OW 2010.12 - Stalbeschrijving gespeende biggen
Systeembeschrijving van een koeldeksysteem (150% koeloppervlakte).
Versienummer: OW 2010.12.V1 van januari 2024.
Inhoud
- Diercategorie
- Emissiefactoren
- Werkingsprincipe
- Uitvoeringseisen systeem: bouwkundig
- Uitvoeringseisen systeem: technisch
- Gebruikseisen systeem
- Meetrapporten
- Afbeeldingen
- Vorige versie
Diercategorie
Gespeende biggen minder dan 25 kg.
Emissiefactoren
Voor de emissiefactoren van het huisvestingssysteem zie code HD1.10 in bijlage V van de Omgevingsregeling.
Werkingsprincipe
Ammoniakemissiebeperking is gebaseerd op het beperken van putemissie door het koelen van de mest. Het koelen gebeurt met behulp van een frame met koelelementen dat in het bovenste deel van de mestlaag drijft. Onder nummer 9520094392313 is octrooi verleend voor een koeldeksysteem.
De mest kan worden gekoeld met behulp van grondwater. In dat geval is sprake van een open koelcircuit in de mestkanalen. Het opgewarmde water wordt weer teruggepompt in de bodem.
Ook is het mogelijk om een warmtepomp in te zetten voor het koelen van de mest. In dat geval is sprake van een gesloten koelcircuit in de mestkanalen. De aan de mest onttrokken warmte wordt via de warmtepomp afgegeven aan een ander watercircuit, bijvoorbeeld het verwarmingscircuit. Wanneer geen warmtevraag aanwezig is of wanneer de warmtevraag onvoldoende groot is, kan het surplus aan warmte in de bodem worden opgeslagen. Wanneer de warmtevraag van het verwarmingscircuit het warmteaanbod uit de mest overtreft, kan het in de bodem opgeslagen warmteoverschot worden aangesproken.
Uitvoeringseisen systeem: bouwkundig
- Vloeruitvoering
- Mestkanaal
- Emitterend oppervlak mestkanaal
1. Vloeruitvoering
Er zijn twee opties voor de vloeruitvoering:
- De vloeruitvoering is een gedeeltelijke roostervloer met aan de voorzijde van het hok een hellende dichte vloer. Aan de achterzijde is een roostervloer boven het mestkanaal.
- De vloeruitvoering is een gedeeltelijke roostervloer met een dichte bolle vloer met zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde een roostervloer boven het mestkanaal. Het roosteroppervlak aan de voorzijde van de bolle vloer is daarbij kleiner dan het roosteroppervlak aan de achterzijde van de bolle vloer of volledige roostervloer.
2. Mestkanaal
Het mestkanaal is voorzien van metalen of kunststof roosters.
3. Emitterend oppervlak mestkanaal
Het emitterend oppervlak van met mestkanaal is maximaal 0,58 m2 per dierplaats.
Uitvoeringseisen systeem: technisch
- Voersysteem
- Koelelementen
- Veiligheidsvoorziening
- Onttrekken warmte aan koelvloeistof bij gesloten koelcircuit
- Eisen registratie
1. Voersysteem
Het voersysteem is geplaatst boven de dichte vloer als er sprake is van een gedeeltelijk roostervloer. Bij toepassing van een dichte bolle vloer is het voersysteem aan de voorzijde van het hok boven het mestkanaal en/of de dichte vloer aangebracht.
2. Koelelementen
- De koelelementen zijn gemaakt van hoogwaardig kunststof.
- Er is een set van 14 cm brede lamellen.
- De lamellen zijn onder een hoek van ongeveer 60° opgehangen in een drijvend frame.
- Het drijvend frame met koelelementen omvat nagenoeg het gehele oppervlak van het mestkanaal. De bedoeling van dit systeem is dat het gehele emitterend mestoppervlak wordt gekoeld. Omdat het frame met koellamellen drijft in de bovenste mestlaag kan dit frame nooit het gehele mestoppervlak bevatten. Het frame heeft ruimte nodig om te kunnen manoeuvreren. Verder is ruimte nodig voor de flexibele aan- en afvoerleiding voor het koelwater. Het overige deel van het mestoppervlak moet van het drijvend frame met koellamellen zijn voorzien.
-
Het gezamenlijk oppervlak van de lamellen is minimaal 150 procent van het oppervlak van het mestkanaal (oppervlak van een lamel is gelijk aan de omtrek van de lamel (0,30 meter) vermenigvuldigd met de lengte van de lamel.
- De koelelementen zijn per mestkanaal in serie verbonden.
- De koelelementen tussen mestkanalen zijn parallel aangesloten volgens het Tiggelmansysteem op de aan- en afvoerleiding van het water.
- Alle delen van het systeem die in aanraking komen met dunne mest moeten bestand zijn tegen de corrosieve invloed hiervan, inclusief de invloed van eventueel aan de mest toegevoegde middelen.
3. Veiligheidsvoorziening
Het koeldeksysteem is voorzien van een drukmeter die ervoor zorg dat bij het wegvallen van de druk, als gevolg van een lekkage, de watertoevoer direct wordt gestopt (drukmeter gekoppeld aan afsluiter).
4. Onttrekken warmte aan koelvloeistof bij gesloten koelcircuit
Het onttrekken van warmte aan de koelvloeistof gebeurt door middel van een warmtepomp.
5. Eisen registratie
- Bij een open koelcircuit is de volgende registratieapparatuur aanwezig:
- Geijkte waterpulsmeter voor de registratie van de opgepompte hoeveelheid grondwater.
- Temperatuurmeters voor het meten van de temperatuur van de mest bovenin het mestkanaal.
- Temperatuurmeters voor het meten van de temperatuur van het opgepompte grondwater en van het in de grond teruggepompte water. - Bij een gesloten koelcircuit is de volgende registratieapparatuur aanwezig:
- Temperatuurmeters voor het meten van de temperatuur van de mest bovenin het mestkanaal.
Gebruikseisen systeem
- Koelelementen
- Minimaal mestniveau
- Koelvloeistof
- Temperatuur teruggepompt koelwater (bij open koelcircuit)
- Temperatuurverschil koelwater (bij open koelcircuit)
- Mesttemperatuur
- Eisen onderhoud
- Eisen registratiesysteem
1. Koelelementen
Bij de koelelementen die zijn gevuld met water, drijven de elementen net onder het mestoppervlak.
Het werkingsprincipe van het koeldeksysteem berust op het koelen van de mest in het mestkanaal. Om uitwisseling van ammoniak uit de mest naar de lucht te voorkomen, moet de bovenste mestlaag worden gekoeld. Daarom drijven de koelelementen net onder het mestoppervlak.
2. Minimaal mestniveau
In het mestkanaal is altijd een laagje mest aanwezig waarin de koelelementen kunnen drijven.
3. Koelvloeistof
- Wordt voor het koelen van de mest opgepompt grondwater gebruikt? Dan wordt dit water na het rondpompen door de koelelementen weer teruggepompt in de bodem.
- Bij een gesloten koelcircuit neemt water warmte op uit de mest. Het water geeft deze warmte in een warmtepomp af aan een ander watercircuit.
4. Temperatuur teruggepompt koelwater (bij open koelcircuit)
Het in de bodem teruggepompte koelwater heeft een temperatuur van maximaal 14 graden Celsius. Voor het oppompen en terugpompen van grondwater zijn regels gesteld die lokaal kunnen verschillen. Informatie is verkrijgbaar bij de gemeente of provincie.
5. Temperatuurverschil koelwater (bij open koelcircuit)
Het koelwater dat na het rondpompen door de koelelementen wordt teruggepompt in de bodem, is niet meer dan 3 graden Celsius warmer dan het opgepompte grondwater.
6. Mesttemperatuur
De temperatuur van de mest is maximaal 15 graden Celsius, gemeten bovenin het mestkanaal (de bovenste mestlaag is de bovenste 5 cm). .
7. Eisen onderhoud
Met de installateur van het systeem is een onderhoudscontract afgesloten waarbij 2 keer per jaar controle en onderhoud van het systeem plaatsvindt.
8. Eisen registratiesysteem
-
Voor de controle op de werking van het koeldeksysteem worden bij een open koelcircuit de volgende gegevens automatisch geregistreerd:
- Temperatuur van het opgepompte grondwater.
- Temperatuur van het terug in de grond gepompte water.
- Temperatuur van de mest bovenin het mestkanaal.
- Hoeveelheid opgepompt grondwater.
Van de geregistreerde waarden is tijdens de controle een uitdraai van de huidige en vorige productieperiode opvraagbaar.
-
Voor de controle op de werking van het koeldeksysteem worden bij een gesloten koelcircuit de volgende gegevens automatisch geregistreerd:
- temperatuur van de mest boven in het mestkanaal
Van de geregistreerde waarden is tijdens de controle een uitdraai van de huidige en vorige productieperiode opvraagbaar.
Meetrapporten
Proefverslag nummer P 4.23 van ASG (www.wageningenur.nl).
Afbeeldingen
Let op: deze afbeeldingen voldoen niet aan de eisen voor digitale toegankelijkheid. Ervaart u hierdoor problemen? Neem dan contact met ons op voor een passende oplossing.
Vorige versie
Beschrijving BWL 2010.12.V3 van april 2017.