- Capaciteit maximale ventilatie in overeenstemming met de richtlijnen/adviezen voor maximale ventilatie. Wanneer voor de betreffende diercategorie richtlijnen/adviezen door een klimaatplatform zijn vastgesteld, dan wordt geadviseerd deze richtlijnen/adviezen in acht te nemen. Zie ook de randvoorwaarden die op de webpagina Luchtwassers zijn beschreven.
2. Dimensionering luchtwassysteem
- Wassysteem opgebouwd uit twee achter elkaar geplaatste filterelementen van het type dwarsstroom met een gelijk aanstroomoppervlak, tussen de twee elementen is een vrije ruimte van 1 m aanwezig.
- Het eerste element is een waterwasser opgebouwd uit een kolom kunststof filtermateriaal (structuurpakking), met een contactoppervlak van 300 m²/m³ filtermateriaal, met een hoogte van maximaal 2,7 meter en een dikte van 0,15 meter.
- Het tweede element is een biologische wasser opgebouwd uit een kolom kunststof filtermateriaal (structuurpakking), met een contactoppervlak van 150 m²/m³ filtermateriaal, met een hoogte van maximaal 2,7 meter en een dikte van minimaal 0,45 meter.
- Via een druppelvanger, opgebouwd uit kunststof filtermateriaal met een dikte van 0,15 m, verlaat de gereinigde lucht het systeem.
- Capaciteit maximaal 7.200 m³ lucht per uur per m³ volume van het filterpakket in de biologische wasser.
- Aan te tonen met gegevens die op basis van het Besluit activiteiten leefomgeving bij de melding dienen te worden gevoegd dan wel aanwezig dienen te zijn. Er is een opleveringsverklaring aanwezig. In deze verklaring zijn de belangrijkste gegevens (zoals controleparameters) en dimensioneringsgrondslagen van de geïnstalleerde luchtwasser opgenomen. Met behulp van deze verklaring wordt aangetoond dat het luchtwassysteem volgens de systeembeschrijving is uitgevoerd en gedimensioneerd.
3. Registratie
Het luchtwassysteem dient te zijn voorzien van een meet- en registratiesysteem zoals is opgenomen in het Besluit activiteiten leefomgeving.
4. Spuiregeling
Het spuien van het waswater uit de biologische wasser moet worden aangestuurd door een automatische regeling op basis van geleidbaarheid.
Gebruikseisen systeem
Voor het gebruik gelden de volgende eisen:
- Instelling parameters en controle
- Spuiregeling
- Reiniging filterpakket
- Onderhoud
- Registratiesysteem
1. Instelling parameters en controle
- De zuurgraad van het waswater in de biologische wasser is minimaal gelijk aan pH = 6,5 en mag niet meer zijn dan pH = 7,5.
- De geleidbaarheid van het waswater in de biologische wasser is maximaal 20 mS/cm.
- Zowel de waterwasser als de biologische wasser moeten continu zijn ingeschakeld, bij de volgende diercategorieën is het toegestaan om de waterwasser uit te zetten zolang de dieren nog niet ouder zijn dan 14 dagen:
- Opfokhennen en -hanen van legrassen
- (Groot-)ouderdieren van vleeskuikens in opfok
- Vleeskuikens
- Ouderdieren van vleeskalkoenen in opfok tot 6 weken
- Vleeskalkoenen
-
Vleeseenden
2. Spuiregeling
Het waswater in de wateropvangbak van de waterwasser moet worden aangevuld met het waswater uit de biologische wasser. Door de inzet van het gespuide waswater uit de biologische wasser als waswater in de waterwasser wordt de hoeveelheid spuiwater uit het gehele luchtwassysteem met 72 - 86 % gereduceerd. Wanneer de waterwasser een gedeelte van de gebruikstijd niet is ingeschakeld kan dit een lagere reductie opleveren. In de periode dat de waterwasser niet is ingeschakeld vindt geen reductie van de spuiwaterhoeveelheid plaats.
3. Reiniging filterpakket
Minimaal éénmaal per jaar.
4. Onderhoud
Met betrekking tot het onderhoud van het luchtwassysteem is in overeenstemming met het Besluit activiteiten leefomgeving een werkinstructie opgesteld.
5. Registratiesysteem
Het meet- en registratiesysteem dient te worden gebruikt, gecontroleerd en onderhouden zoals is opgenomen in het Besluit activiteiten leefomgeving.
Meetrapport
Toelatingscertificaten:
- Nummer ASG-2008-KWB-002, op 31 maart 2009 afgegeven door ASG
- Nummer WUR LR 2010 – KWB 001, op 29 april 2010 afgegeven door WUR Livestock Research
- Nummer WUR LR 2010 – KWB 002, op 22 september 2010 afgegeven door WUR Livestock Research
Actualisering ammoniak emissiefactoren pluimvee; Advies voor aanpassing van ammoniak emissiefactoren van pluimvee in de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav). Wageningen Livestock Research, Rapport 1015.
Afbeelding
Let op: deze afbeelding voldoet niet aan de eisen voor digitale toegankelijkheid. Ervaart u hierdoor problemen? Neem dan contact met ons op voor een passende oplossing.
Vorige versie
BWL 2009.13.V7 van september 2022.