Omgevingsplanactiviteit bouwwerken
De gemeente stelt ruimtelijke regels over bouwwerken in het omgevingsplan. Ook regels over het uiterlijk van bouwwerken worden door regels in het omgevingsplan aangestuurd.
Zolang de gemeente in het omgevingsplan zelf nog geen regels heeft gesteld over het bouwen bouwwerken, gelden de regels voor de omgevingsplanactiviteit bouwwerken uit de bruidsschat omgevingsplan Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Vergunningplichtig of vergunningvrij
De gemeente heeft de bevoegdheid om in het omgevingsplan regels te stellen aan de ruimtelijke aspecten van een bouwwerk. Deze regels zien op de locatie van het bouwwerk, oppervlakte, inhoud en gebruik van het bouwwerk en het uiterlijk van het bouwwerk. Dit kunnen algemene regels zijn waarmee het bouwen en gebruiken van een bouwwerk wordt gereguleerd. De regels kunnen ook een meldingsplicht of vergunningplicht voor het bouwen of gebruiken van het bouwwerk inhouden.
Vergunningvrije gevallen omgevingsplanactiviteit bouwwerken
Voor sommige bouwwerken kan de gemeente in het omgevingsplan geen vergunningplicht opnemen voor de omgevingsplanactiviteit bouwwerken. Bouwwerken die voldoen aan de voorwaarden van artikel 2.29 en 2.30 Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), zijn vergunningvrij voor de omgevingsplanactiviteit bouwwerken.
Gemeenten kunnen deze gevallen in het omgevingsplan niet alsnog vergunningplichtig maken. Onder de Wabo werden deze gevallen aangewezen als vergunningvrije gevallen voor het afwijken van ruimtelijke regels. Zie artikel 2 van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht (Bor).
Gemeentelijke regels over bouwwerken in de overgangsfase tot 2032
Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn regels die onder de Wabo waren verbonden aan de omgevingsvergunning bouwen (Wabo, artikel 2.1, lid 1, onder a) gedecentraliseerd naar de gemeente. Deze regels zijn onderdeel van de bruidsschat omgevingsplan.
De bruidsschat omgevingsplan zorgt in artikel 22.29 voor de voortzetting van regels over het toetsen van een bouwplan aan:
- regels over het bouwen van bodemgevoelige gebouwen op verontreinigde bodem (Wabo, artikel 2.10, lid 1, onder b) in artikel 22.29, lid 1, onder c.
- regels in ruimtelijke plannen (Wabo, artikel 2.10, lid 1, onder c) in artikel 22.29, lid 1, onder a
- regels voor welstand (artikel 2.10, lid 1, onder d, Wabo) in artikel 22.29, lid 1, onder b
Artikel 22.26, bruidsschat omgevingsplan bevat hiervoor een generieke vergunningplicht voor de omgevingsplanactiviteit bouwwerken. Dit verzekert dat alle bouwwerken, waarvoor voor 1 januari 2024 via de omgevingsvergunning bouwen (Wabo) een preventieve toetsing aan deze regels verplicht was, die toetsing ook onder de Omgevingswet verplicht is.
Bijzondere gevallen bij decentralisatie regels over bouwwerken
Bij het vaststellen van de vergunningvrije gevallen voor de omgevingsplanactiviteit bouwwerken in het Besluit bouwwerken leefomgeving zijn 3 gevallen uit artikel 2, bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht niet overgenomen. Die gevallen zijn gedecentraliseerd naar de gemeente:
- bouwen bijbehorend bouwwerk
- bouwen erf- of perceelafscheiding hoger dan 1 meter, maar lager dan 2 meter
- gebruiken bestaand bouwwerk voor mantelzorg
De decentralisatie leidt tot 2 bijeffecten. In tegenstelling tot de situatie onder de Wabo moeten deze gevallen:
- door generieke vergunningplicht van artikel 22.26, bruidsschat omgevingsplan nu wel getoetst worden aan de regels van artikel 22.29, bruidsschat omgevingsplan
- door het opschrift van artikel 22.27, bruidsschat omgevingsplan in overeenstemming zijn met de regels van het omgevingsplan
Om de beoordeling van gevallen gelijk te houden met de situatie onder de Wabo zijn voorwaarden voor het bouwen van een bijbehorend bouwwerk en een erf- of perceelafscheiding uit artikel 2 van bijlage II, Bor overgenomen als voorwaarden voor uitzondering van de vergunningplicht artikel 22.26 en artikel 22.27, bruidsschat omgevingsplan. Als de bouwwerken voldoen aan de voorwaarden in artikel 22.27, is de vergunningplicht van artikel 22.26 niet van toepassing.
Daarnaast is voor de gevallen in artikel 22.36, bruidsschat omgevingsplan bepaalt dat ze van rechtswege in overeenstemming zijn met het omgevingsplan als ze, naast de voorwaarden van artikel 22.27 ook voldoen aan de voorwaarden van artikel 22.36, bruidsschat omgevingsplan. Hiermee wordt ook geregeld dat voor deze gevallen dan geen vergunningplicht voor de omgevingsplanactiviteit met betrekking tot bouwwerken ontstaat.
Meer informatie
Zie voor meer informatie over de omzetting van de regels voor vergunningvrij bouwen de transponeringstabellen op Vergunningvrij planologisch gebruik: van Besluit omgevingsrecht naar Omgevingswet.
Lees meer over de scheiding tussen de technische en ruimtelijke regels over bouwwerken op De knip: scheiden van technische bouwactiviteit en ruimtelijk bouwen (omgevingsplanactiviteit bouwwerken).
Bruidsschat
De term ‘bruidsschat’ wordt gebruikt voor de regels die door het Rijk als onderdeel van het Invoeringsbesluit Omgevingswet automatisch zijn toegevoegd aan het tijdelijk deel van het omgevingsplan van alle gemeenten en aan elke waterschapsverordening.
In de bruidsschat staan regels over activiteiten die voor inwerkingtreding van de Omgevingswet door het Rijk werden gesteld. Onder de Omgevingswet is het stellen van deze regels gedecentraliseerd naar gemeenten en waterschappen. De regels van de bruidsschat zijn een bijzondere vorm van overgangsrecht.