Luchtvoorschriften grootschalig tanken van voertuigen, vliegtuigen of werktuigen met vloeibare brandstoffen (paragraaf 4.40 Bal)
Voor grootschalig tanken van voertuigen, vliegtuigen of werktuigen met vloeibare brandstoffen gelden luchtvoorschriften uit paragraaf 4.40 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Het gaat om een benzinedampterugwinning bij tankstations: dampretour fase II.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In hoofdstuk 3 en 4 van het Bal staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.40 valt, en
- als hoofdstuk 3 van het Bal deze voor uw activiteit aanwijst.
Dampretour fase II verplicht
Een tankstation moet voorzien zijn van een fase II-benzinedampterugwinningssysteem dat de benzinedamp afvangt. Deze verplichting geldt niet in de volgende gevallen:
- afleverinstallaties met een doorzet van minder dan 500 m3 per jaar
- afleverinstallaties met een doorzet van minder dan 100 m3 per jaar onder permanente woon- of kantoorgebouwen
- tankstations voor het leveren van brandstof bij het maken en afleveren van nieuwe motorvoertuigen voor het wegverkeer
- een kleine tankstation waarvoor overgangsrecht geldt en waar motorvoertuigen voor het wegverkeer met benzine worden getankt.
Het bedrijf maakt met bijvoorbeeld een sticker of een uithangbord duidelijk dat er een dampretour-fase II-systeem is. Dit volgt uit artikel 4.518 en 4.520 van het Bal.
Eisen aan een dampretour fase II
In artikel 4.519 van het Bal staan de eisen waaraan een dampretour-fase II-systeem moet voldoen. Een dampretour fase II heeft een afvangrendement van lichte olie van 85%. Ook heeft dit systeem een damp/lichte olie-verhouding tussen 0,95 en 1,05. Verder heeft het systeem een keurmerk waaruit blijkt dat het systeem is goedgekeurd door een inspectie-instantie met een accreditatie volgens NEN-EN-ISO/IEC 17020 voor NEN-EN 16321-1 en NEN-EN-16321-2.
Afvangrendement en damp/benzineverhouding
Het afvangrendement is het verschil tussen de hoeveelheid benzinedamp die:
- afgevangen is door het dampretour-fase II-systeem
- in de buitenlucht zou komen zonder een dampretour-fase II-systeem
Dit verschil wordt uitgedrukt in een percentage.
De damp/benzineverhouding is de verhouding tussen:
- het volume van benzinedamp bij atmosferische druk die door een dampretour-fase II-systeem loopt
- het volume van de geleverde benzine
Controle dampretoursysteem
Het bedrijf moet het dampretour systeem 1 keer per jaar controleren op de goede werking. Bij een automatisch systeem en voor kleine tankstations die onder het overgangsrecht vallen is de frequentie 1 keer per 3 jaar. De testprocedure moet voldoen aan de NEN-EN-16321-2.
Eisen aan een automatisch bewakingssysteem
In artikel 4.519 lid 5 van het Bal staan de eisen waaraan een automatisch bewakingssysteem moet voldoen. Deze zijn:
- opsporen van storingen van het automatisch bewakingssysteem en in het functioneren van het dampretour- fase II- systeem
- melden van de storingen aan diegene die de activiteit verricht
- automatisch stoppen van de toevoer van benzine naar de tankzuil als de storing niet binnen 7 dagen is verholpen
Maatwerk voor geur en benzeen
Bij een tankstation is mogelijk sprake van geurhinder of emissie van benzeen. Het Bal stelt hier geen eisen aan. Wel kan het bevoegd gezag hier aanvullende eisen aan stellen om deze emissies te beperken. Dit kan via een maatwerkvoorschrift dat geldt voor het tankstation of via een maatwerkregel in het omgevingsplan. Dit volgt uit artikel 2.12 en 2.13 van het Bal.
Overgangsrecht
Kleine tankstations die voor 1 januari 2012 in werking waren kunnen uitgezonderd zijn van de verplichting voor een dampretour-fase II-systeem. Ook kunnen deze tankstations een lagere controlefrequentie hebben voor het dampretour systeem. Het moet dan wel om een tankstation gaan met een doorzet van minder dan 3000 m3 benzine per jaar.
Dit overgangsrecht geldt niet voor tankstations die een ingrijpende verbouwing hebben ondergaan. Dit is het geval als het geheel van de tanks, pompen en leidingen van de afleverinstallatie sterk wordt gewijzigd of vernieuwd. Denk hierbij aan situaties waarbij voor werkzaamheden de vloeistofdichte vloer moet worden opengebroken.
Let op: er gelden ook andere voorschriften
Naast luchtvoorschriften gelden ook andere voorschriften. Deze vindt u op de pagina Inhoudelijke regels grootschalig tanken van voertuigen, vliegtuigen of werktuigen met vloeibare brandstoffen.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.