Toelichting druktechnieken
Deze pagina bevat uitleg over de verschillende druktechnieken: zeefdrukken, offset, diepdruk en flexodruk. Diepdruk is geschikt voor zeer grote oplagen.
Zeefdrukken
Zeefdrukken is mogelijk op zowel vlakke als gebogen vormen. Dit kan op papier (zoals etiketten, affiches, stickers, behang), plastic (zoals verpakkingen), glas, textiel, hout en metaal (zoals verkeersborden). De drukvorm voor zeefdrukken wordt aangebracht in een aluminium raam dat bespannen is met een gaas. Het beeld wordt langs fotografische weg in de zeef aangebracht. In de drukvorm zitten open gaatjes. De inkt wordt door deze gaatjes geperst. De gebruikte inkt is vloeibaar en droogt alleen door verdamping.
Offset
Offset is een techniek voor het bedrukken van papier of karton. Er is geen direct contact tussen drukvorm en drukdrager. De inkt wordt van de plaat eerst op een rubberdoek overgezet en daarna van de rubberdoek op het papier of karton. Het niet-drukkende deel wordt zo behandeld dat het water aantrekt en inkt afstoot. Het drukkende deel wordt zo behandeld dat het inkt opneemt en overbrengt op het te bedrukken oppervlak.
De huidige techniek bij offset voor het vervaardigen van de drukvorm is computer-to-plate (CTP) (digitaal geproduceerde offsetplaten). Naast offset met vellen is er rotatieoffset (‘coldset’ of ‘heatset’). Bij rotatie wordt het materiaal als rol in de machine gevoerd. Bij heatsetrotatieoffset vindt de verdamping plaats in een oven, waar het bedrukte materiaal met warme lucht wordt verwarmd.
Diepdruk
Met diepdruk (helio) is naast het bedrukken van papier en karton ook het bedrukken van cellofaan, aluminiumfolie en kunststoffen mogelijk. Bij diepdruk liggen de drukkende delen op de drukvorm lager dan de niet-drukkende delen. Hierbij wordt in geval van rotatiedruk gebruikgemaakt van een cilindrische beelddrager. De napjes worden met vloeibare inkt gevuld en het overschot wordt van de niet-drukkende delen verwijderd. Vervolgens maakt het te bedrukken oppervlak contact met de cilinder en deze trekt de inkt uit de napjes. De inkt droogt door verdamping.
Diepdruk is goed geschikt voor het drukken van zeer grote oplagen. Bij illustratiediepdruk wordt papier voor tijdschriften, brochures, catalogi of soortgelijke producten met inkt op basis van tolueen bedrukt. De verpakkingsmarkt is een van de belangrijkste toepassingen van diepdruk. In dat geval wordt het verpakkingsdiepdruk genoemd. Het verschil tussen illustratiediepdruk en verpakkingsdiepdruk zit voornamelijk in de bedrukte substraten en bijhorende samenstelling van de inkten.
Flexodruk
Flexodruk kan gebruikt worden voor het bedrukken van een grote variatie aan materiaal, zoals papier, karton, textiel en kunststof. Bij flexodruk liggen de drukkende delen in de drukvorm hoger dan de niet-drukkende delen. De drukkende delen dragen de inkt over op het materiaal. De beelddrager bestaat uit rubber of elastische fotopolymeren. De vloeibare inkt droogt door verdamping.