OW 2013.01 - Stalbeschrijving melkrundvee
Systeembeschrijving ligboxenstal met geprofileerde vloer met hellende sleuven en regelmatige mestafstorten met afdichtingen. Versienummer: OW 2013.01.V1 van januari 2024.
Versienummer: OW 2013.01.V1 van januari 2024.
Inhoud
- Diercategorie
- Emissiefactoren
- Werkingsprincipe
- Uitvoeringseisen systeem
- Gebruikseisen systeem
- Meetrapporten
- Afbeeldingen
- Vorige versie
Diercategorie
Melk- en kalfkoeien van 2 jaar en ouder (inclusief kalveren jonger dan 14 dagen).
Emissiefactoren
Voor de emissiefactoren van het huisvestingssysteem rundvee, zie code HA1.20 in bijlage V van de Omgevingsregeling.
Werkingsprincipe
Ammoniakemissiebeperking is gebaseerd op versnelde afvoer van urine door de aanwezige hellende groeven, waarna via de gleuven tussen de vloerplaten de urine in de mestkelder komt.
Daarnaast vindt ammoniakemissiebeperking plaats door beperking van de uitstoot van kelderlucht middels het afsluiten van de gleuven tussen de vloerplaten met sluitende afdichtflappen of -kleppen.
Uitvoeringseisen systeem
- Vloer
- Mestkelder en mestafvoer
- Mestschuif
- Emitterend vloeroppervlak
- Registratieapparatuur
Vloer
Voor de vloer zijn er twee mogelijke uitvoeringen.
Uitvoering 1
Het loopgedeelte, de hoofdvloer, is uitgevoerd met betonnen vloerplaten die voldoen aan de volgende specificaties:
- vlakke betonnen vloerplaten van 120 cm breed (lengte is variabel)
- vloerplaten voorzien van een gelijkmatig verdeelde profilering in de vorm van ondiepe groeven
- De profilering in het tegelprofiel is uitgevoerd in de vorm van (hoofdzakelijk) een parallellogram. Het tegelprofiel is in rijen aangelegd, die parallel lopen met het voerhek. Van bovenaf gezien is het tegelprofiel opgebouwd uit tegeltjes in een V-vorm.
- Tussen het tegelprofiel bevinden zich sleuven die vanaf het midden van elke vloerplaat, hellend aflopen (afschot 1%) naar de gleuf toe.
- De sleuven zijn in het midden van de vloerplaat 13,4 mm breed en 4 mm diep en bij de gleuf 18,5 mm breed en 10 mm diep.
- De vloerplaten liggen niet aaneengesloten. Ze zijn van elkaar gescheiden door een 4 cm brede gleuf voorzien van sluitende afdichtflappen.
Uitvoering 2
Loopgedeelte en doorlooppaden zijn uitgevoerd met vlakke betonnen vloerplaten (120 cm breed, variabele lengte), waarbij het tegelprofiel is uitgevoerd in de vorm van een parallellogram.
- De vloerplaten zijn vervaardigd van een mix van trilbeton en gietbeton waardoor een zeer harde slijtvaste laag ontstaat. Ook andere betonsoorten kunnen worden toegepast.
- Het tegelprofiel is in rijen aangelegd die parallel lopen met het voerhek. Van bovenaf gezien is het tegelprofiel opgebouwd uit tegeltjes in een V-vorm. De tegeltjes hebben een ondiep profiel (groeven van 5 mm breed en 2 tot 4 mm diep), ter vergroting van de grip en beloopbaarheid.
- Tussen het tegelprofiel bevinden zich sleuven die vanaf het midden van elke vloerplaat, hellend aflopen (afschot) naar de gleuf toe.
- Hierdoor zijn de sleuven in het midden van de vloerplaat 13,4 mm breed en 4 mm diep en bij de gleuf 18,5 mm breed en 10 mm diep. Dit betekent een afschot van 1,0 %. Dit afschotpercentage is eveneens gerealiseerd in de richting van de V-vorm van de tegeltjes.
- De vloerplaten liggen niet aaneengesloten. Ze zijn van elkaar gescheiden door een 4 cm brede gleuf voorzien van sluitende pvc-kleppen
Uitgezonderd van deze eisen zijn de doorsteken, de wachtruimte en de doorlopen; deze hoeven niet te worden voorzien van boven beschreven systeem. Deze ruimten moeten echter wel emissiearm worden uitgevoerd door gebruik te maken van een in de Omgevingsregeling opgenomen emissiearm systeem dan wel een dichte vloer. In deze ruimtes mag de breedte van de vloerplaten afwijken van de maat die voor het betreffende emissiearme systeem is vereist, mits dit de emissiereducerende werking niet nadelig beïnvloedt.
Mestkelder en mestafvoer
- Onder het gehele oppervlak van de loopgangen met vloerplaten en mestafstorten is een mestkelder aanwezig.
-
De afvoer van mest en urine vindt plaats via regelmatige mestafstorten van 4 cm breed. Deze bevinden zich tussen twee vloerdelen en zijn voorzien van sluitende, flexibele flappen of kleppen waardoor mest en urine naar de kelder worden afgevoerd, maar emissie vanuit de kelder naar de stal zoveel mogelijk wordt voorkomen. Bij uitvoering 1 worden flexibele kunststof flappen toegepast. Bij uitvoering 2 worden pvc kleppen toegepast.
- Als aan één of beide uiteinden van de loopgangen in de vloer een afstort gemaakt voor de afvoer van de mest, zijn deze afstorten voorzien van een zogenaamde brievenbusafsluiting, rubberen flappen of andere voorziening die emissie vanuit de mestkelder zoveel mogelijk voorkomt.
- Wanneer tussentijdse mestafstorten worden gebruikt, bijvoorbeeld indien de schuifuitvoering dat noodzakelijk maakt of wanneer deze als noodvoorziening wordt geïnstalleerd, moeten deze afstorten worden voorzien van een zogenaamde brievenbussluiting, rubberen flappen, of een andere voorziening die de emissie vanuit de mestkelder zoveel mogelijk voorkomt. Bij een vaste mestschuif moet de mestafstort ten minste de lengte hebben van de naar voren gerichte mestgeleiders.
- Als in de doorsteken, de wachtruimte en de doorlopen een ander emissiearm systeem wordt toegepast en daardoor extra emissie vanuit de kelder daaronder kan optreden (schoorsteeneffect), is bij elke overgang van vloersysteem in de mestkelder een stankafsluitende voorziening aangebracht.
Mestschuif
Voor afvoer van de mest moet een mestschuif zijn aangebracht. Dit kan een vaste opstelling zijn van een mestschuif, voorzien van een aandrijfmechanisme en een tijdschakeling; of het kan een mestrobot zijn, voorzien van een tijdschakeling. Het schuifblad is zodanig uitgevoerd dat het loopoppervlak goed wordt gereinigd.
Emitterend vloeroppervlak
Het met mest besmeurd vloeroppervlak per dierplaats is maximaal 5,5 m2. Dit oppervlak omvat de loopgangen, doorsteken, wachtruimte en doorlopen. Niet inbegrepen is het vloeroppervlak van de melkstal en de voerstoep (indien aanwezig).
Voor de wachtruimte geldt dat deze niet meetelt bij het bepalen van het met mest besmeurd oppervlak, wanneer deze met een dichte vloer is uitgevoerd. Wanneer de wachtruimte op een andere wijze is uitgevoerd, telt het oppervlak wel mee bij het bepalen van het met mest besmeurd oppervlak per dierplaats.
Registratieapparatuur
- Voor het registreren van het aantal schuifbewegingen is een verzegelde bedrijfsurenteller aanwezig.
- Voor de waarborging van de schuiffrequentie is een tijdklok aanwezig. Deze tijdklok dient daartoe de aansturing van de mestschuif te verzorgen.
Gebruikseisen van het systeem
- Schuiffrequentie
- Wachtruimte
- Onderhoud
- Controle en registratie
Schuiffrequentie
- De mest wordt ten minste iedere anderhalf uur van de vloer verwijderd met de mestschuif. Bij het gebruik van een mestrobot is dit gemiddeld iedere anderhalf uur.
- Het met mestbesmeurde vloeroppervlak waar de mestschuif niet kan komen, wordt minimaal twee keer per dag handmatig gereinigd.
Wachtruimte
-
De gebruiksduur van de wachtruimte beperkt zich tot de melktijden. Buiten de melktijden worden in de wachtruimte geen dieren gehouden.
-
Wanneer de wachtruimte buiten de melktijden wel beschikbaar is voor de dieren maakt deze deel uit van de loopruimte. In dat geval moet de wachtruimte wel worden meegeteld als onderdeel van het mest besmeurd vloeroppervlak.
-
Na elk gebruik moet de wachtruimte direct worden gereinigd waarbij alle mest en urineplassen worden afgevoerd naar de mestkelder.
Onderhoud
De mestschuif, de afdichtflappen in de gleuven tussen de vloerplaten en de afdichtvoorzieningen in de mestafstorten worden ten minste eenmaal per twee maanden gecontroleerd op beschadigingen. Indien nodig worden ze onderhouden. Aanbevolen wordt hiertoe een onderhoudscontract met de leverancier van de mestschuif en de afdichtflappen of een andere deskundige partij af te sluiten.
Controle en registratie
Om het gebruik van het systeem te controleren zijn er twee opties:
- Op de bedieningscomputer is een terugleesoptie aanwezig waarmee de werking van de mestschuif gedurende de laatste drie maanden inzichtelijk kan worden gemaakt.
- Een verzegelde draaiurenteller is geplaatst voor continue registratie van de bedrijfsuren van de aandrijfmotor van de mestschuif. De bedrijfsuren dienen maandelijks te worden afgelezen en geregistreerd zodat de schuiffrequentie terug te rekenen is.
Voor een systeem met een mestrobot gelden de volgende eisen:
- De mestrobot is voorzien van een tijdregistratiesysteem waaruit blijkt hoeveel uur deze per dag in werking is.
- De mestrobot mag ’s nachts maximaal 6 uur stil staan om de accu volledig op te laden.
Er wordt een logboek worden bijgehouden waarin staat aangegeven wanneer en door wie de controle en het onderhoud van de mestschuif, de flappen of kleppen en de afdichtflappen in de mestafstorten heeft plaatsgevonden.
Meetrapporten
- R. Birkhoff, december 2015, Onderzoek naar de ammoniakemissie van stal Harten met de Welzijnsvloer van Qwinpro, Barneveld Pro Monitoring B.V.
- R. Birkhoff, december 2015, Onderzoek naar de ammoniakemissie van stal Hermsen met de Welzijnsvloer van Qwinpro, Barneveld Pro Monitoring B.V
- R. Birkhoff, december 2015, Onderzoek naar de ammoniakemissie van stal Stamsnijder met de Welzijnsvloer van Qwinpro, Barneveld Pro Monitoring B.V
- P. Zijderveld, november 2015, Onderzoek naar de ammoniakemissie van stal Dinkelman met D1 vloer van Berkel Beton, Barneveld Pro Monitoring B.V.
-
P. Zijderveld, november 2015, Onderzoek naar de ammoniakemissie van stal Weijenborg met D1 vloer van Berkel Beton, Barneveld Pro Monitoring B.V.
Afbeeldingen
Beschrijving van de afbeelding met het bovenaanzicht van de vloer
Op de afbeelding is een bovenaanzicht te zien van de vloer. Het is een schematische weergave waarbij is te zien dat de vloerdelen zijn gelegd in een visgraatstructuur.
Beschrijving van de detailtekening van een vloerdeel
Op de tekening is 1 vloerdeel te zien. Hierin is te zien dat het vloerdeel aan de kopse kant niet loodrecht op de vloer staat. Links loopt de rand van het vloerdeel schuin op naar links. Aan de bovenkant van die linkse rand is een afdichtflap bevestigd die recht naar beneden hangt en onderaan dus loshangt van het vloerdeel. Aan de rechterkant van het vloerdeel loopt de rand juist rechts naar beneden af.
Beschrijving van de foto van de hechtingsnaad tussen 2 vloerdelen
Op de foto zijn 2 vloerdelen te zien die tegen elkaar aan liggen. Ze zijn zo neergelegd dat de schuine randen in elkaar passen. De aflopende rand van het ene vloerdeel past dus in de oplopende rand van het andere vloerdeel. Tussen de vloerdelen hangt de afdichtflap die is bevestigd aan het vloerdeel met de oplopende rand. De vloerdelen zijn voorzien van een grof noppenpatroon.
Vorige versie
BWL2013.01.V4 van mei 2021.