Toepassingsbereik en melding opslaan van opslaan van brandbare vloeistoffen anders dan diesel in ondergrondse opslagtanks (paragraaf 4.96 Bal)
Voor de milieubelastende activiteit Opslaan van brandbare vloeistoffen anders dan diesel in ondergrondse opslagtanks gelden inhoudelijke regels uit hoofdstuk 4 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Op deze pagina leest u meer over het toepassingsbereik (wat eronder valt). En over de gegevens die bij een melding aangeleverd moeten worden.
Let op: deze regels gelden alleen als het gaat om een activiteit die valt onder paragraaf 3.2.8 Opslagtank voor vloeistoffen.
Toepassingsbereik: dit valt eronder
De regels uit paragraaf 4.96 gelden voor de opslag van vloeibare gevaarlijke stoffen van ADR-klasse Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) 3 in ondergrondse opslagtanks. De regels gelden alleen als er geen vergunningplicht geldt. Voor een vergunningplichtige activiteit staan de voorschriften in de vergunning.
De regels gelden niet voor het opslaan van gasolie, diesel of huisbrandolie met een vlampunt van 55 °C of hoger in ondergrondse opslagtanks. Hiervoor gelden de regels van paragraaf 4.97 van het Bal.
Onder de activiteit ‘opslaan’ vallen ook de daarbij behorende activiteiten, zoals overslaan en laden en lossen. Ook valt hier onder het opslaan voor korte tijd en in afwachting van aansluitend vervoer.
Melding
Het is verboden deze activiteit te starten zonder dit ten minste 4 weken van tevoren te melden. De melding bevat 2 soorten gegevens:
- algemene gegevens (zie hiervoor Meldingsplicht milieuregels Bal)
- specifieke gegevens voor deze activiteit:
- de coördinaten van het vulpunt van de opslagtank en opstelplaats van de tankwagens voor het vullen en legen van de opslagtank. Het gaat hier om opslagtanks voor het tanken van vaartuigen of drijvende werktuigen vanaf de wal of voor de opslag van organische oplosmiddelen (ADR-klasse 3).
- om welke stoffen het gaat
- de hoeveelheid stoffen die maximaal worden opgeslagen
De coördinaten worden vastgelegd volgens het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting.
Melding gelijkwaardige maatregel
Bij het nemen van een gelijkwaardige maatregel bij voorschriften in de PGS 28 of PGS 31 (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen) moet minimaal 4 weken voor de start van de activiteit een melding gedaan worden. Bij deze gelijkwaardige maatregel is geen toestemming vooraf nodig.
De melding van de gelijkwaardige maatregel bevat:
- een beschrijving van de gelijkwaardige maatregel
- gegevens waaruit blijkt dat met de gelijkwaardige maatregel minstens hetzelfde resultaat wordt bereikt als de wetgever met de voorgeschreven maatregel heeft beoogd.
Voorschriften
Naast toepassingsbereik en melding gelden er bepaalde voorschriften. Deze vindt u op de pagina inhoudelijke regels opslaan van brandbare vloeistoffen anders dan diesel in ondergrondse opslagtanks.
ADR
Op 30 september 1957 te Genève tot stand gekomen Europese Overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg (Trb. 1959, 171). Dit staat in bijlage I van het Besluit activiteiten leefomgeving.
Uitleg
ADR staat voor Accord européen relatif au transport international de marchandises Dangereuses par Route. Afhankelijk van de specifieke eigenschappen van de gevaarlijke stoffen zijn deze ingedeeld in gevarenklassen. Meer informatie staat op de ADR-pagina van het RIVM.