Wat de Omgevingswet betekent voor bedrijven
Wanneer de Omgevingswet in werking treedt, hoeven bedrijven die zelf niets veranderen niets te doen. Bedrijven hoeven voor een inrichting niet opnieuw een melding te doen en omgevingsvergunningen voor een inrichting blijven automatisch gelden.
Wat is de huidige situatie (vóór inwerkingtreding van de Omgevingswet)?
Het Activiteitenbesluit milieubeheer maakt onderscheid in inrichtingen type A, B en C.
Type A en B
De meeste bedrijven (circa 95 procent) zijn type A of B. Voor die bedrijven staan de milieuregels in het Activiteitenbesluit. Voor type B geldt daarbij een meldplicht.
Type C
Type C geldt voor ongeveer 5 procent van de bedrijven. Die hebben een omgevingsvergunning nodig voor het oprichten en exploiteren van de inrichting. Die bedrijven moeten – naast de vergunningseisen – gewoonlijk ook nog aan milieuregels in het Activiteitenbesluit voldoen.
Wat verandert er ná inwerkingtreding van de Omgevingswet?
In de Omgevingswet is het begrip inrichting geschrapt. Ook type A, B en C bestaat niet meer. Voortaan gaat het over milieubelastende activiteiten. Binnen 1 bedrijf kunnen meerdere milieubelastende activiteiten plaatsvinden. De milieubelastende activiteiten vindt u in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal). Daarin staat ook of een milieubelastende activiteit vergunningplichtig is en aan welke algemene regels in het Bal moet worden voldaan. Die algemene regels zelf staan in hoofdstuk 4 en 5 van het Bal.
Een voorbeeld. Paragraaf 3.4.9 Bal gaat over de Rubber- en kunststofindustrie. In artikel 3.134 worden de milieubelastende activiteiten aangewezen, zoals 'het verwerken van elastomeren'. Ook uitzonderingen staan in dat artikel. In artikel 3.135 worden vergunningplichtige gevallen aangewezen. Artikel 3.318 somt de algemene regels op waaraan u moet voldoen. Zo geldt paragraaf 4.104 van het Bal voor het opslaan van goederen.
Een uitleg per milieubelastende activiteit, inclusief een bespreking van de vergunningplicht en de algemene regels die van toepassing zijn, vindt u op de pagina Milieubelastende activiteiten hoofdstuk 3 Bal.
Voor de meeste bedrijven staan ná inwerkingtreding van de Omgevingswet de milieuregels dus in het Bal. Een klein percentage van de bedrijven heeft een omgevingsvergunning nodig voor het uitvoeren van een milieubelastende activiteit. Die bedrijven moeten daarnaast soms ook nog aan milieuregels in het Bal voldoen.
Worden uw activiteiten in hoofdstuk 3 van het Bal niet genoemd als milieubelastende activiteit, dan gelden geen vergunningplicht of algemene regels op grond van het Bal. Dat is bijvoorbeeld het geval voor bedrijven in de detailhandel en horeca. Voor die bedrijven zijn wel algemene milieuregels opgenomen in het omgevingsplan van de gemeente.
Wat verandert er voor een bedrijf dat zelf niet verandert (op moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet)?
Een bedrijf dat niets verandert aan de eigen bedrijfsvoering, hoeft met het in werking treden van de Omgevingswet niet direct iets te doen.
Sommige speciale uitzonderingen en voorwaarden komen niet terug in hoofdstuk 3 van het Bal. In het systeem van het Bal ligt het meer voor de hand om deze waar nodig met maatwerkvoorschriften te regelen. Deze uitzondering blijft nog 2 kalenderjaren na de inwerkingtreding van de Omgevingswet van toepassing. Afhankelijk van de bedrijfssituatie kan het dus wel nodig zijn om hier maatwerk voor aan te vragen. (Zie voor meer informatie de pagina Overgangsrecht voorwaarden en uitzonderingen oude AMvB's.)
Type A en B
Het merendeel van de bedrijven type A of B die vóór inwerkingtreding van de Omgevingswet moeten voldoen aan de milieuregels in het Activiteitenbesluit, moet na inwerkingtreding van de Omgevingswet voldoen aan nagenoeg gelijke regels in het Bal. Bedrijven type B hoeven voor een inrichting niet opnieuw een melding te doen. Dat regelt het overgangsrecht.
Voor een groot aantal bedrijven (zoals onder andere in de detailhandel en horeca), waarvoor vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet het Activiteitenbesluit gold, gaat het Bal echter niet gelden. Zij vinden hun milieuregels in het omgevingsplan van de gemeente. Die zijn op het moment dat de Omgevingswet in werking treedt nagenoeg gelijk aan de milieuregels die nu voor hen gelden in het Activiteitenbesluit. Dat regelt het overgangsrecht.
Type C
Als een bedrijf type C een omgevingsvergunning heeft voor een inrichting, verandert die automatisch in een omgevingsvergunning voor de activiteiten die na invoering van de Omgevingswet nog vergunningplichtig zijn. Ook oude meldingen in het kader van het Activiteitenbesluit blijven gelden. Dat regelt het overgangsrecht.
Wat verandert er voor een bedrijf dat wel wil veranderen?
Een bedrijf dat iets wil veranderen aan de eigen bedrijfsvoering, moet onder de Omgevingswet in hoofdstuk 3 van het Bal nagaan of het een omgevingsvergunning nodig heeft voor een milieubelastende activiteit. Ook moet het bedrijf nagaan of er milieuregels gelden op grond van het Bal of het omgevingsplan. Dat kan via het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Het DSO vervangt het Omgevingsloket Online (OLO) voor vergunningaanvragen en de Activiteiten Internet Module (AIM) voor het doen van een melding.
Kunnen gemeenten via aanpassing van het omgevingsplan bepaalde milieueisen op termijn aanscherpen en afzwakken?
Op het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn de milieuregels dus nagenoeg hetzelfde als de milieuregels vóór inwerkingtreding van de Omgevingswet. Voor bedrijven is het wel goed zich te realiseren dat de gemeenteraad – bij of na de invoering van de Omgevingswet – via een wijziging van het omgevingsplan eventueel extra, mogelijk zwaardere of lichtere algemene milieueisen voor bedrijven – in een bepaald gebied – kan opnemen. Voor de bedrijven die grotendeels te maken hebben met de milieueisen in het Bal of met een vergunning, zal de gemeente in het algemeen slechts bij een beperkt aantal milieuonderwerpen eigen milieueisen in het omgevingsplan opnemen. Een voorbeeld hiervan is geluid. Bij iedere omgevingsplanwijziging hebben bedrijven de mogelijkheid van inspraak en eventueel beroep.
Op de pagina Uitleg voor het bedrijfsleven vindt u meer informatie over de Omgevingswet en het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) specifiek gericht op bedrijven. Er is een onderverdeling gemaakt in grote bedrijven, midden- en kleinbedrijf, adviesbureaus, softwareleveranciers, planologische bureaus en landbouwbedrijven.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.