Wering van vocht: regels bij bestaande bouw
Het Besluit bouwwerken leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bbl) geeft regels over het voorkomen van vochtoverlast in verblijfsruimten, toiletruimten en badruimten, door vocht van buiten en vocht van binnen.
Vocht van buiten
Vocht van buiten is neerslag, grondwater en oppervlaktewater. Dus het gaat ook om de waterdichtheid van een gebouw dat aan het water grenst zoals een drijvend bouwwerk. Voor bijna alle gebruiksfuncties geldt het volgende:
- De uitwendige scheidingsconstructie (zoals dak of gevel) van een verblijfsruimte, toiletruimte en badruimte moet waterdicht zijn. Ook de vloer boven de kruipruimte moet in zo’n ruimte waterdicht zijn (artikel 3.64, lid 1 en 2 Bbl).
- De inwendige scheidingsconstructie van een verblijfsruimte, toiletruimte en badruimte moet waterdicht zijn. Dat geldt alleen als die scheidingsconstructie niet grenst aan een andere verblijfsruimte, toiletruimte of badruimte (artikel 3.64, lid 3 Bbl).
Voor een industriefunctie, overige gebruiksfunctie en bouwwerk geen gebouw zijnde gelden deze regels in principe niet. Zoals een fabriekshal, een schuurtje of een carport. Maar let op bij een inwendige scheidingsconstructie. Dat kan bijvoorbeeld tussen een kantoor (kantoorfunctie) en een fabriekshal (industriefunctie) zijn. De regel geldt in dat geval wel voor het kantoor.
Voor het bepalen van de waterdichtheid geldt de NEN 2778.
Vocht van binnen
Vocht van binnen is het vocht dat vrijkomt bij het gebruik van het gebouw. Bijvoorbeeld door het koken van eten, het douchen en het vocht dat de longen uitademen.
In een badruimte moeten de wanden, kozijnen en deuren tot een hoogte van 1 m en de volledige vloer waterafstotend zijn (artikel 3.65 Bbl). Dat betekent dat van zo'n wand, kozijn, deur en vloer:
- de gemiddelde wateropname maximaal 0,01 kg/(m2·s½) mag zijn en
- de wateropname op iedere plek maximaal 0,2 kg/(m2·s½) mag zijn
Dat geldt voor alle gebruiksfuncties (behalve een overige gebruiksfunctie en bouwwerk geen gebouw zijnde). Het maakt verder niet uit of de badruimte wel of niet is voorgeschreven door het Bbl.
Voor het bepalen van de wateropname geldt de NEN 2778.
Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.