OW 2010.28 – Biologisch luchtwassysteem
Systeembeschrijving van het biologisch luchtwassysteem.
Versienummer: OW 2010.28.V1 van januari 2024.
Op deze pagina
- Diercategorie
- Reductiepercentages
- Werkingsprincipe
- Uitvoeringseisen systeem
- Gebruikseisen systeem
- Verwijzing meetrapport
- Afbeelding
- Vorige versie
Diercategorie
Zie voor de diercategorieën waar het systeem kan worden toegepast code LW1.4 in bijlage VI van de Omgevingsregeling.
Reductiepercentages
Zie voor de reductiepercentages van het systeem code LW1.4 in bijlage VI van de Omgevingsregeling.
Werkingsprincipe
De ammoniakemissie wordt beperkt door de ventilatielucht te behandelen in een biologisch luchtwassysteem. Bij het beschreven systeem bestaat de installatie uit een watergordijn van het type gelijkstroom en een biologische wasser van het type tegenstroom.
Het watergordijn (stofafvang) is in de voorruimte aanwezig waarin de lucht optimaal wordt verdeeld over het gehele aanstroomoppervlak. Het watergordijn is tevens een bevochtigingsstap waarin spuiwater uit de biologische wasser wordt verdampt.
De biologische wasser is opgebouwd uit een kolom met vulmateriaal, waarover continu wasvloeistof wordt gesproeid.
Bij passage van de ventilatielucht door de biologische wasser wordt de ammoniak opgevangen in de wasvloeistof. Bacteriën die zich op het vulmateriaal en in de wasvloeistof bevinden zetten de ammoniak om in nitriet en/of nitraat.
Spuiwater komt vrij uit het watergordijn. Het water in de wateropvangbak onder het watergordijn wordt aangevuld met het waswater uit de biologische wasser. Vervolgens wordt ten behoeve van de biologische wasser schoon water aangevoerd tot het ingestelde vloeistofniveau in de wateropvangbak.
Uitvoeringseisen systeem
- Ventilatie
- Dimensionering luchtwassysteem
- Registratie
- Spuiregeling
1. Ventilatie
- Aanvoer ventilatielucht naar luchtwassysteem, zie hiervoor de voorwaarden die zijn opgenomen in het Besluit activiteiten leefomgeving.
- Capaciteit maximale ventilatie in overeenstemming met de richtlijnen/adviezen voor maximale ventilatie. Wanneer voor de betreffende diercategorie richtlijnen/adviezen door een klimaatplatform zijn vastgesteld, dan wordt geadviseerd deze richtlijnen/adviezen in acht te nemen. Zie ook de randvoorwaarden die op de webpagina Luchtwassers zijn beschreven.
2. Dimensionering luchtwassysteem
- Wassysteem opgebouwd uit een watergordijn van het type gelijkstroom en een biologische wasser van het type tegenstroom. In de ruimte onder de biologische wasser (de drukkamer) mag de lucht met behulp van sproeiers actief worden bevochtigd.
- Watergordijn voor de biologische wasser, de lengte is gelijk aan de lengte van het filterpakket in de biologische wasser, het watergordijn is voorzien van minimaal één sproeier per 0,9 meter lengte.
- Biologische wasser opgebouwd uit een kolom kunststof filtermateriaal (structuurpakking), met een contactoppervlak van 125 m²/m³ filtermateriaal, met een hoogte van 0,9 meter
- Capaciteit maximaal 6.480 m³ lucht per uur per m² aanstroomoppervlak van het filterpakket in de biologische wasser.
- Aan te tonen met gegevens die op basis van het Besluit activiteiten leefomgeving bij de melding dienen te worden gevoegd dan wel aanwezig dienen te zijn. Er is een opleveringsverklaring aanwezig. In deze verklaring zijn de belangrijkste gegevens (zoals controleparameters) en dimensioneringsgrondslagen van de geïnstalleerde luchtwasser opgenomen. Met behulp van deze verklaring wordt aangetoond dat het luchtwassysteem volgens de systeembeschrijving is uitgevoerd en gedimensioneerd.
3. Registratie
Het luchtwassysteem dient te zijn voorzien van een meet- en registratiesysteem zoals is opgenomen in het Besluit activiteiten leefomgeving.
4. Spuiregeling
- Het spuien van het waswater uit het watergordijn moet worden aangestuurd door een automatische regeling op basis van geleidbaarheid.
- Het spuien van het waswater uit de biologische wasser moet worden aangestuurd door een automatische regeling op basis van geleidbaarheid.
Gebruikseisen systeem
Voor het gebruik gelden de volgende eisen:
- Instelling parameters en controle
- Spuiregeling
- Reiniging filterpakket
- Onderhoud
- Registratiesysteem
1. Instelling parameters en controle
- De zuurgraad van het waswater in de biologische wasser is minimaal gelijk aan pH = 6,5 en mag niet meer zijn dan pH = 7,5.
- De geleidbaarheid van het waswater in de biologische wasser is maximaal 20 mS/cm.
- De geleidbaarheid van het spuiwater in het watergordijn is maximaal 20 mS/cm.
2. Spuiregeling
Het waswater in de wateropvangbak onder het watergordijn moet worden aangevuld met het waswater uit de biologische wasser. Door de inzet van het gespuide waswater uit de biologische wasser als waswater in het watergordijn wordt de hoeveelheid spuiwater uit het gehele luchtwassysteem gereduceerd.
3. Reiniging filterpakket
Minimaal éénmaal per jaar.
4. Onderhoud
Met betrekking tot het onderhoud van het luchtwassysteem is in overeenstemming met het Besluit activiteiten leefomgeving een werkinstructie opgesteld.
5. Registratiesysteem
Het meet- en registratiesysteem dient te worden gebruikt, gecontroleerd en onderhouden zoals is opgenomen in het Besluit activiteiten leefomgeving.
Verwijzing meetrapport
Toelatingscertificaat, nummer WUR-LR-2010-001Van Boxtel Kunststof, op 15 april 2010 afgegeven door WUR Livestock Research.
Actualisering ammoniak emissiefactoren pluimvee; Advies voor aanpassing van ammoniak emissiefactoren van pluimvee in de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav). Wageningen Livestock Research, Rapport 1015.
Afbeelding
Let op: deze afbeelding voldoet niet aan de eisen voor digitale toegankelijkheid. Ervaart u hierdoor problemen? Neem dan contact met ons op voor een passende oplossing.
Vorige versie
Beschrijving BWL 2010.28.V8 van september 2022.