Ontstaan normen
Bedrijfsleven, overheid en consumenten kunnen onder begeleiding van een nationaal normalisatieinstituut afspraken maken over de kwaliteit en veiligheid van producten, diensten of bedrijfsprocessen. Deze afspraken worden in normdocumenten vastgelegd. Dit zijn niet-publiekrechtelijke normen of in het kort normen genoemd. Het proces om deze normen te maken heet normalisatie. Normen worden ontwikkeld door alle betrokkenen bij een onderwerp. Normen zijn op deze manier op basis van overleg en overeenstemming opgesteld. Het ontwikkelen van normen gebeurt op nationaal, Europees en internationaal niveau.
Met de verwijzing naar normen sluit de overheid aan bij het zelfregulerend vermogen van de samenleving.
Verwijzen naar normen in stelsel Omgevingswet
Onder de Omgevingswet is kritisch gekeken naar de verwijzingen naar normen en andere documenten. Waar mogelijk worden de inhoudelijke regels in de regelgeving zelf opgenomen. Mocht dit niet lukken, dan wordt er gebruik gemaakt van verwijzingen naar niet-publiekrechtelijke normen. Op die manier sluit de regelgeving aan bij de in de praktijk gebruikte normen. Bedrijven kunnen zo makkelijk inspelen op nieuwe ontwikkelingen en innovaties.
Verwijzingen naar normen staan in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup), het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup), het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en de Omgevingsregeling Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Artikel 1.4 van de Omgevingsregeling verwijst naar bijlage II, daar staan in een tabel alle normen bij elkaar. In de tabel staat welke hoofdstukken van de besluiten of regeling verwijzen naar een bepaalde norm. Dit voorkomt dat op verschillende plaatsen naar andere versies van de normen verwezen wordt. De verwijzing heeft de vorm van een statische verwijzing. De verwijzing naar de norm bevat de versie en de datum van vaststelling. Ook staat erin welke specifieke uitgave of versie van toepassing is. Daarnaast wordt de vindplaats van de norm vermeld.
Als een nieuwe norm verschijnt, dan is deze niet automatisch van toepassing. Bij iedere verwijzing naar een norm kijkt het ministerie of verwijzing naar de nieuwe norm noodzakelijk is. Of dat de verwijzing naar de oude norm kan blijven staan. Als het ministerie besluit te verwijzen naar de nieuwe norm, dan wijzigt bijlage II van de Omgevingsregeling.
Soms verwijst een normdocument zelf weer naar een nieuwe norm. De toepassing van deze norm is alleen verplicht als ook de nieuwe norm in bijlage II is opgenomen. De versie uit bijlage II geldt dan. Voor NEN-normen voor gas, water en elektriciteit uit paragraaf 3.72, 3.73, 4.72 en 4.73 van het Bbl is het wel verplicht de normen te gebruiken die daarin zijn opgenomen.
Ook de decentrale regelgeving op grond van de Omgevingswet kan normen gebruiken. Meer informatie daarover staat onder het kopje Verwijzing naar normen in decentrale regels.
Niet-dwingend of dwingend verwijzen
Niet-dwingend
Het uitgangspunt is dat de toepassing van normen zo veel mogelijk vrijwillig is. Veel verwijzingen zijn daarom niet-dwingend. Dan heeft de gebruiker profijt van de kennis in de norm, maar is deze niet verplicht de norm in te zien of toe te passen.
Voorbeeld niet-dwingende verwijzing
Artikel 4.424 Bal (externe veiligheid: drukbeheersing)
- Met een drukbeheerssysteem wordt ervoor zorg gedragen dat de druk in het systeem stroomafwaarts onder normale bedrijfsomstandigheden binnen de operationele grenzen blijft en onder abnormale bedrijfsomstandigheden onder de toegelaten grens blijft.
- Aan het eerste lid wordt in ieder geval voldaan als het drukbeheerssysteem voldoet aan de voorschriften 9.1 tot en met 9.7.2 van NEN 1059.
Dwingend
Soms verwijzen de regels toch dwingend naar normen. In dat geval is het verplicht een norm te gebruiken. Redenen hiervoor zijn dat internationale wetgeving dit voorschrijft of dat het wenselijk is dat een meetmethode of bemonstering en analyse altijd op dezelfde, uniforme wijze wordt uitgevoerd. Op die manier zijn de resultaten van de meting hetzelfde en kan goed getoetst worden aan bijvoorbeeld emissiegrenswaarden. In het Bal gaat het dan over bemonstering en analyse van afvalwater en luchtemissies en bodemonderzoek, analyse van grondwater, grondwaterpeilbuizen en mestvergistingsinstallaties.
Voorbeeld dwingende verwijzing
Artikel 4.673 Bal (water: meetmethoden)
- Op het bemonsteren van afvalwater is NEN 6600-1 van toepassing, en een monster is niet gefiltreerd.
- Op het conserveren van een monster is NEN-EN-ISO 5667-3 van toepassing.
- Op het analyseren van tetrachlooretheen is NEN-EN-ISO 10301 van toepassing, waarbij onopgeloste stoffen worden meegenomen in de analyse.
Inzien normen waarnaar dwingend verwezen wordt
Om aan de wettelijke verplichting te voldoen bij dwingend verwijzen, moet de norm wel ingezien
kunnen worden. Dit staat in artikel 14a van de Bekendmakingswet. De nationale NEN-normen waar de regelgeving dwingend naar verwijst, zijn gratis beschikbaar op de website van Nederlands Normalisatie Instituut (NEN). Bij dwingende verwijzing naar NEN-normen die alleen voor de overheid zelf geldt, zijn de normen niet gratis beschikbaar. Dit zou slechts een verschuiving van overheidsgeld zijn. Dit speelt bijvoorbeeld bij NEN-normen die gelden voor de monitoring van omgevingswaarden (artikel 12.25 Omgevingsregeling).
Een aantal dwingende verwijzingen naar nationale normen en niet-nationale normen zijn niet gratis beschikbaar. Dit zijn:
- Internationale en Europese normen. Het auteursrecht voor internationale (zoals ISO, NEN-ISO, NEN-EN-ISO) en Europese (zoals EN, NEN-EN) normen ligt niet bij NEN, maar bij de internationale en Europese normalisatie-instellingen. De Nederlandse overheid kan daarom geen afspraken hierover maken.
- Dwingende nationale normen in door externe partijen opgestelde documenten (zoals cao's, certificatieschema's), die op hun verzoek door de overheid verbindend worden opgelegd.
De dwingende normen die niet gratis beschikbaar zijn, liggen kosteloos ter inzage bij het NEN. Daarnaast moet het bestuursorgaan dat de dwingende verwijzingen daarvoor vaststelt, die normen zelf ter inzage leggen. Iedereen kan kosteloos inzage krijgen in deze normen. Er worden geen afschriften (kopieën) verstrekt.
Verschil verwijzing normen in Besluit activiteiten leefomgeving en Besluit bouwwerken leefomgeving
Besluit activiteiten leefomgeving
Normen waar dwingend naar verwezen wordt, zijn herkenbaar in het Bal door termen als:
- Voldoet aan …
- Wordt gekeurd volgens …
- Wordt uitgevoerd overeenkomstig …
- Op het bemonsteren is … van toepassing
Ook als een gelijkwaardige maatregel Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) toegepast kan worden, moet degene tot wie de regel zich richt (normadressant) de norm kunnen inzien om de gelijkwaardigheid aan te tonen. In dat geval blijft het dus ook een dwingende verwijzing.
Niet-dwingende normen zijn te herkennen aan bijvoorbeeld ‘wordt in ieder geval voldaan als…’. Als u deze norm toepast, voldoet u dus aan het doelvoorschrift. Als u iets anders doet en u voldoet ook aan de inhoudelijke regel, dan is dat ook goed.
Besluit bouwwerken leefomgeving
In het Bbl komen ook termen voor die als dwingend over kunnen komen, zoals: 'voldoet aan..' en 'volgens …. bepaalde capaciteit'. Door de opbouw van de artikelen in het Bbl is toch geen sprake van een dwingende verwijzing.
De functionele eis waar aan voldaan moet worden is algemeen omschreven in een aansturingsartikel. Een manier om aan de functionele eis te voldoen is de prestatie-eis. Hierin zitten verwijzingen naar normen. Het is niet verplicht om aan de prestatie-eis te voldoen. Toepassen van een gelijkwaardige oplossing mag ook. De aansturingsartikelen in de bouwregelgeving zijn voldoende zelfstandig leesbaar. Er kan dus ook gebruik gemaakt worden van een gelijkwaardige oplossing, zonder dat de norm ingezien hoeft te worden.
De normen in hoofdstuk 5 van de Omgevingsregeling hangen samen met de relevante eisen uit het Bbl. Deze verwijzing naar deze normen wordt dus ook als niet-dwingend gezien.
Verwijzing naar andere externe informatiebronnen
In de Omgevingsregeling staan soms ook dwingende verwijzingen naar andere externe informatiebronnen. Dit is zo min mogelijk gedaan. Wanneer het niet doelmatig was om de inhoud over te nemen in de Omgevingsregeling, is een verwijzing opgenomen. Dit zijn richtlijnen, methoden of (computer)modellen die vaak zeer technisch zijn en niet de vorm hebben van wettelijke regels. Voorbeelden hiervan zijn het Handboek Omgevingsveiligheid, Rekenpakketten Omgevingsveiligheid (Carola en Safeti-NL) en de standaardrekenmethoden voor luchtkwaliteit (SRM).
De meeste externe informatiebronnen zijn gratis beschikbaar. Een aantal rekenmodellen zoals Safeti-NL zijn niet gratis in te zien. Bedrijven bezitten de rechten op deze rekenmodellen. Het Rijk heeft met deze rechthebbenden wel afspraken gemaakt om tegen een lager tarief de rekenmodellen aan te bieden.
Verwijzing naar normen in decentrale regels
Ook in het omgevingsplan Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup), de omgevingsverordening Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en de waterschapsverordening Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) kan het bevoegd gezag naar niet-publiekrechtelijke normen verwijzen. De bruidsschatten voor het omgevingsplan en waterschapsverordening verwijzen in ieder geval naar normen.
Inhoudelijke regels worden waar mogelijk in het omgevingsplan, de omgevingsverordening en waterschapsverordening zelf (of een bijlage daarbij) opgenomen. Toch kan een verwijzing naar een norm nodig zijn.
Verwijzen naar normen gebeurt bij voorkeur niet-dwingend. De gebruiker kan op vrijwillige basis gebruik maken van de norm. Hij kan echter ook op een andere wijze aan de regel voldoen.
Soms is dwingende verwijzing gewenst. Bij een dwingende verwijzing kan degene tot wie de regel zich richt, alleen aan de wettelijke eis voldoen door de norm toe te passen.
Inzien normen waarnaar dwingend verwezen wordt in decentrale regels
Normen waarnaar dwingend wordt verwezen moeten gratis beschikbaar zijn of ingezien kunnen worden. Het bestuursorgaan kan hier op de volgende manieren aan voldoen:
- de mededeling, ofwel integrale plaatsing van de norm in het publicatieblad waarin het algemeen verbindend voorschrift is bekendgemaakt. Dit kan alleen als op de normen geen auteursrecht rust of als met de rechthebbende afspraken zijn gemaakt waardoor publicatie mogelijk is (artikel 14a, lid 2 Bekendmakingswet);
- vermelden vindplaats van reeds kosteloos beschikbaar gestelde normen, bv. bij NEN-normen waarover het Rijk afspraken heeft gemaakt met het NEN (artikel 14a lid 3 Bekendmakingswet);
- Als publicatie vanwege auteursrecht niet mogelijk is, dan verleent het bestuursorgaan kosteloos inzage in de normen (artikel 14a, lid 4 Bekendmakingswet). Bij de bekendmaking van (de wijziging van) het omgevingsplan, de omgevingsverordening of de waterschapsverordening moet staan waar de norm ter inzage ligt. In de bruidsschat wordt verwezen naar normalisatienormen waarop auteursrecht rust. Deze normen liggen kosteloos ter inzage bij NEN in Delft. Daarnaast moet het bestuursorgaan dat de dwingende verwijzingen daarvoor vaststelt, die normen zelf ter inzage leggen. Iedereen kan kosteloos inzage krijgen in deze normen. Er worden geen afschriften (kopieën) verstrekt.
Vanwege auteursrecht mogen alleen afschriften verstrekt worden als hier met de rechthebbende afspraken over gemaakt zijn. Ook is voor het ter inzage leggen van een norm een licentie van de rechthebbende nodig.
Citeren uit normen is wel toegestaan. Voorwaarde is dat het citaat een klein onderdeel vormt van de gehele norm.