Toepassingsbereik en melding gesloten bodemenergiesystemen (paragraaf 4.111 Bal)

Let op: deze regels gelden alleen als het gaat om een activiteit die valt onder paragraaf 3.2.6 Bodemenergiesystemen.

Toepassingsbereik: dit valt eronder

De regels in paragraaf 4.111 gelden voor de activiteit:

• aanleggen van een gesloten bodemenergiesysteem
• gebruiken van een gesloten bodemenergiesysteem

Een gesloten bodemenergiesysteem onttrekt met een circulatievloeistof door gesloten leidingen warmte of koude aan de bodem. De circulatievloeistof komt niet in contact met het grondwater. De installatie is voor de verwarming of koeling van ruimten in bouwwerken door middel van warmtewisselaars en warmtepomp(en).

Melding

Het is verboden deze activiteit te starten zonder dit ten minste 4 weken van tevoren te melden. In de melding staan algemene gegevens (zie hiervoor Meldingsplicht milieuregels Bal).

Verder dienen de volgende gegevens gemeld te worden;

• een plattegrondtekening en situatietekening met daarop de ligging van de bodemlussen en het middelpunt. de tekeningen (schaal 1:1000) geven de lussen van het systeem weer, het middelpunt en de einddiepte van het systeem
• de einddiepte van de bodemlussen onder het maaiveld in meters
• de lengte van de bodemlussen in meters en
• de coördinaten van de bodemlussen en het middelpunt van het bodemenergiesysteem.

Ten minste vier weken voordat de activiteit op een andere manier wordt verricht dan overeenkomstig die gegevens die al gemeld zijn moeten deze wijzigingen gemeld worden bij het bevoegd gezag.

Gegevens en bescheiden (voor start activiteit)

Ten minste 4 weken voor de start van de activiteit verstrekt de initiatiefnemer ook de volgende gegevens en bescheiden:

• naam en adres van degene die het gesloten bodemenergiesysteem ontwerpt, installeert en aanlegt en van degene die de boringen verricht.
• de verwachte datum van het begin van:
  • het boren
  • het aanleggen van het ondergrondse deel van het bodemenergiesysteem en
  • het aanleggen van het bovengrondse deel van het bodemenergiesysteem
• de naam en het adres van degene die:
  • het ondergrondse deel van het bodemenergiesysteem ontwerpt
  • het bovengrondse deel van het bodemenergiesysteem ontwerpt
  • de boringen verricht
  • het ondergrondse deel van het bodemenergiesysteem aanlegt en
  • het bovengrondse deel van het bodemenergiesysteem aanlegt
• de soort circulatievloeistof die in het bodemenergiesysteem wordt toegepast
• gegevens waaruit blijkt dat het gebruiken van het bodemenergiesysteem niet leidt tot negatieve interferentie met bodemenergiesystemen in de omgeving waarvoor een melding is gedaan of een omgevingsvergunning is verleend. Hiervoor moet de initiatiefnemer tijdig navraag doen bij het bevoegd gezag
• een verklaring van degene die het bodemenergiesysteem ontwerpt of aanlegt over het energierendement, uitgedrukt als de SPF, dat het systeem zal behalen. Het erkende bedrijf dat het systeem aanlegt, geeft een verklaring af toe over het energierendement dat het gesloten energiesysteem zal halen. Dat rendement is uitgedrukt als Seasonal Performance Factor (zie artikel 4.1144 Bal) én
• informatie over het bodemzijdig vermogen van het bodemenergiesysteem en de omvang van de behoefte aan warmte en koude waarin het systeem volgens het ontwerp zal voorzien.

Indien de bovenstaande gegevens wijzigen dient onmiddellijk het bevoegd gezag te worden geïnformeerd.

Gegevens en bescheiden (na afloop activiteit)

Wil de initiatiefnemer de activiteit beëindigen? Dan geeft hij of zij 4 weken voor beëindiging aan het bevoegd gezag de volgende gegevens door:

• gegevens over de manier waarop het gesloten bodemenergiesysteem buiten gebruik wordt gesteld
• naam en het adres van degene die de werkzaamheden gaat verrichten, zodat het bevoegd gezag kan controleren of dat bedrijf erkend is voor die werkzaamheden.

Dit staat in artikel 4.1146, Bal.

Voorschriften

Naast toepassingsbereik en melding gelden er bepaalde voorschriften. Deze vindt u op de pagina Voorschriften gesloten bodemenergiesystemen.