OW 2011.13 – Stalbeschrijving pluimvee
Systeembeschrijving voor warmteheaters met luchtmengsysteem voor het drogen van de strooisellaag.
Versienummer: OW 2011.13.V1 van januari 2024.
Op deze pagina
- Diercategorie
- Emissiefactoren
- Werkingsprincipe
- Uitvoeringseisen systeem: bouwkundig
- Uitvoeringseisen systeem: technisch
- Gebruikseisen systeem
- Meetrapporten
- Afbeeldingen
- Vorige versie
Diercategorie
Opfokhennen en -hanen van legkippen jonger dan 18 weken (HE 1.2.4), ouderdieren van vleeskuikens in opfok jonger dan 19 weken (HE 3.3). vleeskuikens (HE 5.9), vleesparelhoenders (HF1.9), Kalkoenen (HG1.2, HG2.2, HG4.4).
Emissiefactoren
Voor de emissiefactoren van het huisvestingssysteem, zie bijlage V van de Omgevingsregeling.
Werkingsprincipe
Ammoniakemissiebeperking is gebaseerd op het drogen en verwarmen van de mest-/strooisellaag door warmteheaters en continu draaiende circulatieventilatoren. Door het mengen van de stallucht wordt een gelijkmatige temperatuur in de gehele stal bereikt. De mest/strooisellaag wordt gedroogd en de kooldioxide (CO2) wordt bij de dieren verdreven.
Uitvoeringseisen systeem: bouwkundig
Vloeruitvoering
De totale stalvloerconstructie inclusief eventueel onderliggende zandlaag moet een warmteweerstand (Rc-waarde) hebben van minimaal 0,5.
Uitvoeringseisen systeem: technisch
- Huisvestingsvorm
- Drinkwater
- Verwarmings- en luchtcirculatie-systeem
- Eisen registratie
- Capaciteit
1. Huisvestingsvorm
De huisvestingsvorm is volledig strooiselvloer.
2. Drinkwater
De drinkwatervoorziening is voorzien van een anti-morssysteem.
3. Verwarmings- en luchtcirculatie-systeem
- Er is sprake van goed onderhouden en brandveilige warmteheaters die bestaan uit een warmtebron met ventilatoren voor de warme luchtverdeling. Het gaat er om dat lucht kan worden opgewarmd en dat deze lucht wordt verdeeld. De verbrandingskamer waarin een brandstof wordt verbrand mag daarbij in de heater aanwezig zijn (direct gestookte heater). De verbrandingskamer moet daarbij een aanvoerkanaal hebben voor de aanvoer van verbrandingslucht van buiten de stal en afvoerkanaal voor de afvoer van rookgassen naar buiten de stal (gesloten verbranding). Ook is het mogelijk dat elders buiten de dierruimte een verbrandingstoestel staat en de warmte via leidingen wordt overgebracht naar de heaters (indirect gestookte heater)
-
De warmteheaters voor verwarming van de stal zijn verdeeld over de stallengte, en zijn onder de nok van de stal en/of langs de zijgevel van de stal opgehangen.
- Bij plaatsing van de warmteheaters onder de nok hangt deze maximaal 1,5 meter onder de nok.
- Bij plaatsing van de warmteheaters langs de zijgevel hangt deze op maximaal 1,5 meter afstand van de gevel en op maximaal 1,5 meter afstand boven de vloer. De afstanden worden gemeten vanaf de buitenkant van de heater.
- Wanneer de warmteheaters buiten de stal zijn geplaatst, wordt de opgewarmde lucht door elke heater evenwijdig aan de zijgevel uitgeblazen op maximaal 1,5 meter afstand van de gevel en op maximaal 1,5 meter afstand boven de vloer. De afstanden worden gemeten vanaf de buitenkant van de uitblaasopening van de heater in de dierruimte
- De opgewarmde lucht wordt met circulatieventilatoren vermengd met warme lucht in de stal. -
De minimaal geïnstalleerde ventilatorcapaciteit van de warmteheater bedraagt 0,35 m³ per dierplaats per uur (of 8 m³ per m² staloppervlak). Indien de ventilatorcapaciteit van de warmteheater regelbaar is, is daarvoor een frequentieregelaar aanwezig.
-
Bij plaatsing van de warmteheaters in de nok kan de blaasrichting van de heaters zowel naar één, als vanuit het midden naar beide eindgevels gericht zijn. Bij plaatsing van de warmteheaters langs de zijgevel moet de blaasrichting van alle heaters gelijk zijn aan, of tegengesteld zijn aan de draairichting van de wijzers van de klok. Er mogen hierbij geen tegengestelde luchtstromen ontstaan.
-
De circulatieventilatoren hangen in lijn met de warmteheaters op een onderlinge afstand van maximaal 20 meter.
- Bij plaatsing van de warmteheaters onder de nok van de stal hangen de circulatieventilatoren op maximaal 1,5 meter onder de nok van de stal.
- Bij plaatsing van de warmteheaters langs de zijgevel van de stal hangen de circulatieventilatoren op maximaal 1,5 meter afstand van de gevel en op maximaal 1,5 meter afstand boven de vloer. De afstand wordt gemeten vanaf de buitenkant van de circulatieventilator. -
De circulatieventilatoren houden continu de luchtbeweging in de stal op gang. De blaasrichting van de circulatieventilatoren is gelijk aan de blaasrichting van de warmteheater.
- De minimaal geïnstalleerde capaciteit van de circulatieventilatoren is 20 m³ per m² staloppervlak.
4. Eisen registratie
De volgende registratieapparatuur is aanwezig:
- Apparatuur voor het registreren van het aanstaan van de warmteheaters (urenteller).
- Apparatuur voor het registreren van de gerealiseerde temperatuurcurve, binnen- en buitentemperatuur.
- Apparatuur voor het registreren van het gerealiseerde ventilatiedebiet.
- Apparatuur voor het registreren van de curve ventilatorcapaciteit circulatieventilatoren.
5. Capaciteit
- Als vuistregel worden de volgende te installeren verwarmingscapaciteiten gehanteerd (bij een gewenste staltemperatuur van 35°C):
- Nieuwbouwstallen; 100 W/m²
- Bestaande stallen; 125 W/m² - Voor vleeskalkoenen kunnen afwijkende situaties voorkomen:
- Naast de ruimteverwarming door de heaters is ook plaatselijke verwarming aanwezig: de capaciteit van de heaters kan dan worden verlaagd (de gewenste ruimtetemperatuur is 25 - 28°C).
- Een deel van de dieren (meestal de hanen) worden naar een andere stal overgebracht na een opfokperiode van ca. 6 weken: in deze stal is een lagere ruimtetemperatuur nodig, van 20 - 23°C. De capaciteit van de heaters kan hierop worden afgestemd.
Voor alle situaties geldt: berekening capaciteit heaters door leverancier.
Gebruikseisen systeem
- Leefoppervlak
- Luchtstroming
- Instelling temperatuurcurve
- Instelling ventilator in warmteheater als er verwarmd wordt
- Instelling ventilator in warmteheater als er niet verwarmd wordt
- Instelling circulatie-ventilatoren
- Registratie
1. Leefoppervlak
- Bij (groot-)ouderdieren van vleeskuikens in opfok tot 19 weken: minimaal 900 cm² en maximaal 1.100 cm² per dier bij opzet (8,3 à 11,1 dieren per m²).
- Bij ouderdieren van vleeskalkoenen in opfok tot 6 weken: minimaal 625 cm² per dier bij opzet (16 dieren per m²).
- Bij ouderdieren van vleeskalkoenen in opfok tot 6-30 weken: minimaal 1.330 cm² per dier bij opzet (7,5 dieren per m²).
- Bij vleeskalkoenen, mannelijke dieren: minimaal 3.330 cm²/dier bij opzet (3,0 dieren per m²).
- Bij vleeskalkoenen, vrouwelijke dieren: minimaal 2.040 cm²/dier bij opzet (4,9 dieren per m²).
2. Luchtstroming
Door het continu aanstaan van de circulatieventilatoren wordt de stallucht goed verdeeld over het strooiseloppervlak.
3. Instelling temperatuurcurve
De verwarming wordt ingeschakeld naarmate er behoefte is aan extra warmte in de stal. Hiervoor wordt de temperatuurcurve gevolgd.
4. Instelling ventilator in warmteheater wanneer er verwarmd wordt
De verwarming wordt ingeschakeld wanneer de ruimtetemperatuur onder de daartoe ingestelde temperatuur komt. Bij het verwarmen draait de ventilator in de heater.
5. Instelling ventilator in warmteheater wanneer er niet verwarmd wordt
Wanneer er geen extra warmtebehoefte is en er dus niet bij verwarmd wordt, staat de ventilator in de heater uit.
6. Instelling circulatie-ventilatoren
- De circulatieventilatoren draaien bij plaatsing van de dieren op minimaal 20% capaciteit. Dit wordt opgevoerd naar minimaal 30% zodra de maximum capaciteit van de warmteheaters is bereikt. De capaciteit mag worden geregeld op basis van de ventilatorcapaciteit voor totale luchtverversing. Wanneer er niet meer wordt bijverwarmd dienen de circulatieventilatoren op minimaal 30% van de capaciteit te draaien. Bij maximale ventilatiebehoefte is de capaciteit van de circulatieventilatoren 100%.
- De circulatieventilator die zich binnen enkele meters van de uitworp van de warmteheater bevindt, mag tijdens het verwarmen worden uitgeschakeld. De werking van de circulatieventilator wordt tijdens het verwarmen overgenomen door de ventilator in de heater.
7. Eisen registratiesysteem
Ten behoeve van een controle op de werking van het systeem worden de volgende gegevens automatisch geregistreerd:
- Het aan staan van de warmteheaters.
- Het aan staan van de circulatieventilatoren en het verloop van de capaciteit over een ronde. Dit om vast te stellen dat er continu voldoende drooglucht over het strooiselbed wordt geblazen.
- De temperatuurcurve.
Meetrapporten
Onderzoek ammoniakemissies Wesselmannheaters (BL2009.13756.01, versie 3, maart 2009).
Actualisering ammoniak emissiefactoren pluimvee; Advies voor aanpassing van ammoniak emissiefactoren van pluimvee in de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav). Wageningen Livestock Research, Rapport 1015.
Afbeeldingen
Let op: deze afbeeldingen voldoen niet aan de eisen voor digitale toegankelijkheid. Ervaart u hierdoor problemen? Neem dan contact met ons op voor een passende oplossing.
Let op: de blaasrichting van de warmteheaters kan ook vanuit het midden naar beide zijden gericht zijn.
Beschrijving van de afbeelding met warmteheaters met lengteventilatie
De afbeelding toont een ventilatiesysteem in een stal. De afbeelding bestaat uit 4 onderdelen: een plattegrond, een dwarsdoorsnede, een lengtedoorsnede en een legenda. In de legenda ziet u wat de gebruikte symbolen voorstellen. Een 8 staat voor een circulatieventilator (het aantal daarvan is afhankelijk van de oppervlakte van de stal). Een liggende rechthoek met een pijl moet een heater voorstellen.
Plattegrond
De plattegrond heeft als titel ‘Lengteventilatie met heaters in de nok'. In de plattegrond zijn 2 heaters getekend. Ze zijn achter elkaar geplaatst en blazen warme lucht naar rechts. Bij elke heater is een ventilator getekend. Ook tussen de heaters en tegen de linkerzijwand staan ventilatoren.
Dwarsdoorsnede
De dwarsdoorsnede toont 2 rijen met ventilatoren boven elkaar. De bovenste rij bevat 3 ventilatoren, de onderste 6. Links en rechts is onder het dak een luik zichtbaar met pijlen die aangeven dat daar buitenlucht naar binnen stroomt.
Lengtedoorsnede
De lengtedoorsnede toont 2 warmteheaters die aan het plafond hangen. De warme lucht wordt langs het plafond naar rechts geblazen. Bij de rechterwand zijn pijlen getekend die aangeven dat de lucht daar naar beneden gaat en via de vloer weer terugstroomt naar links, richting de ventilatoren bij de linkerzijwand.
Beschrijving van de afbeelding van lengteventilatie met heaters langs zijgevels
De afbeelding toont een ventilatiesysteem in een stal. De afbeelding bestaat uit 3 onderdelen: een plattegrond, een dwarsdoorsnede en een legenda. In de legenda staat wat de gebruikte symbolen voorstellen. Een 8 staat voor een circulatieventilator (het aantal daarvan is afhankelijk van de oppervlakte van de stal). Een liggende rechthoek met een pijl moet een heater voorstellen.
Plattegrond
De plattegrond heeft als titel ‘Lengteventilatie met heaters langs zijgevels'. In de plattegrond zijn 4 heaters getekend aan de zijkanten van de stal. Bij elke heater is een ventilator getekend. Ook tussen de heaters en tegen de linkerzijwand staan ventilatoren. Pijlen geven aan dat de warme lucht rechtsom in een cirkel wordt geblazen.
Dwarsdoorsnede
De dwarsdoorsnede toont 2 rijen met ventilatoren boven elkaar. De bovenste rij bevat 3 ventilatoren, de onderste 6. Links en rechts is onder het dak een luik zichtbaar met pijlen die aangeven dat daar buitenlucht naar binnen stroomt.
Beschrijving van de afbeelding van regelbare ventilatoren in de nok
De afbeelding toont een ventilatiesysteem in een stal. De afbeelding bestaat uit 3 onderdelen: een plattegrond, een dwarsdoorsnede, en een legenda. In de legenda staat wat de gebruikte symbolen voorstellen. Een 8 staat voor een circulatieventilator (het aantal daarvan is afhankelijk van de oppervlakte van de stal). Een liggende rechthoek met een pijl moet een heater voorstellen.
Plattegrond
De plattegrond heeft als titel ‘Regelbare ventilatoren in de nok'. In de plattegrond zijn 4 heaters getekend aan de zijkanten van de stal. Bij elke heater is een ventilator getekend. Ook tussen de heaters en tegen de linkerzijwand staan ventilatoren. Aanvullend zijn nog 3 ventilatoren getekend die in het midden van de stal in de nok hangen. Pijlen geven aan dat de warme lucht rechtsom in een cirkel wordt geblazen.
Dwarsdoorsnede
De dwarsdoorsnede toont 1 rij met 6 ventilatoren. Boven in de nok zijn ook ventilatoren zichtbaar. Links en rechts is onder het dak een luik zichtbaar met pijlen die aangeven dat daar buitenlucht naar binnen stroomt.
Let op: de warmteheaters kunnen bij deze variant ook in de nok worden geplaatst. Vanwege het negatieve effect op de luchtbeweging heeft dit niet de voorkeur.
Beschrijving van de afbeelding van ventilatoren in de nok
De afbeelding toont een ventilatiesysteem in een stal. De afbeelding bestaat uit 3 onderdelen: een plattegrond, een dwarsdoorsnede, en een legenda. In de legenda staat wat de gebruikte symbolen voorstellen. Een 8 staat voor een circulatieventilator (het aantal daarvan is afhankelijk van de oppervlakte van de stal). Een liggende rechthoek met een pijl moet een heater voorstellen.
Plattegrond
De plattegrond heeft als titel ‘Ventilatoren in de nok'. In de plattegrond zijn 4 heaters getekend aan de zijkanten van de stal. Bij elke heater is een ventilator getekend. Ook tussen de heaters staan ventilatoren. Aanvullend zijn nog 7 ventilatoren getekend die in het midden van de stal in de nok hangen. Pijlen geven aan dat de warme lucht rechtsom in een cirkel wordt geblazen.
Dwarsdoorsnede
De dwarsdoorsnede toont alleen de ventilatoren in de nok. Links en rechts is onder het dak een luik zichtbaar met pijlen die aangeven dat daar buitenlucht naar binnen stroomt.
Vorige versie
BWL 2011.13.V6 van mei 2021.