Niet-reguliere emissies naar de lucht vanuit een milieubelastende activiteit

Niet-reguliere emissies

Niet-reguliere emissies zijn emissies veroorzaakt door bijzondere omstandigheden. Zoals:

• onderhoud
• schoonmaak
• ongelukken
• start- en stopprocedures die weinig voorkomen (bijvoorbeeld voor continue processen)
• storingen

Emissies van opstarten en stoppen van de installatie waarvoor het bedrijf een emissiebeperkende techniek gebruikt, kan vallen onder de reguliere emissies.

Eisen stellen aan niet-regulier emissies

Het bevoegd gezag kan voor niet-reguliere emissies naar de lucht eisen stellen om deze emissies te beperken. Dit kan via een maatwerkvoorschrift, vergunningvoorschrift of via een maatwerkregel in het omgevingsplan. Dit volgt uit artikel 2.12 en 2.13 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Bij het stellen van eisen aan niet-reguliere emissies kan het bevoegd gezag denken aan onderstaande maatregelen.

Bij storing de bedrijfsactiviteit zo snel mogelijk stoppen

Emissies veroorzaakt door niet-reguliere bedrijfsvoering moeten zo min mogelijk voorkomen. Bij storingen moet de activiteit zo snel mogelijk te stoppen als blijkt dat de emissiebeperkende techniek faalt. Dit moet wel verantwoord zijn vanuit het oogpunt van bijvoorbeeld veiligheid of milieu.

Uitschakelen van emissiebeperkende technieken zoveel mogelijk voorkomen

Het bedrijf moet het uitschakelen van emissiebeperkende technieken zoveel mogelijk voorkomen. Maar dit is niet altijd nodig. Voorbeelden hiervan zijn:

• onderhoudswerkzaamheden aan de emissiebeperkende techniek, die niet mogelijk zijn tijdens reguliere stops en die nodig zijn om de goede werking van de emissiebeperkende techniek te garanderen
• storingen aan de emissiebeperkende techniek
• storing in het proces die de emissiebeperkende techniek beperkt in zijn werking

Een storing aan een emissiebeperkende techniek moet het bedrijf zo snel mogelijk oplossen.

Emissiebeperkende technieken geschikt maken voor opstarten en stoppen van een installatie

Uitgangspunt is dat technieken voor het beperken van emissies ook geschikt moeten zijn om de emissies te beperken bij het opstarten en stoppen. Afwijken hiervan kan nodig zijn als de emissies en procesomstandigheden bijzonder afwijken van de emissies bij reguliere bedrijfsvoering. En wanneer de veiligheid in gedrang komt.

Evalueren oorzaak niet-reguliere emissies

Bij emissies door niet-reguliere bedrijfsvoering is het belangrijk de oorzaken bij te houden. Om herhaling van storingen te voorkomen, kan een bedrijf maatregelen nemen. Bijvoorbeeld in het inspectie- en onderhoudsplan. Denk aan versnelde inspecties en preventief onderhoud.

Maatregelen bij bedrijven met grote emissies

Voor bedrijven met hoge emissies kan het bevoegd gezag denken aan onderstaande maatregelen. Hierbij is de verhouding tussen de reguliere emissievracht en de emissie bij storingen van belang. In plaats van deze maatregelen kan het bevoegd gezag ook kiezen voor een door het bevoegd gezag goedgekeurd plan over hoe het bedrijf omgaat met storingsemissies.

Maximum stellen aan duur of vracht niet-reguliere emissies

Het is aan te raden een maximum te stellen aan de duur van een periode met emissies door niet-reguliere bedrijfsvoering. Het bevoegd gezag kan daarnaast een maximum stellen aan:

• het totaal aantal uren voor niet-reguliere emissies per jaar
• de totale jaarvracht veroorzaakt door de reguliere emissies plus de niet-reguliere emissies

Beheersen van de totale jaarvracht door de reguliere emissies plus de niet-reguliere emissies, is een aandachtspunt bij vergunningverlening. Het dubbel of modulair uitvoeren van de emissiebeperkende techniek is een mogelijke oplossing. Dit voorkomt ook emissies bij onderhoud.

Dubbel of modulair uitvoeren van een emissiebeperkende techniek

Het dubbel uitvoeren van een emissiebeperkende techniek houdt in dat het bedrijf de emissiebeperkende techniek 2 keer installeert. Het bedrijf gebruikt de tweede installatie niet onder normale procesomstandigheden, maar zet deze alleen in bij storing aan de 1^e installatie.

Een modulaire uitvoering bestaat uit het installeren van meerdere kleine eenheden van de emissiebeperkende techniek. Al deze kleine eenheden zijn in gebruik onder normale procesomstandigheden. Als er bij 1 van de kleinere eenheden een storing optreedt, dan zal de emissie tijdelijk iets hoger zijn. Maar de nog werkende eenheden zullen de omvang van de storingsemissie beperken.