Veiligheidsvoorschriften mestvergistingsinstallatie (paragraaf 4.88 Bal)

Wanneer de regels van toepassing zijn

In hoofdstuk 3 en 4 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:

• uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.88 valt, en
• uw activiteit onder paragraaf 3.6.8 Bedrijf voor mestbehandeling valt

Veiligheidsafstand

De veiligheidsafstand vanaf het middelpunt van een gaszak waarin vergistingsgas wordt opgeslagen is in elk geval 50 meter.

De veiligheidsafstand vanaf het aftappunt van een opslagtank waarin vloeibaar gemaakt vergistingsgas wordt opgeslagen is in elk geval 50 meter.

Binnen deze afstanden is overnachting en recreatief verblijf door derden niet toegestaan.

Veiligheidsafstand tot begrenzing locatie is uitgangspunt

De veiligheidsafstanden in het Besluit activiteiten leefomgeving gelden tot de begrenzing van de locatie waarop de activiteit wordt verricht. Dit betekent dat de afstand tussen de activiteit en de begrenzing van de locatie ten minste gelijk moet zijn aan de veiligheidsafstand. Zo worden ook personen buiten de begrenzing van de locatie beschermd als er geen sprake is van beperkt kwetsbare, kwetsbare gebouwen of locaties of zeer kwetsbare gebouwen. Doordat de afstand binnen de begrenzing blijft, zijn er ook geen beperkingen aan de gebruiksruimte buiten de begrenzing.

De veiligheidsafstanden gelden niet als het gaat om:

• kwetsbare gebouwen en kwetsbare locaties met een functionele binding met de activiteit
• binnen een risicogebied externe veiligheid

Andere situaties

Er zijn in de praktijk meerdere situaties mogelijk waardoor niet aan het uitgangspunt voldaan hoeft te worden.

Kooldioxide afvoeren

Kooldioxide die vrijkomt bij het bewerken van vergistingsgas wordt bovendaks en omhoog gericht afgevoerd. Dit voorkomt dat in de nabije omgeving een gevaarlijke concentratie kooldioxide kan ontstaan.

Kwaliteitsverklaring/inspectie

Een installatie voldoet aan NTA 9766. Er moet een kwaliteitsverklaring zijn, waaruit blijkt dat de installatie hieraan voldoet. De geldigheid van de kwaliteitsverklaring is maximaal 15 jaar.

Een gaszak waarin vergistingsgas wordt opgeslagen wordt jaarlijks visueel geïnspecteerd op tekenen van verwering of slijtage en zo nodig gerepareerd.

De jaarlijkse visuele controle is vooral bedoeld om slijtage of aantasting van de gaszak tijdig te signaleren, voordat een lek ontstaat. De visuele inspectie hoeft niet door een externe deskundige te worden gedaan. Een lek van de gaszak leidt tot drukverlies. De elektronische monitoring zou dat snel moeten signaleren.

Voorkomen van afblazen

De installatie is gasdicht uitgevoerd en beveiligd tegen overdruk.

Alleen bij incidenten mag de mestvergistingsinstallatie afblazen en dan alleen via de overdrukbeveiliging. Afblazen is niet wenselijk bij een simpele storing aan een van de installatie-onderdelen of bij een korte uitval van het openbare net of bij regulier onderhoud.

De mestvergistingsinstallatie moet daarom een bepaalde buffercapaciteit hebben voor de opslag van vergistingsgas. Als een mestvergistingsinstallatie toch vaak afblaast, kan het bevoegd gezag een fakkelinstallatie bij de installatie voorschrijven. Dan wordt bij incidenten het gas daarmee vernietigd.

PGS 33-1

PGS 33-1 (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen) is geschreven voor een LNG-tankstation, waar de opslagtank gevuld wordt vanuit een tankwagen. De vloeibare vergistingsgas opslag (Liquefied BioGas (LBG)) wordt geleegd naar een tankwagen. PGS 33-1 geldt nog niet voor een vast opgestelde opslagtank voor vloeibaar vergistingsgas. Toch wordt deze PGS hier van overeenkomstige toepassing verklaard. Het is namelijk de bedoeling dat PGS 33-1 nog wordt aangepast, zodat ook de opslagtank met vloeibaar vergistingsgas onder de reikwijdte van deze PGS valt.