Controle door emissierelevante parameters
Emissierelevante parameters (ERP’s) zijn meetbare of berekenbare grootheden die een directe of indirecte relatie hebben met te beoordelen emissies. In bepaalde gevallen kan het bedrijf met een ERP aantonen dat de emissies voldoen aan de emissiegrenswaarde.
Controle door een ERP
Er zijn 2 typen emissierelevante parameters (ERP's):
- categorie A: parameters die een kwantitatief beeld geven van de emissie
- categorie B: parameters die een indruk geven van de werking van een techniek of proces en een indicatie van de emissie
Dit staat beschreven in artikel 5.29 van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal).
Volgt uit de controlevorm een ERP, dan moet het bedrijf aantonen:
- welke ERP's het bedrijf gebruikt om de emissies van een component te controleren
- binnen welke grenzen van de waarden van de ERP's geen overschrijding van de emissiegrenswaarde plaatsvindt.
Deze punten kan het bedrijf vastleggen in het controleplan.
Categorie A-ERP's
De categorie A-ERP's geven een betrouwbaar kwantitatief beeld van de emissie. Het bedrijf legt eerst de relatie van de ERP met de emissie vast. Daarna kan de ERP eventueel de meting van een bepaalde component vervangen. Het bevoegd gezag kan aan de hand van de resultaten toetsen of de emissie voldoet aan de emissiegrenswaarde.
Een voorbeeld is het continu meten van 'totaal-VOS (vluchtige organische stoffen)' in de afgasstroom in plaats van een bepaalde vluchtige organische component. Een ander voorbeeld is een continue stofmeting als goede maat voor de concentratie zware metalen. Ook kan het bedrijf in een afgasstroom met verschillende componenten in een vaste verhouding de continue meting beperken tot een kwantitatief belangrijke en eenvoudig te meten stof.
Als een categorie-A ERP een continue meting vervangt en controleregime 4 geldt, moet het bedrijf de norm NEN-EN 14181 toepassen. Dit is nodig om de kwaliteitsborging van de continue meetapparatuur en de relatie tussen de ERP en de emissie te borgen.
Een categorie A-ERP kan een continue meting ook geheel vervangen. Een voorbeeld hiervan is het continu bewaken van de grondstof- of brandstofsamenstelling. Op basis van de samenstelling en de gebruikte hoeveelheden grondstoffen of brandstoffen kan het bedrijf de concentratie van bepaalde componenten in het afgas berekenen. Het bedrijf moet de relatie tussen de ERP en de emissie aantonen met een meting aan de installatie. Ook moet het bedrijf deze duidelijk identificeren en documenteren in het controleplan.
De tabel onderaan deze pagina geeft voor diverse processen en technieken aan welke categorie-A ERP's toepasbaar zijn in plaats van continue metingen.
Categorie-B ERP's
De categorie B-ERP's geven een indruk van de werking van een techniek of proces. Daarmee geeft de ERP een indicatie van de emissie. Het gaat hierbij dus niet om de exacte emissie. Voorbeelden van dergelijke ERP's zijn:
- de continue monitoring van de temperatuur van een naverbrander
- het vochtgehalte van een compostfilter
- de drukval over een stoffilter
Het bedrijf moet categorie B-ERP's continu bewaken. Voor een zo goed mogelijk beeld van de werking van een techniek of proces, is het advies om alle beschikbare categorie B-ERP's voor een techniek te bewaken. De tabel op deze pagina geeft voor diverse processen en technieken aan welke ERP's toepasbaar zijn.
Bepalen bandbreedte waarbinnen ERP voldoet
Het is van belang om vooraf te bepalen:
- welke grenswaarde de ERP niet mag over- of onderschrijden, of
- binnen welke bandbreedte de ERP zich mag begeven
De grenswaarde of bandbreedte kan het bedrijf bepalen met:
- de specificaties van de leverancier, of
- de afzonderlijke metingen die volgen uit de controleregimes 1 t/m 4
De afzonderlijke metingen zijn dus voor twee doelen te gebruiken. Het eerste doel is het vaststellen van de emissies. Een tweede doel kan het vastleggen van de relatie tussen de ERP's en de emissie zijn. In dat geval moet het bedrijf de metingen bij de eerste meetsessie uitvoeren onder zoveel mogelijk gevarieerde procesomstandigheden. Vanaf controleregime twee kunnen vervolgmetingen nodig zijn. Dan moet het bedrijf de relatie tussen ERP en emissie ook tijdens deze vervolgmetingen controleren.
Categorie B-ERP beoordeelt werking van techniek of proces
Het bevoegd gezag gebruikt de resultaten van categorie-B ERP's niet om te beoordelen of het bedrijf voldoet aan de emissiegrenswaarde. Het gebruikt ze om te beoordelen of de werking van een techniek of proces of de afgascondities nog voldoen aan vooraf vastgelegde eisen. Het voordeel van categorie B-ERP's is dat een continue monitoring plaatsvindt. Ook kan het bedrijf bij afwijkingen direct actie ondernemen.
Categorie B-ERP en vervangen meting
Eén enkele categorie-B ERP kan geen metingen vervangen. Het bedrijf gebruikt deze naast metingen. Een geschikte combinatie van categorie B-ERP's kan wel dienst doen als een categorie A-ERP. Die combinatie moet in dat geval wel een zeer sterke relatie hebben met de emissiegrenswaarde. Alleen dan kan het bevoegd gezag door het controleren van die categorie B-ERP's controleren of de emissie aan de emissiegrenswaarde voldoet.
Controleregime 0
In controleregime 0 komen geen metingen voor. Voor ERP's onder dit controleregime zijn geen controlemetingen nodig, omdat het gaat om relatief kleine storingsemissies. Naast onderhoud en inspectie is het continu bewaken van de ERP's voldoende.
Overzicht ERP's per reinigingstechniek
De tabel geeft voor diverse processen en reinigingstechnieken de emissierelevante parameters.
Afgasbehandelingstechniek | ERP Categorie: volgnummer(s) | Componenten |
---|---|---|
Thermische naverbranding | A: 1, 2 B: 6, 7, 8, 9, 26 |
VOS, geur |
Katalytische naverbranding | A: 1, 2 B: 6, 7, 8, 9, 27 |
VOS, geur |
Adsorptie | A: 1 B: 6, 7, 9, 10, 11, 12 |
VOS, geur |
Absorptie | A: 1 B: 7, 9, 13, 14, 15, 24, 28 |
VOS, geur |
Biologische reiniging | A: 1 B: 6, 7, 9, 14, 15, 16, 17, 18, 19 |
VOS, geur |
Diepkoeling | A: 1 B: 6, 7, 13 |
VOS |
Membraanscheiding | A: 1 B: 7, 9, 10 |
VOS |
Cycloon | A: - B: 7, 9, 20, 29, 30, 31 |
Stof/ aerosolen* |
Stoffilter | A: - B: 7, 9, 12, 21, 31 |
Stof/ aerosolen* |
Elektrostatische stofafscheider | A: - B: 7, 21, 22 |
Stof aerosolen* |
Natte stofvanger | A: - B: 7, 9, 12,13 |
Stof/ aerosolen* |
Diepbedfilter | A: - B: 7, 9, 10 |
Stof/ aerosolen* |
Keramisch filter | A: - B: 7, 9, 12, 10 |
Stof/ aerosolen* |
Droge rookgasreiniging | A: - B: 7, 12, 23 |
Anorganische stoffen |
Natte gasreiniging | A: - B: 7, 9, 13, 24 |
Anorganische stoffen |
Gasreiniging met ozon | A: - B: 7, 22, 25 |
Geur |
DeNOx (katalytisch) | A: - B: 7, 32, 33 |
NOx |
Milieuzorg | A: 3, 4, 5 B: 34 |
Diverse componenten |
* Onder 'stof' en 'aerosolen' wordt verstaan deeltjes met elke vorm, dichtheid en structuur die onder de omstandigheden ter plaatse van het monsternemingspunt zwevend in de gasfase voorkomen.
Overzicht ERP's van categorie A en categorie B
Categorie A-ERP's
1. Totale VOS concentratie (bv. FID, PID) na afgasreiniging
2. Concentratie CO
3. Grondstofsamenstelling (bv. voedingsolie roetfabrieken)
4. Brandstofsamenstelling (bv. S-gehalte kolen/cokesovengas)
5. Massabalans ter controle van een uurvrachteis (bv. bij chemisch nikkelbad)
Categorie B-ERP's
6. Temperatuur verbrandingskamer/adsorptievat/biofilter/koelvloeistof, enzovoort
7. Debiet van te behandelen/verbranden afgasstroom
8. Debiet of verbruik bijstook (meestal gas)
9. Drukval over reactor, membraan
10. Bedrijfstijd/standtijd (filtermateriaal)
11. Relatieve vochtigheid van afgasstroom
12. Temperatuur van te behandelen afgasstroom
13. Debiet vloeistofcirculatie
14.Temperatuur van te behandelen gasstroom na afgasreiniging
15. pH van wasvloeistof/biofilter/actief slibtank/buffertank
16. Vochtgehalte biofilter
17. Vochtgehalte afgas voor afgasreiniging
18. Stofgehalte afgas voor afgasreiniging
19. Maximale temperatuur van het biofilter in de loop van de tijd
20. Goede stofafvoer uit hopper
21. Controle op goede werking van het klopmechanisme
22. Elektrische spanning of stroom over apparaat
23. Toeslag voor droge stof (kg/uur) of suspensie (m3/uur)
24. Concentratie van het reagens in de wasvloeistof
25. Ozonconcentratie in afgas van gasreiniging
26. Omschakeltijden bij meerdere bedden
27.Katalysatorconditie (leeftijd, veroudering, vergiftiging)
28.Concentratie van de te absorberen vloeistof in de wasvloeistof
29. Niveaumeting
30. Gewichtmeting
31. Kwalitatieve/indicatieve stofmeting
32. Meting of dosering NH3
33. Katalysatortemperatuur
34. Productiebeperking (bijvoorbeeld: als de productie beneden waarde x blijft, dan blijft de emissie beneden waarde v)
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.