OW 2009.20 – Biologisch luchtwassysteem
Systeembeschrijving van het biologisch luchtwassysteem,
Versienummer: OW 2009.20.V1 van januari 2024.
Op deze pagina
- Diercategorie
- Reductiepercentages
- Werkingsprincipe
- Uitvoeringseisen systeem
- Gebruikseisen systeem
- Meetrapport
- Afbeelding
- Vorige versie
Diercategorie
Voor de diercategorieën waarbij het systeem kan worden toegepast, zie code LW1.3 in bijlage VI van de Omgevingsregeling.
Reductiepercentages
Voor de reductiepercentages van het systeem, zie code LW1.3 in bijlage VI van de Omgevingsregeling.
Werkingsprincipe
De ammoniakemissie wordt beperkt door de ventilatielucht te behandelen in een biologisch luchtwassysteem. Bij het beschreven systeem bestaat de installatie uit twee filterwanden van het type dwarsstroom. De filterwanden hebben een gelijk aanstroomoppervlak en zijn opgebouwd uit cellulose dat discontinu wordt bevochtigd met wasvloeistof. De eerste waswand wordt telkens 100 seconden bevochtigd en dan 70 seconden niet. De tweede wand wordt telkens 65 seconden bevochtigd en dan 105 seconden niet.
Beide filterwanden hebben de functie om ammoniak af te vangen. De eerste wand zal daarbij het grootste deel van de stof afvangen.
Bij passage van de ventilatielucht door de twee filterwanden wordt de ammoniak opgevangen in de wasvloeistof, waarna de gereinigde ventilatielucht het systeem verlaat. Bacteriën die zich op het vulmateriaal en in de wasvloeistof bevinden, zetten de ammoniak om in nitriet en/of nitraat.
Spuiwater wordt afgevoerd vanuit waterbak van de eerste biologische wasser. Het water in de waswateropvangbakken in de luchtwasser wordt aangevuld met schoon water in waterbak van de tweede biologische luchtwasser. Via een overloopsysteem vanuit waterbak 2 wordt het waterniveau in waterbak 1 aangevuld bij verdamping van waswater en afvoer van spuiwater.
Uitvoeringseisen systeem
Voor de volgende systeemonderdelen gelden uitvoeringseisen:
- Ventilatie
- Dimensionering luchtwassysteem
- Registratie
- Spuiregeling
1. Ventilatie
- Aanvoer ventilatielucht naar luchtwassysteem, zie hiervoor de voorwaarden die zijn opgenomen in het Besluit activiteiten leefomgeving
- Capaciteit maximale ventilatie in overeenstemming met de richtlijnen/adviezen voor maximale ventilatie. Wanneer voor de betreffende diercategorie richtlijnen/adviezen door een klimaatplatform zijn vastgesteld, dan wordt geadviseerd deze richtlijnen/adviezen in acht te nemen. Zie ook de randvoorwaarden die zijn beschreven op de pagina over luchtwassers.
2. Dimensionering luchtwassysteem
- Wassysteem opgebouwd uit twee achter elkaar geplaatste filterelementen van het type dwarsstroom met een gelijk aanstroomoppervlak, tussen de twee elementen is een vrije ruimte aanwezig, zoals voorgeschreven door de leverancier
- Het eerste element is een biologische wasser opgebouwd uit een kolom cellulose filtermateriaal (type 'cooling pads'), met een contactoppervlak van 383 m²/m³ filtermateriaal, met een hoogte van maximaal 2,0 m en een dikte van 0,15 m
- Het tweede element is een biologische wasser opgebouwd uit kolom cellulose filtermateriaal (type 'cooling pads'), met een contactoppervlak van 383 m²/m³ filtermateriaal, met een hoogte van maximaal 2,0 m en een dikte van 0,15 m
- Capaciteit maximaal 2.800 m³ lucht per uur per m² aanstroomoppervlak van het filterpakket in de biologische wasser
- Aan te tonen met gegevens die op basis van het Besluit activiteiten leefomgeving bij de melding zijn gevoegd of aanwezig zijn. In deze verklaring zijn de belangrijkste gegevens (zoals controleparameters) en dimensioneringsgrondslagen van de geïnstalleerde luchtwasser opgenomen. Met behulp van deze verklaring wordt aangetoond dat het luchtwassysteem volgens de systeembeschrijving is uitgevoerd en gedimensioneerd.
3. Registratie
Het luchtwassysteem is voorzien van een meet- en registratiesysteem zoals is opgenomen in het Besluit activiteiten leefomgeving.
4. Spuiregeling
Het spuien van het waswater uit de biologische wasser wordt aangestuurd door een automatische regeling op basis van geleidbaarheid.
Gebruikseisen systeem
Voor de volgende systeemonderdelen gelden gebruikseisen:
- Instelling parameters en controle
- Spuiregeling
- Reiniging filterpakket
- Onderhoud
- Registratiesysteem
1. Instelling parameters en controle
- De zuurgraad van het waswater in de biologische wasser is minimaal gelijk aan pH = 6,5 en mag niet meer zijn dan pH = 7,5.
- De geleidbaarheid van het waswater in de biologische wasser is maximaal 20 mS/cm.
2. Spuiregeling
Het waswater in de wateropvangbak in de eerste biologische wasser wordt aangevuld met het waswater uit de tweede biologische wasser.
3. Reiniging filterpakket
Minimaal 1 keer per jaar.
4. Onderhoud
Met betrekking tot het onderhoud van het luchtwassysteem is in overeenstemming met het Besluit activiteiten leefomgeving een werkinstructie opgesteld.
5. Registratiesysteem
Het meet- en registratiesysteem wordt gebruikt, gecontroleerd en onderhouden zoals is opgenomen in het Besluit activiteiten leefomgeving.
Meetrapport
Toelatingscertificaat, nummer ASG-2009-SKOV-001, op 26 juni 2009 afgegeven door ASG
Afbeelding
Zie voor beschrijving van de afbeelding de paragraaf Werkingsprincipe.
Vorige versie
BWL 2009.20.V6 van september 2022.