Geurvoorschriften mestbehandelingsinstallatie (paragraaf 4.87 Bal)
Voor mestbehandelingsinstallaties gelden geurvoorschriften uit paragraaf 4.87 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)). Het gaat om voorschriften om geuroverlast te voorkomen.
Wanneer zijn de regels van toepassing
In hoofdstuk 3 en 4 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.87 valt
- uw activiteit onder paragraaf 3.6.8 Bedrijf voor mestbehandeling valt
Hygiëniseren van mest
Om geuroverlast te voorkomen moet een bedrijf de mest hygiëniseren in een gesloten ruimte of een gesloten systeem (art. 4.683 Bal). Het hygiëniseren van mest kan namelijk enige geuremissie geven.
Mest wordt gehygiëniseerd om deze exportwaardig te maken. Het hygiëniseren van dierlijke meststoffen of digestaat voorafgaand aan de export is noodzakelijk voor alle mestsoorten, behalve stapelbare pluimveemest.
De meeste bedrijven hygiëniseren drijfmest en digestaat met heet water in afgesloten tanks. Dit proces levert nauwelijks een risico van emissies op. Als een bedrijf warmtevijzels en stoominjectie gebruikt om de dikke fractie te hygiëniseren, kan er wel een risico op ammoniak- en geuremissie zijn. Vooral als het verwarmde eindproduct in een open opslag wordt bewaard.
Overige mestbehandelingstechnieken
Technieken voor het behandelen van mest zijn vergunningplichtig als relevante geuremissies worden verwacht. Voorbeelden van vergunningplichtige mestbehandelingstechnieken zijn het drogen, indampen en composteren van mest. Het bevoegd gezag kan dan voorschriften opnemen in de omgevingsvergunning om geurhinder te voorkomen.
Bij de niet-vergunningplichtige mestbehandelingentechnieken is het uitgangspunt dat er geen hoge geuremissie is. Voorbeelden zijn:
- het mechanisch scheiden van mest in een dikke en dunne fractie
- het mengen van dierlijke meststoffen onderling of met grond
Als een bedrijf 1 van deze technieken toepast, moet het bedrijf maatregelen treffen om geurhinder te voorkomen of tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Dit valt onder de specifieke zorgplicht van artikel 2.11 van het Bal.
Het bedrijf kan geuremissies voorkomen door dierlijke meststoffen zo kort mogelijk voor het behandelen uit de opslag te halen. Ook is het belangrijk om zo snel mogelijk na het behandelen de mest weer in de opslag terug te plaatsen. Daarnaast kunnen in het omgevingsplan eisen staan met als doel geurhinder te voorkomen.
Een overzicht van vergunningplichtige en niet-vergunningplichtige mestbehandelingstechnieken staat op de pagina Milieuregels voor bedrijven voor mestbehandeling in het Bal.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.