OW 2020.01 - Overige technieken pluimvee
Systeembeschrijving van de luchtconditioneringsunit.
Versienummer: OW 2020.01.V1 van januari 2024.
Op deze pagina
- Diercategorie
- Reductiepercentages
- Werkingsprincipe
- Uitvoeringseisen systeem
- Gebruikseisen systeem
- Meetrapporten
- Afbeeldingen
- Vorige versie
Diercategorie
Zie code AP100.3 in bijlage VI van de Omgevingsregeling.
Reductiepercentages
Zie code AP100.3 in bijlage VI van de Omgevingsregeling.
Werkingsprincipe
De luchtconditioneringsunit(s) zorgt/zorgen ervoor dat bij koud weer warme ventilatielucht vanuit de stal inkomende lucht opwarmt en/of dat inkomende lucht bij warm weer wordt gekoeld voordat deze in de stal komt.
Alle uitgaande stallucht wordt via de luchtconditioneringsunit(s) geventileerd.
Voor menging van inkomende lucht met de aanwezige stallucht kan per diercategorie en huisvestingssysteem een andere techniek worden toegepast.
In het condensatievocht dat zich vormt op de pakketten in de luchtconditioneringsunit blijft stof achter. Samen met aanhechting van stof aan de wanden van de kanalen resulteert dit in een reductie van de emissie van fijnstof.
Uitvoeringseisen systeem
De technische uitvoering van het systeem; technische voorzieningen
Huisvestingsvorm
Afhankelijk van diercategorie en huisvestingssysteem.
Verwarmings- en luchtcirculatiesysteem
Er moet sprake zijn van minimaal 1 onderhoudsvriendelijke luchtconditioneringsunit. Bij jonge dieren dient (mogelijk) aanvullende verwarming aanwezig te zijn om de gewenste staltemperatuur te bereiken.
Luchtconditioneringsunit
Luchtconditioneringsunit(s) kunnen zowel buiten naast de stal zijn opgesteld, als binnen in de stal zijn geplaatst.
De luchtconditioneringsunit warmt vers binnenkomende ventilatielucht op alvorens deze in de stal komt en/of koelt inkomende lucht.
Het thermische rendement van de luchtconditioneringsunit is minimaal 70% bij warmtevraag op basis van: (T inblaas –T buiten) / (T afzuig – T buiten) * 100% (T = temperatuur).
Omschrijving
De luchtconditioneringsunit is uitgevoerd volgens het tegenstroomprincipe.
In een kast van isolerend materiaal zijn kunststof kanalen geplaatst. Het contactoppervlak van de kunststof kanalen met de uitgaande stallucht is minimaal 0,04 m2 per m3/uur geïnstalleerde capaciteit. De binnenkomende (koude) lucht stroomt door de kanalen. De uitgaande (warme) stallucht stroomt langs de buitenkant van de kanalen.
Eisen registratie
De volgende registratieapparatuur dient aanwezig te zijn:
- apparatuur voor het registreren van het aanstaan van de luchtconditioneringsunit (urenteller)
- apparatuur voor het registreren van de gerealiseerde temperatuur(curve), binnen-, inblaas- en buitentemperatuur
- apparatuur voor het registreren van het gerealiseerde uitgaande ventilatiedebiet in luchtconditioneringsunit (bijvoorbeeld meetventilatoren)
Gebruikseisen systeem
Instelling capaciteit luchtconditioneringsunit
Dieren met verwarmingsbehoefte
Ingaande luchtstroom: zolang er een warmtebehoefte is in de stal, is de ventilator ingeschakeld. Als er geen verwarming (meer) nodig is, mag de ingaande lucht rechtstreeks de stal worden ingeblazen/ingelaten. De ingaande luchtstroom is afgestemd op de ventilatiebehoefte van de stal.
Uitgaande luchtstroom: de ventilator voor de uitgaande luchtstroom is gedurende de gehele productieperiode ingeschakeld. De capaciteit van de uitgaande luchtstroom wordt gestuurd op basis van de ventilatiebehoefte van de stal. De uitgaande luchtstroom wordt tijdens de gehele productieronde gelijk gehouden aan die van de ingaande luchtstroom.
Dieren zonder verwarmingsbehoefte:
Ingaande luchtstroom: de ingaande luchtstroom is afgestemd op de ventilatiebehoefte van de stal. De ingaande lucht mag rechtstreeks de stal worden ingeblazen/ingelaten.
Uitgaande luchtstroom: de ventilator voor de uitgaande luchtstroom is gedurende de gehele productieperiode ingeschakeld. De capaciteit van de uitgaande luchtstroom wordt gestuurd op basis van de ventilatiebehoefte van de stal. De uitgaande luchtstroom wordt tijdens de gehele productieronde gelijk gehouden aan die van de ingaande luchtstroom.
Ventilatie
Alle ventilatielucht uit het dierenverblijf moet via de luchtconditioneringsunit(s) het gebouw verlaten.
Eisen reiniging
De buitenzijde van de kunststofkanalen in de luchtconditioneringsunit moet na iedere ronde en minimaal 1 keer per week worden gereinigd.
Eisen registratiesysteem
Ten behoeve van een controle op de werking van het systeem moeten de volgende gegevens automatisch worden geregistreerd:
- het aanstaan van de luchtconditioneringsunit en de ventilator hiervan
- de temperatuur(curve)
Meetrapporten
- Wageningen UR LR rapport 621; Maatregelen ter vermindering van fijnstofemissie uit de pluimveehouderij: validatie van een warmtewisselaar op vleeskuikenbedrijven
- Wageningen UR LR Rapport 657; Emissies uit een vleeskuikenstal met strooiselbeluchting en warmtewisselaar. Meetprogramma Integraal Duurzame Stallen
Afbeelding
Let op: deze afbeelding voldoet niet aan de eisen voor digitale toegankelijkheid. Ervaart u hierdoor problemen? Neem dan contact met ons op voor een passende oplossing.
Vorige versie
BWL 2020.01 van maart 2020.