Periodieke metingen voor grote stookinstallaties en afval(mee)verbrandingsinstallaties
Voor grote stookinstallaties gelden de voorschriften van paragraaf 4.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Voor afval(mee)verbrandingsinstallaties gelden de voorschriften van paragraaf 4.4. Als er voor een component een periodieke meetverplichting naar lucht geldt, moet een geaccrediteerde meetinstantie regelmatig de concentratie in het rookgas meten.
Controleer welke meetverplichting geldt voor uw grote stookinstallatie of afval(mee)verbrandingsinstallatie.
Let op: Deze informatie geldt voor grote stookinstallaties en afval(mee)verbrandingsinstallaties. Wanneer in dit artikel verwijzingen naar het Bal staan, is eerst het artikelnummer voor grote stookinstallaties gegeven en daarna het artikelnummer voor afval(mee)verbrandingsinstallaties.
Meetinstantie
Een geaccrediteerde meetinstantie voert periodieke metingen aan grote stookinstallaties uit. Op de website van de Raad voor Accreditatie is na te gaan welke meetinstanties dit zijn.
Periodieke meting
De geaccrediteerde meetinstantie legt tijdens periodiek meten de concentratie in het rookgas van specifieke componenten vast gedurende een vastgestelde periode. Het is belangrijk dat de periodieke meting aan de vastgestelde eisen voor de uitvoering voldoet.
Eisen aan de uitvoering
De eisen voor het correct uitvoeren van periodieke metingen zijn:
- de meting is uitgevoerd tijdens representatief gebruik van de installatie
- een periodieke meting bestaat uit een serie van drie deelmetingen van een half uur. Als dat meettechnisch niet mogelijk is, kan de deelmeting ten hoogste twee uur duren (artikel 4.48 van het Bal, artikel 4.84 van het Bal).
- een periodieke meting van kwik, cadmium, thallium, antimoon, arseen, chroom, kobalt, lood, mangaan, nikkel en vanadium bestaat uit een deelmeting van ten minste een half uur tot maximaal acht uur (artikel 4.84 van het Bal).
- een periodieke meting van dioxinen en furanen bestaat uit een deelmeting van ten minste zes uur en maximaal acht uur.
- de monstername en analyse moeten worden uitgevoerd volgens de Standaard Referentie Methode
Het bedrijf meldt emissiemetingen ten minste twee weken voor de meting aan bij het bevoegd gezag. Op deze manier heeft het bevoegd gezag de gelegenheid om de uitvoering van een periodieke meting te beoordelen voordat deze plaatsvindt. Wanneer de metingen niet doorgaan, deelt het bedrijf dit minimaal op de dag dat de meting zou plaatsvinden met het bevoegd gezag (artikel 4.49 van het Bal, artikel 4.85 van het Bal).
Kwaliteitsborging
Op emissiemetingen is ook de Europese norm NEN-EN 15259 van toepassing. Dit staat in lid 1 van artikel 4.40 van het Bal en lid 1 van artikel 4.78 van het Bal. Deze norm stelt eisen aan het verrichten van periodieke metingen, zoals onder andere de bedrijfsomstandigheden, de monstername, het meetvlak, de bemonsteringspunten en de meetlocatie. De norm geeft ook aan welke gegevens een laboratorium in een meetrapport moet opnemen.
Het is belangrijk dat de kwaliteit van de periodieke meting ook is gewaarborgd voor specifieke componenten. Voor het meten naar specifieke componenten is de meet- en monstername en analysemethode vastgelegd in verschillende normbladen. Dit staat in lid 2 van artikel 4.40 van het Bal en lid 2 van artikel 4.78 van het Bal.
Opstellen meetplan
NEN-EN 15259 geeft aan dat de toegepaste meetnormen, de monstername en de bedrijfscondities tijdens metingen in een vooraf opgesteld meetplan zijn vastgelegd. Het is verstandig om het meetplan twee weken voorafgaand aan de meting aan het bevoegd gezag voor te leggen. Dit voorkomt dat er achteraf discussie ontstaat over de representativiteit van de meetresultaten.
Let op: er gelden ook andere voorschriften
Naast de voorschriften voor het uitvoeren van periodieke metingen gelden ook andere voorschriften. Deze vindt u op Grote stookinstallaties (overzicht) en op Afval(mee)verbrandingsinstallaties (overzicht).