Scheiden afval bij mobiel breken

Scheiden gevaarlijk afval

Degene die de mobiele puinbreker in werking heeft, moet de volgende gevaarlijke afvalstromen op het terrein van de breker scheiden:

• teerhoudende dakbedekking (met of zonder dakbeschot)
• teerhoudend asfalt
• gasontladingslampen
• andere gevaarlijke afvalstoffen van hoofdstuk 17 van de afvalstoffenlijst (zie Handreiking EURAL, pagina 96 en 97)

Dit staat in artikel 7.38 (in combinatie met artikel 7.25, lid 1) van het Bbl. Het mengen of verder scheiden (uit elkaar halen) van gevaarlijke afvalstoffen mag niet. Ze moeten op het terrein van de breker gescheiden blijven en afvoer moet gescheiden plaatsvinden.

Scheiden mag soms ergens anders

Als het scheiden op het terrein van de breker redelijkerwijs niet mogelijk is, mag het scheiden van de genoemde afvalstromen op een andere locatie plaatsvinden (artikel 7.38 in combinatie met artikel 7.25, lid 4 Bbl).

Scheiden ongevaarlijk afval

Degene die de bouwwerkzaamheden verricht, moet het volgende (ongevaarlijke) bouwafval op het bouwterrein scheiden:

• bitumineuze dakbedekking (met of zonder dakbeschot)
• niet-teerhoudend asfalt
• vlakglas (met of zonder kozijn)
• gipsblokken en gipsplaatmateriaal
• dakgrind
• armaturen

Dit staat in artikel 7.38 (in combinatie met 7.26, lid 1) van het Bbl. Ze moeten op het terrein van de breker gescheiden blijven en afvoer moet gescheiden plaatsvinden. Als een genoemde afvalstroom (deels) vervuild is met gevaarlijk afval, dan geldt daarvoor hetgeen hiervoor staat bij 'scheiden gevaarlijk afval'.

Scheiden mag soms ergens anders

Als het scheiden op het terrein van de breker redelijkerwijs niet mogelijk is, mag het scheiden van de genoemde afvalstromen op een andere locatie plaatsvinden (artikel 7.38 in combinatie met artikel 7.26, lid 4 Bbl).

Scheiden niet verplicht bij kleine hoeveelheid

Scheiden van een genoemde ongevaarlijke afvalstroom is niet verplicht als die fractie minder dan 1 m³ groot is (artikel 7.38 in combinatie met artikel 7.26, lid 3 Bbl).