Gebruik van bouwwerken: gasverbrandingsinstallaties
Bij het gebruik van een bouwwerk gelden regels voor gasverbrandingsinstallaties. Ze gaan over wanneer alleen een gecertificeerd bedrijf werkzaamheden aan zo’n installatie mag verrichten en over certificering. De regels staan in het Besluit bouwwerken leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bbl) en het Besluit kwaliteit leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bkl).
Gasverbrandingsinstallaties
Er zijn eisen voor werkzaamheden aan gebouwgebonden gasverbrandingstoestellen en bijbehorende voorzieningen voor rookgasafvoer en verbrandingsluchttoevoer (artikel 6.45 Bbl). Die mogen soms alleen worden uitgevoerd als er een certificaat voor is. Alleen verbrandingstoestellen op gas dat bestaat uit koolstofverbindingen, vallen onder het artikel. Verder betreft het alle vormen van gasverbrandingstoestellen voor ruimteverwarming of warmtapwaterbereiding. Denk aan cv-ketels, geisers, gasboilers, moederhaarden en gas-sfeerhaarden.
Werkzaamheden aan niet-gebouwgebonden (verwarmings-) voorzieningen vallen niet onder de reikwijdte van dit artikel. Denk aan heteluchtkanonnen, terraskachels en andere losse gaskachels, gasfornuizen en gaskooktoestellen. Ook werkzaamheden aan gasleidingen, expansievaten of radiatoren vallen er niet onder. Deze mogen dus wel worden uitgevoerd door niet-gecertificeerde partijen. Uiteraard moeten de werkzaamheden aan de geldende voorschriften voldoen.
Werkzaamheden door gecertificeerd bedrijf
Zijn er werkzaamheden aan een gebouwgebonden gasverbrandingstoestel en bijbehorende voorzieningen voor de toevoer van verbrandingslucht en de afvoer van rookgas? Dan moeten de volgende werkzaamheden gebeuren door een gecertificeerd bedrijf (artikel 6.45, lid 2 Bbl):
- installeren van gasverbrandingstoestellen, verbrandingsluchttoevoervoorzieningen of rookgasafvoervoorzieningen
- repareren van de toestellen onder punt 1
- het onderhouden van de toestellen onder punt 1
- in bedrijf stellen en vrijgeven voor gebruik van een gasverbrandingstoestel na de werkzaamheden
Het is verboden om deze werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren zonder certificaat voor die werkzaamheden (artikel 6.45, lid 1 van het Bbl). Dit heeft tot gevolg dat een bedrijf alleen gerechtigd is om die werkzaamheden te verrichten waarvoor een certificaat is verkregen.
Werkzaamheden die niet onder het verbod vallen
Eenvoudige handelingen
Eenvoudige handelingen aan gasverbrandingstoestellen, verbrandingsluchttoevoervoorzieningen en rookgasafvoervoorzieningen vallen niet onder het verbod. Het gaat daarbij om handelingen die niet gezien kunnen worden als installatie, reparatie en onderhoud. En die geen direct gevaar voor het vrijkomen van koolmonoxide opleveren. Denk aan het gebruiken van de resetknop, het bijvullen van cv-water, de stekker van de cv-ketel uit het stopcontact halen, het vervangen van batterijen en het instellen van de timer of thermostaat. Deze handelingen mogen bijvoorbeeld de bewoners zelf doen.
Stookinstallaties van het Besluit activiteiten leefomgeving
Het verbod geldt niet voor werkzaamheden aan een gasgestookte stookinstallatie met een nominaal vermogen van meer dan 100 kW (artikel 6.45, lid 3, onder a Bbl). Die installaties vallen onder paragraaf 3.2.1 van het Besluit activiteiten leefomgeving en onder het keuringsregime dat dat besluit voorschrijft. Dat keuringsregime gaat ook over veiligheid en koolmonoxide.
Werkzaamheden voor verkrijgen certificaat of accreditatie
Het verbod geldt niet voor werkzaamheden voor het verkrijgen van een certificaat of accreditatie (artikel 6.45, lid 3, onder b Bbl). Denk aan een praktijktoets die een installateur moet doen om een certificaat te krijgen.
Bedrijven met certificaat van instelling die geen certificaten meer mag afgeven
Het kan zijn dat een instelling die certificaten afgeeft zijn status van ‘certificerende instelling’ verliest. De instelling mag dan geen certificaten meer afgeven of controles doen op eerder afgegeven certificaten. Bedrijven die een certificaat hebben gekregen van een instelling die die status heeft verloren, moeten zich dan opnieuw laten certificeren bij een instelling die wel certificaten mag afgeven. De bedrijven mogen nog wel blijven werken met het certificaat dat ze hebben gekregen van de instelling die de status van certificerende instelling heeft verloren. Dat mag gedurende 6 maanden na het vervallen van die status. Of korter als het certificaat eerder dan die 6 maanden verloopt (artikel 6.45, lid 4 Bbl).
Werkzaamheden die al vóór 1-1-2024 zijn begonnen
Het verbod geldt niet voor werkzaamheden die al zijn begonnen vóór 1 januari 2024 (artikel 6.48 Bbl).
Gecertificeerde bedrijven
Alleen gecertificeerde bedrijven mogen de genoemde werkzaamheden uitvoeren. Bedrijven kunnen een certificaat krijgen van een certificerende instelling. Bedrijven met zo’n certificaat moeten werken volgens een goedgekeurd certificatieschema. Gecertificeerde bedrijven staan in het register gasverbrandingsinstallaties (artikel 11.25 Bkl).
Duidelijk herkenbaar zijn als gecertificeerd bedrijf
Gecertificeerde bedrijven zijn verplicht om een voorgeschreven beeldmerk te gebruiken. Zo is het voor consumenten duidelijk dat zij te maken hebben met een (monteur van een) gecertificeerd bedrijf (artikel 6.47, lid 1 Bbl). Het beeldmerk staat in bijlage XVIII van de Omgevingsregeling.
De gecertificeerde bedrijven moeten het beeldmerk gebruiken op alle uitingen over de werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties (zoals briefpapier, offertes, website, bedrijfswagen) en als ze zich legitimeren bij klanten. Het is verboden het beeldmerk te gebruiken wanneer iemand geen certificaat heeft.
Dit staat in artikel 5.53 van de Omgevingsregeling.
Koolmonoxide melden
Constateert een installateur dat uit de gasverbrandingsinstallatie koolmonoxide vrijkomt in een ruimte waarin zich mensen kunnen bevinden? Dan moet hij dit per direct melden bij de bewoner of gebruiker en eigenaar van het gebouw, het bevoegd gezag en de certificerende instelling (artikel 6.46 Bbl). Dat moet gebeuren bij een concentratie koolmonoxide van meer dan 20 ppm (artikel 5.52 Omgevingsregeling).
Certificerende instellingen
Alleen instellingen die de status van ‘certificerende instelling’ hebben, mogen certificaten afgeven. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) wijst die status aan (artikel 3.74, lid 1 Bkl). Om die status te krijgen moet de instelling wel voldoen aan voorwaarden. Die voorwaarden staan in artikel 3.74, lid 2 van het Bkl. Zo moet de instelling een accreditatie hebben.
De aanvraagvereisten voor het aanvragen van de status staan in artikel 3.44 van de Omgevingsregeling. Binnen 8 weken beslist de minister van BZK op een aanvraag (artikel 3.74, lid 1 Bkl). Er geldt geen 'lex silencio positivo' (artikel 10.26a Omgevingsbesluit).
Instellingen met de status van ‘certificerende instelling’ staan in het register gasverbrandingsinstallatie (artikel 11.25 Bkl).
Accreditatie
Een van de voorwaarden om de status van ‘certificerende instelling’ te krijgen, is dat de instelling een accreditatie moet hebben (volgens NEN-EN-ISO/IEC 17065) voor een goedgekeurd certificatieschema. De Raad voor Accreditatie geeft die accreditaties af.
Jaarlijks verslag
Certificerende instellingen moeten jaarlijks voor 1 maart een verslag naar de minister van BZK sturen over de verrichte werkzaamheden in het afgelopen kalenderjaar. In het verslag moet in ieder geval de volgende informatie staan:
- een overzicht van de uitgevoerde controles en de resultaten van elke controle
- door de instelling afgegeven, ingetrokken en geschorste certificaten
- wijzigingen in de voor de instelling relevante accreditaties, reglementen en procedures
- knelpunten die zich in de uitvoeringspraktijk hebben voorgedaan
- hoeveelheid en aard van de ontvangen klachten en de wijze van afhandeling daarvan
- ingediende bezwaren en ingestelde beroepen op beslissingen (op bezwaar) van de instelling over al dan niet verleende certificaten. Ook informatie over de wijze van afhandeling daarvan
- de ontvangen koolmonoxidemeldingen van gecertificeerde bedrijven:
- de gemeten concentratie koolmonoxide
- een beschrijving van de ruimte waarin de concentratie is gemeten
Dit staat in artikel 11.26, lid 4 van het Bkl en artikel 3.49 van de Omgevingsregeling.
Andere informatie toesturen
Naast het verslag moeten certificerende instellingen ook nog andere informatie naar de minister van BZK toesturen. Het gaat om informatie:
- voor in het register gasverbrandingsinstallaties
- in het geval de certificerende instelling in staat van faillissement verkeert of in surseance van betaling
- waarom de minister van BZK verzoekt om zijn taak op dit onderwerp goed uit te kunnen voeren
Artikel 11.26 van het Bkl regelt dit.
Certificatieschema’s
Een certificatieschema geeft aan hoe certificerende instellingen te werk moeten gaan. Denk aan het uitvoeren van controles op de gecertificeerde bedrijven. Zo’n schema geeft ook aan dat gecertificeerde bedrijven vakbekwaam moeten zijn en hoe ze te werk moeten gaan. Denk aan het meten van de concentratie koolmonoxide vóór het verrichten van de werkzaamheden aan de gasverbrandingsinstallatie. Wat er precies in een certificatieschema moet staan, staat in het Bkl en de Omgevingsregeling (artikel 3.75 Bkl en artikelen 3.45, 3.46 en 3.47 Omgevingsregeling).
Een certificatieschema moet goedgekeurd zijn door de minister van BZK. De aanvraagvereisten voor het aanvragen van een goedkeuring staan in artikel 3.48 van de Omgevingsregeling. Binnen 8 weken beslist de minister van BZK op de aanvraag (artikel 3.75, lid 1 Bkl). Er geldt geen 'lex silencio positivo' (artikel 10.26a Omgevingsbesluit).
De goedgekeurde certificatieschema’s staan in het register gasverbrandingsinstallaties (artikel 11.25 Bkl).
Regels bij nieuwbouw en verbouw
Er gelden nog andere regels voor gasverbrandingsinstallaties bij nieuwbouw en verbouw (onder 'Bouwwerkinstallaties' op die pagina’s).
Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.