Toepassingsbereik en melding opslaan van kuilvoer of vaste bijvoedermiddelen (paragraaf 4.84 Bal)
Voor de milieubelastende activiteit 'opslaan van kuilvoer of vaste bijvoedermiddelen' gelden inhoudelijke regels uit hoofdstuk 4 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Op deze pagina leest u meer over het toepassingsbereik (wat eronder valt) en de gegevens die bij een melding aangeleverd moeten worden.
Let op: deze regels gelden alleen als hoofdstuk 3 van het Bal deze aanwijst.
Toepassingsbereik: dit valt eronder
De regels in paragraaf 4.84 gelden voor het opslaan van kuilvoer of vaste bijvoedermiddelen.
Kuilvoer
Kuilvoer is veevoer dat is ingekuild. Kuilgras en snijmaïs zijn de meest voorkomende gewassen die worden ingekuild. Het inkuilen zorgt voor een natuurlijke wijze van conserveren door fermentatie. Op deze manier kan het product langer bewaard worden.
Vaste bijvoedermiddelen
Vaste bijvoedermiddelen zijn plantaardige restproducten uit de landbouw en tuinbouw. Ook de plantaardige restproducten afkomstig van voedselbereiding en voedselverwerking vallen eronder. Dat geldt niet voor voedselresten afkomstig van restaurants, cateringfaciliteiten en keukens. Bijvoedermiddelen worden gebruikt om brijvoer te maken. Bijvoedermiddelen zijn vaak afkomstig van de zuivel-, tarwe-, aardappel-, maïs-, of bietenproductie.
Melding
Het is verboden deze activiteit te starten zonder dit ten minste 4 weken van tevoren te melden. De melding bevat 2 soorten gegevens:
- algemene gegevens (zie hiervoor Meldingsplicht milieuregels Bal)
- specifieke gegevens voor deze activiteit:
- de lozingsroutes
- bij lozing op een oppervlaktewaterlichaam: de locaties van de lozingspunten
Voorschriften
Naast toepassingsbereik en melding gelden er bepaalde voorschriften. Deze vindt u op de pagina Inhoudelijke regels opslaan van kuilvoer of vaste bijvoedermiddelen.