Stel het oplosmiddelenverbruik vast
Is het verbruik van oplosmiddelen hoger dan 1 of meer ondergrenzen voor activiteiten? Dan is het een oplosmiddeleninstallatie en is een oplosmiddelenboekhouding verplicht. Om het verbruik te bepalen, moet u de hoeveelheid ingezette oplosmiddelen berekenen en de hoeveelheid opnieuw te gebruiken oplosmiddelen.
Verbruik van oplosmiddelen, activiteiten en ondergrenzen
Een bedrijf dat met oplosmiddelen werkt, houdt het verbruik ervan bij. Hiermee laat het bedrijf zien of het 1 of meer van de ondergrenzen van verbruik voor activiteiten overschrijdt en dus een oplosmiddeleninstallatie heeft. Dit zijn ook de ondergrenzen voor het verplicht maken van een oplosmiddelenboekhouding.
Voor de werkingssfeer van paragraaf 4.34 Oplosmiddeleninstallaties van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal), gaat het alleen om vluchtige organische stoffen (VOS) die als oplosmiddel worden verbruikt.
Vaak geven in- en verkoopgegevens voldoende informatie om vast te stellen of paragraaf 4.34 geldt. Geeft die administratie onvoldoende inzicht? Dan geven de worst case-gegevens van VOS-houdende producten en de VOS-gehalten inzicht of het bedrijf mogelijk de ondergrens overschrijdt. Richtlijnen voor VOS-gehalten zijn in massaprocenten:
- inkt: 20%
- coating: 65%
- lak: 70%
- lijm: 90%
- reinigers of verdunners: 100%
Oplosmiddelenboekhouding
Is het oplosmiddelenverbruik hoger dan een van de ondergrenzen uit tabel 4.438a in paragraaf 4.34 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)? Dan moet het bedrijf een oplosmiddelenboekhouding maken. Soms is een eenvoudige oplosmiddelenboekhouding voldoende, soms een uitgebreide. Om dit te bepalen, moet u eerst het oplosmiddelenverbruik vaststellen.
Verbruik is lager dan de ondergrens
Is het oplosmiddelenverbruik in een bedrijf voor een activiteit vooraf duidelijk lager dan de ondergrens uit tabel 4.438a of 4.438b van het Bal? Dan is het niet nodig om het verbruik in detail te bepalen.
Verbruik is hoger dan de ondergrens
Het eenmalig maken van een eenvoudige oplosmiddelenboekhouding is nodig als:
- het oplosmiddelenverbruik duidelijk hoger is dan de ondergrens
- twijfel bestaat of het oplosmiddelenverbruik wel of niet hoger is dan de ondergrens
Inhoud van de eenvoudige oplosmiddelenboekhouding
De eenvoudige oplosmiddelenboekhouding bestaat uit een meer nauwkeurige berekening van het verbruik aan oplosmiddelen. Hiervoor heeft u gegevens nodig over de hoeveelheid ingezette oplosmiddelen (I1). Ook heeft u gegevens nodig over de hoeveelheid oplosmiddelen die buiten de oplosmiddelenactiviteit wordt hergebruikt (O8).
Formule voor berekening oplosmiddelenverbruik
De formule om het oplosmiddelenverbruik te berekenen is: I1 - O8. De formule staat op pagina Berekening oplosmiddelenverbruik.
Uitkomst eenvoudige oplosmiddelenboekhouding
Blijkt uit de eenvoudige oplosmiddelenboekhouding dat het oplosmiddelenverbruik lager is dan de ondergrens? Dan is verdere actie niet nodig. Het bedrijf kan volstaan met deze eenvoudige oplosmiddelenboekhouding.
Blijkt uit de eenvoudige oplosmiddelenboekhouding dat het oplosmiddelenverbruik hoger is dan de ondergrens? Dan moet het bedrijf een meer uitgebreide oplosmiddelenboekhouding schrijven. Meer informatie hierover staat bij Regels voor oplosmiddelenboekhouding.
Hoe uitgebreid deze oplosmiddelenboekhouding moet zijn, hangt af van de situatie in het bedrijf. Daarvoor is het nodig om eerst te bepalen welke basisgegevens u nodig heeft.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.