Constructie bouwwerk na het bouwen regelmatig beoordelen

Verplichting geldt voor bepaalde bouwwerken

Het beoordelen van de constructieve veiligheid moet gebeuren voor een bestaand bouwwerk met een of meerdere van de volgende gebruiksfuncties:

• bijeenkomstfunctie
• onderwijsfunctie
• sportfunctie
• overige gebruiksfunctie voor personenvervoer

Dit staat in artikel 5.62 van de Omgevingsregeling in combinatie met artikel 3.6a van het Bbl.

Minstens 5.000 personen

De verplichting geldt alleen als het bouwwerk bedoeld is voor minstens 5.000 personen in een of meerdere van de opgesomde gebruiksfuncties. Dat zijn bouwwerken die onder gevolgklasse 3 van de NEN-EN 1990 vallen. Gevolgklasse 3 betekent dat de persoonlijke gevolgen groot kunnen zijn als er constructief iets misgaat met het bouwwerk.

Stel dat een bouwwerk bestaat uit een bijeenkomstfunctie en een onderwijsfunctie. Dan telt u het aantal personen voor die gebruiksfuncties bij elkaar op om te weten of het minstens 5.000 is. Het aantal personen in een nevengebruiksfunctie van een opgesomde gebruiksfunctie telt niet mee.

Stel dat in het bouwwerk ook een gebruiksfunctie voorkomt die niet in de opsomming staat (zoals een kantoorfunctie). Dan telt het aantal personen in zo'n gebruiksfunctie niet mee.

Met de informatie in de gebruiksmelding is te achterhalen of het om minstens 5.000 personen gaat. Die melding is (al bij een lager aantal) verplicht voor de opgesomde gebruiksfuncties en moet een opgave bevatten van het maximale aantal personen.

Geen verplichting voor bouwwerk dat vóór 1 januari 1950 is gebouwd

De verplichting geldt niet voor een bouwwerk dat vóór 1 januari 1950 nieuw was gebouwd. Maar alleen als:

• vanaf die datum de draagconstructie niet veranderd is bij een verbouwing
• vanaf die datum geen wijziging van de gebruiksfunctie is geweest. Bijvoorbeeld een oud industriegebouw dat nu een bijeenkomstgebouw is.
• het gebruiksgebied van het bouwwerk geheel voorzien is van uitwendige scheidingsconstructies. Een open voetbalstadion of stationsgebouw heeft dat bijvoorbeeld niet en valt dus niet onder de uitzondering.

Eerste beoordeling

De eerste beoordeling moet plaatsvinden volgens de NTA 8790. De beoordeling richt zich op constructie-onderdelen waarvan het risico voor de veiligheid van personen groot is als ze zouden bezwijken.

In het rapport met bevindingen moet minstens het volgende staan:

• een beschrijving van de uitgevoerde beoordeling
• een overzicht van de documenten die zijn gebruikt bij de beoordeling zoals tekeningen en berekeningen
• een verklaring van de beoordelaar met een van de volgende conclusies:
  1. Er is op te vertrouwen dat het bouwwerk voldoet aan de regels voor de constructieve veiligheid van bestaande bouwwerken in paragraaf 3.2.1 en paragraaf 3.2.2 van het Bbl.
  2. Het bouwwerk voldoet niet aan paragraaf 3.2.1 of paragraaf 3.2.2 van het Bbl met vermelding van de geconstateerde afwijkingen. De eigenaar van het bouwwerk zal er dan voor moeten zorgen dat het bouwwerk alsnog aan die regels zal voldoen.
  3. Er is op te vertrouwen dat niet meer dan 500 personen gelijktijdig gevaar lopen bij het bezwijken van een constructieonderdeel. Deze conclusie komt erop neer dat het bouwwerk toch geen gevolgklasse 3 is van de NEN-EN 1990.
• een plan voor de volgende beoordelingen van het bouwwerk (volgens de NTA 8790) waarin ook de frequentie van die volgende beoordelingen moet staan. De frequentie is afhankelijk van de risico’s en ligt tussen de 3 en 10 jaar (dit volgt uit de NTA 8790). Een plan is niet verplicht als een verklaring onder 3. is afgegeven want het gaat dan niet om gevolgklasse 3.

Het rapport van de eerste beoordeling moet naar het bevoegd gezag toe. Dat moet uiterlijk 1 week nadat de beoordelaar het rapport vaststelt.

Wanneer eerste beoordeling

Wanneer de eerste beoordeling moet zijn uitgevoerd, hangt af van wanneer het bevoegd gezag is geïnformeerd over het beëindigen van de bouwwerkzaamheden.

Is dat informeren vóór 1 juli 2024 gebeurd? Dan moet de eerste beoordeling van het bouwwerk vóór 1 juli 2025 plaatsvinden (inclusief rapportage). Dat volgt uit artikel 5.66 van de Omgevingsregeling.

Is dat informeren op of na 1 juli 2024 gebeurd? Dan moet de eerste beoordeling binnen 3 jaar plaatsvinden na de datum van dat informeren. Dat volgt uit artikel 5.63 van de Omgevingsregeling.

Regelmatig opnieuw beoordelen

Na de eerste beoordeling zijn volgende beoordelingen naar de constructieve veiligheid verplicht. Behalve als uit de eerste beoordeling volgt dat het geen gevolgklasse 3 is (zie conclusie bij 3. hiervoor).

Zo'n volgende beoordeling moet plaatsvinden volgens de NTA 8790 en volgens het plan dat bij de eerste beoordeling is gemaakt (artikel 5.64 Omgevingsregeling). Daarin staat hoe vaak de volgende beoordelingen moeten plaatsvinden.

In het rapport met bevindingen moet minstens het volgende staan:

• een beschrijving van de uitgevoerde beoordeling
• een overzicht van de documenten die zijn gebruikt bij de beoordeling zoals tekeningen en berekeningen
• een verklaring van de beoordelaar met een van de volgende conclusies:
  • Er is op te vertrouwen dat het bouwwerk voldoet aan de regels voor de constructieve veiligheid van bestaande bouwwerken in paragraaf 3.2.1 en paragraaf 3.2.2 van het Bbl.
  • Het bouwwerk voldoet niet aan paragraaf 3.2.1 of paragraaf 3.2.2 van het Bbl met vermelding van de geconstateerde afwijkingen. De eigenaar van het bouwwerk zal er dan voor moeten zorgen dat het bouwwerk alsnog aan die regels zal voldoen.
• een geactualiseerd plan voor de volgende beoordelingen als de beoordelaar dat nodig vindt

Het rapport van de beoordeling moet naar het bevoegd gezag toe. Dat moet uiterlijk 1 week nadat de beoordelaar het rapport vaststelt.

Beoordelaar moet onafhankelijk en geregistreerd zijn

Een beoordeling mag alleen plaatsvinden door een bedrijf dat voldoet aan de volgende voorwaarden:

• Het bedrijf is organisatorisch, financieel en juridisch niet betrokken bij het eigendom of het gebruik van het bouwwerk
• Het bedrijf is niet betrokken (geweest) bij de nieuwbouw of verbouw van het bouwwerk of het toezicht daarop.

De persoon die beoordeelt moet een registratie hebben voor het deskundigheidsgebied registerontwerper of registertoetser B in het register van de Stichting Constructeursregister.

Dit staat in artikel 5.65 van de Omgevingsregeling.

Handhaving

Het bevoegd gezag kan handhavend optreden als bijvoorbeeld:

• er geen rapport is binnen 3 jaar na het beëindigen van de bouwwerkzaamheden
• het rapport niet voldoet aan de eisen die hiervoor zijn genoemd
• de eigenaar er niet (tijdig) voor zorgt dat het bouwwerk voldoet aan het Bbl