Ga naar de inhoud
Direct naar
  • Contact
  • Stel uw vraag
Informatiepunt Leefomgeving
Zoeken in deze site
  1. Home ›
  2. Regelgeving ›
  3. Regels voor activiteiten ›
  4. Dierenverblijven ›
  5. Systeembeschrijvingen voor stallen ›
  6. OW 2010.03
  • Home
  • Actueel
  • Regelgeving
  • Thema's
  • Digitaal stelsel
  • Contact
  • Contact
  • Stel uw vraag

OW 2010.03 - Stalbeschrijving ouderdieren van vleeskuikens

Systeembeschrijving van grondhuisvesting met mestbeluchting via buizen onder de beun.

Versienummer: OW 2010.03.V1 van januari 2024.

Inhoud

  • Diercategorie
  • Emissiefactoren
  • Werkingsprincipe
  • Uitvoeringseisen systeem: bouwkundig
  • Uitvoeringseisen systeem: technisch
  • Gebruikseisen systeem
  • Afbeeldingen

Diercategorie

Ouderdieren van vleeskuikens van 19 weken en ouder (HE4.4.3).

Emissiefactoren

Voor de emissiefactor van het huisvestingssysteem, zie bijlage V van de Omgevingsregeling.

Werkingsprincipe

De dieren worden gehuisvest in een stal voorzien van een betonvloer met daarop strooiselmateriaal waarin de dieren los worden gehouden. Een gedeelte in het midden van de stal is voorzien van roosters met daaronder mestopslag. Onder de roosters worden beluchtingsbuizen aangebracht voor het continu beluchten van de mest om deze hierdoor te drogen. Na elke ronde wordt de mest uit de stal afgevoerd.

Uitvoeringseisen systeem: bouwkundig

Geen bijzondere eisen aan bouwkundige onderdelen.

Uitvoeringseisen systeem: technisch

  1. Legnesten
  2. Mestopvang
  3. Vloeruitvoering
  4. Drinkwatersysteem
  5. Beluchting
  6. Mestopslag
  7. Registratieapparatuur

1. Legnesten

  1. De legnesten worden aan één zijde van het rooster geplaatst, of ze worden midden op het rooster geplaatst. Afhankelijke van de breedte van de stal zijn er 1 of meerdere rijen legnesten aanwezig. Elke rij legnesten is aan weerszijden voorzien van een roostervloer.
  2. Bij een enkele rij legnesten wordt de rij legnesten tegen de buitenmuur van de stal gemaakt.
  3. Bij dubbele rijen legnesten worden deze in het midden boven de roosters opgesteld. Er is aan weerszijden een roostervloer van gelijke breedte aanwezig.

2. Mestopvang

De geproduceerde mest wordt opgeslagen onder de roostervloer. De opvang mag eventueel verlaagd zijn aangebracht.

3. Vloeruitvoering

  1. Voor de vloeruitvoering geldt dat maximaal 2/3 deel van het leefoppervlak is uitgevoerd als roostervloer. Ligt de eierband voorzien van een afdekplaat tussen de legnesten en de roostervloer, dan wordt de eierband bij het roosteroppervlak meegerekend.
  2. Minimaal 1/3 deel van het leefoppervlak is uitgevoerd als strooiselvloer.

4. Drinkwatersysteem

De drinkwatersystemen zijn boven de beun geplaatst. In de scharrelruimte mag hooguit een drinkwatersysteem voor alleen hanen aanwezig zijn.

5. Beluchting

  1. De aanvoer van lucht naar de mestopslag onder de roostervloer loopt via beluchtingsbuizen. Tot een breedte van 2,4 meter roostervloer is er 1 buis aanwezig (aan de zijde van de legnesten). Bij een roostervloer breder dan 2,4 meter zijn minimaal 2 buizen aanwezig. De breedte van de roostervloer wordt gemeten vanuit de rand van de legnesten bij het rooster tot aan de rand van de beun bij de scharrelruimte. De beluchtingsbuis mag hierbij ook onder het legnest worden geplaatst.
  2. Voor een gelijkmatige droging is de afstand tussen de uitstroomopeningen in de beluchtingsbuizen en de mest minimaal 5 cm en maximaal 60 cm.
  3. De drooglucht wordt aangezogen uit de nok van de stal op maximaal 1,5 m onder de nok. Daarbij moet voorkomen worden dat er koude binnenkomende lucht wordt aangezogen.

  4. De diameter van de beluchtingsbuizen en het aantal, de diameter en de plaats van de uitstroomopeningen zijn conform de opgave van de leverancier.

6. Mestopslag

Na elke ronde wordt de opgeslagen mest verwijderd.

7. Registratieapparatuur

De volgende registratieapparatuur is aanwezig:

  • Temperatuurmeter voor het meten van de temperatuur van de beluchtingslucht in het hoofdtoevoerkanaal van de beluchting.
  • Apparatuur voor het registreren van het aanstaan van de beluchting (urenteller, kWh-meter, toerenteller of meetventilator).
  • Apparatuur voor het meten van de capaciteit van de beluchting aan het begin van de beluchtingsbuizen.

Gebruikseisen systeem

  1. Leefoppervlak
  2. Mestbeluchting: capaciteit
  3. Mestbeluchting: temperatuur lucht
  4. Mestbeluchting: aanvoer lucht
  5. Registratie

1. Leefoppervlak

Het leefoppervlak voldoet minimaal aan het Besluit houders van dieren (waarin de minimumoppervlakte van 1.300 cm² per dier is vastgelegd).

2. Mestbeluchting: capaciteit

De capaciteit van de mestbeluchting is minimaal 1,5 m³ lucht/dier/uur.

3. Mestbeluchting: temperatuur lucht

De temperatuur van de mestbeluchting is minimaal 20 °C.

4. Mestbeluchting: aanvoer lucht

Alle lucht mag stallucht zijn, aangezogen uit de nok van de stal.

5. Registratie

Ten behoeve van een controle op de werking van het droogsysteem worden de volgende gegevens automatisch geregistreerd:

  • De temperatuur van beluchtingslucht.
  • Het aan staan van de beluchting.
  • De capaciteit van de beluchting.

Van de geregistreerde waarden is tijdens de controle een uitdraai van de huidige en vorige productieperiode opvraagbaar.

Afbeeldingen

Doorsnede en plattegrond van grondhuisvesting met mestbeluchting. Zie de tekst voor een beschrijving.
Doorsnede en plattegrond van grondhuisvesting met mestbeluchting.

Beschrijving van de afbeelding met de doorsnede en plattegrond

De afbeelding bestaat uit 3 onderdelen: bovenaan een doorsnede van een stal, rechtsonder een detailtekening en linksonder een legenda.

Legenda

In de legenda staan nummers met hun betekenis:

  1. Strooiselvloer
  2. Legnest
  3. Mestopslag
  4. Beluchtingsbuizen bij legnest (mogen ook onder het legnest worden geplaatst)
  5. Beluchtingsbuizen afhankelijk van de breedte van de beun

Doorsnede stal

Het is een rechthoekige ruimte met een puntdak. In het midden van de ruimte staat een legnest. Bij het legnest zijn beluchtingsbuizen (4) geplaatst. Rond het legnest is ruimte voor mestopslag. Aan beide zijkanten van deze mestopslag zijn beluchtingsbuizen (5) geplaatst. De rest van de stalvloer wordt gevuld door een strooiselvloer.

Detailtekening (plattegrond)

De detailtekening toont het midden van de stal van boven. In het midden is een grijze staande rechthoek die het legnest voorstelt. Links en rechts van deze rechthoek zijn 2 grotere rechthoeken die de mestopslag voorstellen. Daar omheen is de strooiselvloer.

Onderaan de tekening is een liggende rechthoek met de tekst ‘Veeruimte, eierverzamelen, eieropslag, hygiënesluis’.



delen

  • Delen op LinkedIn

pdf maken

  • pdf maken

Vraag het onze experts!

Heeft u beroepsmatig te maken met regelgeving over de leefomgeving, de Omgevingswet of het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)? Hierover kunt u vragen stellen aan onze helpdesk. Wilt u als inwoner meer weten over deze onderwerpen? Neem dan contact op met uw gemeente.

Stel uw vraag

IPLO geeft informatie en beantwoordt vragen

Het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) is het kenniscentrum van de overheid dat uitleg geeft over de Omgevingswet, het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de regelgeving voor de leefomgeving. Onze experts geven via de IPLO-website en de helpdesk antwoord op vragen. IPLO maakt deel uit van het interbestuurlijke programma Aan de slag met de Omgevingswet. Meer informatie vindt u op onze pagina Over IPLO.

Service

  • Over IPLO
  • Abonneren
  • Contact
  • Archief
  • Omgevingswet op LinkedIn

Over deze site

  • Verantwoording
  • Toegankelijkheid
  • Privacyverklaring
  • Cookies
  • Kwetsbaarheid melden
Rijksoverheid
UvW - Unie van Waterschappen
VNG - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Interprovinciaal overleg - IPO