OW 2010.09 - Stalbeschrijving guste en dragende zeugen
Systeembeschrijving van een rondloopstal met zeugenvoerstation en strobed.
Versienummer: OW 2010.09.V1 van januari 2024.
Inhoud pagina
- Diercategorie
- Emissiefactoren
- Werkingsprincipe
- De technische uitvoering van het systeem Bouwkundig
- De technische uitvoering van het systeem Technische voorziening
- Het gebruik van het systeem
- Verwijzing meetrapport
- Afbeeldingen
- Vorige versie
Diercategorie
Guste en dragende zeugen (HD3.9).
Emissiefactoren
Voor de emissiefactoren van het huisvestingssysteem zie code HD3.9 in bijlage V van de Omgevingsregeling.
Werkingsprincipe
Ammoniakemissiebeperking is gebaseerd op een verkleining van het emitterend oppervlak door sturing van het mestgedrag en het veranderen van de mestsamenstelling (opname stro door de zeugen). Daarbij spelen de specifieke stalindeling, die gericht is op het zo ongestoord mogelijk laten verlopen van de dagelijkse activiteiten, en het toepassen van “mest- en stromanagement” een belangrijke rol.
De technische uitvoering van het systeem: bouwkundig
- Hokindeling
- Ligruimte
- Activiteitsruimte
- Emitterend oppervlak
1. Hokindeling
Per groep zeugen een duidelijke scheiding in een ligruimte en een activiteitsruimte.
2. Ligruimte
- De ligruimte is uitgevoerd als dichte vloer.
- Per zeugenplaats is minimaal 1,3 m2 en maximaal 1,5 m2 oppervlak aan dichte vloer.
- De ligruimte is verdeeld in één of meerdere vakken (ligbedden).
- Het oppervlak van elk vak is minimaal 25 m2.
- Rondom elk vak is een afscheiding aanwezig, behoudens de doorgang naar de activiteitsruimte.
- De dichte afscheiding is tot een hoogte van minimaal 1000 mm gemeten vanaf de vloer.
- Per vak is er één doorgang naar de activiteitsruimte.
- Doorgang naar activiteitsruimte is minimaal 2000 mm en maximaal 4000 mm breed.
- De afstand tussen rand doorgang en het verst gelegen punt van de afscheiding is maximaal 16000 mm gemeten over het strobed.
3. Activiteitsruimte
De activiteitsruimte is voorzien van roostervloer en/of dichte vloer.
4. Emitterend oppervlak
Het emitterend oppervlak is maximaal 1,1 m2 per dierplaats. Het gaat om het totaal aan met mest bevuild oppervlak waarmee de zeugen via de stallucht in contact staan. Bij een dichte vloer in de activiteitsruimte gaat het om de grootte van de voor de zeugen beschikbare ruimte. Bij toepassing van een volledig roostervloer in de activiteitsruimte betreft het hier het emitterend oppervlak van de mestkelder die onder deze roosters ligt. Deze twee berekeningswijzen moeten worden gecombineerd bij de toepassing van een combinatie van een dichte vloer met een roostervloer.
De technische uitvoering van het systeem Technische voorziening
- Voersysteem
- Activiteitsruimte
1. Voersysteem
Het voersysteem is een voerstation.
2. Activiteitsruimte
- In de activiteitsruimte is een loopgang, wachtruimte, voerstation(s) en drinkruimte aanwezig.
- Er is drinkwatervoorziening aanwezig op een centrale plaats.
- Voor de drinkwatervoorziening is er een vrije ruimte van minimaal 3000 mm * 3000 mm (oftewel minimaal 9 m2).
Het gebruik van het systeem
- Hokoppervlak
- Ligruimte
- Mestverwijdering dichte vloer activiteitsruimte
1. Hokoppervlak
Het hokoppervlak is minimaal 2,25 m² en maximaal 2,50 m² per zeugenplaats. Het gaat hier om het beschikbare hokoppervlak voor elke zeug waardoor enkel de ruimten meetellen die direct voor de zeugen beschikbaar zijn. Niet direct beschikbare ruimten voor de zeugen tellen niet mee, dit zijn bijvoorbeeld de separatieruimte, het berenhok en de ruimte tussen de voerstations.
2. Ligruimte
- De ligruimte moet door de zeugen in gebruik zijn als rustplaats. Dit betekent dat deze ruimte niet voor andere functies, zoals eten, drinken en mesten, mag worden gebruikt.
- De ligruimte is over het gehele oppervlak voorzien van een strobed, dikte minimaal 150 mm en maximaal 400 mm.
- Het strobed in de ligruimte wordt minimaal twee keer per week aangevuld met stro.
- Het gehele strobed in de ligruimte wordt minimaal één keer per jaar vervangen.
- Dagelijks wordt het strobed gecontroleerd op de aanwezigheid van mest, deze mest moet daarbij uit het strobed worden verwijderd.
3. Mestverwijdering dichte vloer activiteitsruimte (indien aanwezig)
De mest wordt dagelijks van de dichte vloer verwijderd.
Verwijzing meetrapport
Rapport 99-08 van IMAG (www.stalemissies.nl).
Afbeelding
Let op: deze afbeelding voldoet niet aan de eisen voor digitale toegankelijkheid. Ervaart u hierdoor problemen? Neem dan contact met ons op voor een passende oplossing.
Vorige versie
Beschrijving BWL 2010.09.V1 van juni 2010.