Keuze omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) of wijziging omgevingsplan
Als een activiteit in strijd is met het omgevingsplan, kan het bevoegd gezag deze op 2 manieren toelaten: via een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) of een wijziging van het omgevingsplan. Soms kan het niet met een BOPA en is alleen wijziging van het omgevingsplan mogelijk. Er zijn ook andere afwegingen relevant bij de keuze voor een BOPA of wijziging van het omgevingsplan.
Factoren keuze BOPA of wijziging omgevingsplan
Het toelaten van een activiteit in strijd met het omgevingsplan kan in principe via een omgevingsvergunning voor een BOPA of een wijziging van het omgevingsplan. Veel gemeenten kiezen ervoor om nieuwe ontwikkelingen, zoals een omgevingsplanactiviteit voor het bouwen van woningen, voorlopig mogelijk te maken met een BOPA. Dit heeft onder andere te maken met de overgangsfase van het omgevingsplan. Gemeente zijn bezig met het gefaseerd opbouwen van het nieuwe deel omgevingsplan.
Tijdens de overgangsfase (1 januari 2024 tot 1 januari 2032) heeft de gemeente een tijdelijk deel omgevingsplan. Tot eind 2031 kan een gemeente het tijdelijk deel omgevingsplan omzetten naar het nieuwe omgevingsplan. Hierin verwerkt de gemeente onder andere de bestemmingsplannen, de bruidsschat omgevingsplan en de regels in gemeentelijke verordeningen die over de fysieke leefomgeving gaan.
Omdat gemeenten het lastig vinden om meerdere wijzigingen van het omgevingsplan parallel aan elkaar te laten lopen, kiezen gemeenten ervoor om de nieuwe ontwikkelingen nog niet via een wijziging omgevingsplan te regelen. Deze ontwikkelingen staat de gemeente toe via een omgevingsvergunning voor een BOPA. Soms is het niet mogelijk een activiteit met een omgevingsvergunning voor een BOPA te regelen en is alleen wijziging van het omgevingsplan mogelijk.
Overwegingen en procedurele gevolgen
Een wijziging van het omgevingsplan biedt meer mogelijkheden voor een flexibele regeling waarbinnen meerdere uitwerkingen van de (bouw)plannen en activiteiten mogelijk zijn. Een omgevingsvergunning voor een BOPA is gebaseerd op de aanvraag en gericht op een concreet project.
Er zijn ook procedurele verschillen tussen een BOPA en wijziging omgevingsplan. Afhankelijk van de aard van de activiteit en het effect op de omgeving leidt soms een BOPA en soms een wijziging van het omgevingsplan sneller tot een definitief besluit. Dat is helemaal afhankelijk van de precieze omstandigheden, zoals bijvoorbeeld grootte of complexiteit van het project en hoeveel bezwaar er is tegen de activiteit.
Het vergunnen van een BOPA is voor een gemeente meestal minder tijdrovend dan het aanpassen van het omgevingsplan. Maar, let op: in een later stadium moet de BOPA wel nog verwerkt worden in het omgevingsplan.
Meer hierover staat op de pagina Verwerken BOPA in het omgevingsplan.
BOPA niet altijd mogelijk
Het afwijken van het omgevingsplan met een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) is niet altijd mogelijk. Dit is het geval als:
- er geen sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties (artikel 8.0a, lid 2 Bkl)
- de omgevingsplanactiviteit niet voldoende concreet is
- het plan niet voldoet aan de instructieregels van het Bkl of de provinciale omgevingsverordening (artikel 8.0b Bkl)
- de omgevingsplanactiviteit betrekking heeft op een voorbeschermingsregel in het omgevingsplan (artikel 8.0b Bkl)
- de omgevingsplanactiviteit het uitvoeren van een project waarvoor een projectbesluit is vastgesteld door een bestuursorgaan van de provincie of het Rijk belemmert (artikel 8.0b Bkl)
- wijziging van regels buiten de locatie nodig is
- het schrappen van regels uit het omgevingsplan nodig is
Geen evenwichtige toedeling van functies
Als er voor het buitenplans afwijken van deze regels geen aanleiding kan worden gevonden in een evenwichtige toedeling van functies aan locaties Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup), dan is een omgevingsvergunning voor een BOPA niet mogelijk.
Geen BOPA als omgevingsplanactiviteit onvoldoende concreet is
Een BOPA kan niet gebruikt worden als een algemeen geldend toetsingskader voor toekomstige bouwplannen die nog niet voldoende concreet zijn. Een BOPA is een beschikking en geen besluit van algemene strekking.
Een aanvraag voor een BOPA moet een concrete omschrijving van het initiatief bevatten. Het bevoegd gezag maakt op basis daarvan een uitputtende afweging van relevante aspecten op de fysieke leefomgeving.
Wel is het in de overgangsfase mogelijk de BOPA gefaseerd aan te vragen. Hierdoor is het mogelijk om bijvoorbeeld eerst een planologisch basisbesluit te nemen en later de uitgewerkte bouwplannen te beoordelen.
Meer informatie staat op onze pagina over de Opvolgende BOPA. Ook is het mogelijk om voorschriften te verbinden aan de omgevingsvergunning voor de BOPA.
Geen aanpassing van regels buiten de begrenzing van het initiatief
Een omgevingsvergunning voor een BOPA richt zich uitsluitend op het bereiken van een evenwichtige toedeling van functies door het vergunnen van de activiteiten van het voorliggende initiatief. Voorschriften kunnen alleen daarop zijn gericht.
Het veranderen van de regels voor toekomstige activiteiten op de locatie kan niet met een omgevingsvergunning voor een BOPA. Dat kan alleen door het omgevingsplan te wijzigen. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk met een BOPA algemene regels van het omgevingsplan te wijzigen of regels te wijzigen buiten de locatie van het initiatief. Dat kan alleen met een wijziging van het omgevingsplan.
Op de website van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) staan enkele voorbeelden van het Toepassingsbereik van de BOPA (verwijst naar een andere website).
BOPA wijzigt de regels in het omgevingsplan niet
Een omgevingsvergunning voor een BOPA geeft toestemming om af te wijken van regels in het omgevingsplan. Het leidt niet tot wijziging van de regels in het omgevingsplan. Dit betekent dat de gemeente met een omgevingsvergunning voor een BOPA de op de locatie van het initiatief toegelaten functies of gebruiksmogelijkheden niet kan schrappen.
Voorbeeld: de ruimte-voor-ruimte regeling
Voorbeeld hiervan is de ruimte-voor-ruimte regeling. Hierbij kunnen één of meer woningen gerealiseerd worden, met als voorwaarde dat bestaande agrarische bebouwing wordt gesloopt. Als deze woningen niet exact op de plek komen van de te slopen agrarische bebouwing, dan is deze agrarische bebouwing en functie volgens het omgevingsplan nog steeds juridisch mogelijk. Het plan voldoet dan niet aan de eis van de regeling. Bovendien voldoet het ook niet aan een evenwichtige toedeling van functies aan locaties omdat de agrarische activiteiten nog mogelijk zijn direct naast woningbouw.
Flexibiliteit met wijziging omgevingsplan
Met een wijziging van het omgevingsplan kan het bevoegd gezag activiteiten toelaten, kaders stellen en tegelijkertijd ruimte bieden voor flexibiliteit. Dit kan door bijvoorbeeld regels op hoofdlijnen te stellen, het opnemen van beoordelingsregels voor een omgevingsvergunning, het opnemen van beleidsregels, de wijziging van het omgevingsplan op onderdelen te delegeren naar het college van burgemeester en wethouders, enzovoort.
Door een set van algemene regels kan het omgevingsplan voldoen aan een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Hierdoor is er flexibiliteit mogelijk voor de verdere uitwerkingen van plannen.
Meer informatie staat op onze pagina's over het omgevingsplan.
Afweging procedure wijziging omgevingsplan of BOPA
Bij een wijziging van het omgevingsplan is de uniforme voorbereidingsprocedure van toepassing. Dit wil zeggen dat het bevoegd gezag de ontwerpwijziging van het omgevingsplan 6 weken ter inzage legt. Daarna stelt de gemeenteraad de wijziging van het omgevingsplan vast. Na dit besluit staat beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Deze procedure kent in het algemeen een lange voorbereidingstijd: er is een besluit van de gemeenteraad voor nodig. Er is beroep bij één instantie.
Voor de omgevingsvergunning voor een BOPA geldt in principe de reguliere procedure. Dat wil zeggen dat het bevoegd gezag binnen 8 weken (+ eventueel 6 weken verlenging) de vergunning verleent (of weigert). Vervolgens is er nog bezwaar, beroep en hoger beroep mogelijk voordat de vergunning onherroepelijk is. Deze procedure heeft een kortere voorbereidingstijd. Maar na de vergunningverlening is er nog bezwaar, beroep en hoger beroep mogelijk.
In sommige gevallen kan ook de uitgebreide procedure van toepassing zijn. Dit kan op verzoek van de aanvrager. Ook kan het bevoegd gezag bepalen dat de uitgebreide procedure van toepassing is. Bij de uitgebreide procedure hoort een terinzagelegging en de mogelijkheid zienswijzen in te dienen. Er is geen sprake van bezwaar. Dit heeft als voordeel dat het bevoegd gezag, met inachtneming van de zienswijzen, een besluit neemt over de omgevingsvergunning. Na de vergunningverlening is er nog beroep en hoger beroep mogelijk.
Als belanghebbenden in beroep gaan tegen de plannen, dan is de procedure van de wijziging omgevingsplan naar verwachting korter dan bij een omgevingsvergunning voor een BOPA.
Meer informatie
Evenwichtige toedeling van functies aan locaties (ETFAL)
Evenwichtige toedeling van functies aan locaties (ETFAL) betekent dat er een balans bestaat tussen verschillende functies die locaties binnen een gebied kunnen vervullen. Deze regels houden meer in dan alleen het bestemmen in een bestemmingsplan. Denk bij een functie bijvoorbeeld aan een netwerkfunctie (kabels en leidingen) of waterbergende functie (milieu).
Lees meer over evenwichtige toedeling van functies aan locaties.