Registratie en verslaglegging bij kleine en middelgrote stookinstallaties
Voor 'kleine en middelgrote stookinstallaties' gelden, afhankelijk van de brandstof, de voorschriften in paragraaf 4.126 en 4.127 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Er gelden registratieverplichtingen voor het bedrijf. Kleine en middelgrote stookinstallaties hebben verschillende rapportageverplichtingen voor meten en keuren. Daarnaast kan een bedrijf verplicht zijn om een milieujaarverslag op te stellen.
Let op: deze pagina behandelt regels die gelden voor kleine en middelgrote stookinstallaties voor standaard brandstoffen en middelgrote stookinstallaties voor niet-standaard brandstoffen. De artikelnummers uit het Bal staan in volgorde van standaard brandstoffen en daarna niet-standaard brandstoffen, tenzij anders aangegeven.
Op deze pagina
Onderwerpen op deze pagina:
- Registratieverplichtingen bij kleine en middelgrote stookinstallaties
- Verslaglegging
- Andere voorschriften
Registratieverplichtingen bij kleine en middelgrote stookinstallaties
Registratie bij de stookinstallatie
Het bedrijf moet bepaalde informatie over de stookinstallatie bewaren, zodat het bevoegd gezag deze op verzoek kan inzien. Veel van deze informatie is te vinden in het meetrapport of het keuringsrapport. In het Bal staan registratieverplichtingen voor kleine en middelgrote stookinstallaties (artikel 4.1330 en 4.1368):
- aantal draaiuren
- meetresultaten en andere meetgegevens
- brandstofgebruik (type en hoeveelheid)
- overzicht van storingen en uitvallen emissiebeperkende techniek
- overschrijdingen van de emissiegrenswaarde en daarna getroffen maatregelen
- keuringsrapport van de stookinstallatie (bij een keuringsplicht)
- bewijs van onderhoud (met datum)
Voor stookinstallaties voor niet-standaard brandstoffen geldt geen algemene keuringsplicht. Bij ontbreken van een keuringsplicht zijn punt 6 en 7 niet van toepassing voor de stookinstallatie.
De vereiste gegevens moeten minstens 6 jaar bij de stookinstallatie bewaard blijven.
Registratie werking automatische meetsystemen bij stookinstallaties
Afhankelijk van de meetverplichting kan er een automatisch meetsysteem (AMS) aanwezig zijn bij de stookinstallatie. In dat geval moet het bedrijf bepaalde informatie monitoren en registreren:
- perioden van starten, stopzetten van de stookinstallatie en storingen aan de stookinstallatie
- uren met storingen aan het AMS en onderhoudsperioden van het AMS
De bovenstaande informatie gebruikt het bedrijf voor het selecteren van geldige meetresultaten. De registratie van storingen aan het AMS is ook om te controleren of het systeem betrouwbaar genoeg is voor het continu meten van de emissie.
Verslaglegging
Inhoud meetrapport
De meetinstantie rapporteert in ieder geval de volgende gegevens in bij de uitvoering van emissiemetingen (volgens de NEN-EN 15259):
- naam en adres van de meetinstantie
- naam en adres van de opdrachtgever (het bedrijf)
- meetplan met:
- bedrijfslocatie en adres
- installatie
- Identificatie en beschrijving meetplaats
- procesbeschrijving
- emissiereductietechniek (indien van toepassing)
- meetdoel
- bedrijfsomstandigheden
- te meten componenten
- meetmethoden
- verslaglegging over de uitvoering, met:
- datum en tijd van de meting(en)
- type meetapparatuur (met rapportage kalibratie en meetonzekerheid)
- afwijkingen van het meetplan met onderbouwing
- meetvlakbeoordeling
- werkelijke bedrijfsomstandigheden tijdens meting
- resultaten:
- gemiddeld gemeten concentratie
- berekeningsmethoden
- meetonzekerheid
- beoordeling representativiteit bedrijfsomstandigheden
Bij de rapportage van continue metingen verwijst de meetdienst naar de ruwe meetgegevens. De meetdienst rapporteert de gecorrigeerde meetgegevens in het meetrapport. Verder kunnen rapportagevoorschriften volgen uit de gebruikte meetnormen voor componenten.
De rapportageregels uit de NEN-EN 14181 gelden als het bedrijf zelf emissies meet met een AMS.
Inhoud keuringsrapport
Als voor de stookinstallatie een keuringsplicht geldt, doet de inspecteur verslag van de keuring in een keuringsrapport. Het keuringsrapport bevat minimaal (Bal artikel 4.1327 of Bbl artikel 6.39a lid 1):
- naam en adres van de gebruiker
- adres van de stookinstallatie
- unieke identificatie van de stookinstallatie
- 4-cijferige NACE-code Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) van de bedrijfstak waarvan de stookinstallatie deel uitmaakt
- nominaal thermisch ingangsvermogen (in MW) van de stookinstallatie
- type stookinstallatie
- type brandstof
- datum van ingebruikname
- verwachte aantal bedrijfsuren en gemiddelde belasting tijdens gebruik
- datum en meetresultaten van laatst verrichte emissiemetingen (minimaal CO en CO2) tijdens metingen
- veranderingen in bedrijf van de stookinstallatie waardoor een ander emissiegrenswaarde geldt (bijvoorbeeld gebruik van een andere brandstof)
Verklaring van minder dan 500 uur bedrijf voor stookinstallaties die gebruikmaken van de 500-uurregeling.
Milieujaarverslag
Stookinstallaties kunnen een onderdeel zijn van een milieubelastende activiteit die onder de Europese PRTR-verordening valt. Een bedrijf is verplicht om voor deze milieubelastende activiteiten een Integraal PRTR-verslag op te stellen. Als de stookinstallatie individueel de drempelwaarde van een stof overschrijdt, moet het bedrijf dit in een afzonderlijke tabel rapporteren. Wanneer de stookinstallatie onderdeel is van een onder E-PRTR vallende inrichting, moet het bedrijf de meetresultaten gebruiken voor het bepalen van de jaarlijkse emissies.
De metingen zijn in de vorm van concentratiemetingen. Deze moeten voor het PRTR-verslag worden omgerekend naar totale vracht. Voor het Integraal PRTR-verslag gaat het om de totale vracht in het verslagjaar. Dit betekent dat de emissie tijdens starten, stoppen en storingen meegenomen moet worden. Een aftrek van meetonzekerheid (in de vorm van het 95%-betrouwbaarheidsinterval) is niet toegestaan.
Het bedrijf is ook verplicht om de gerapporteerde jaaremissie van de 5 vorige jaren te bewaren. Daarbij moet het bedrijf ook de methode en gegevens gebruikt voor het bepalen van de jaaremissie bewaren. Deze registratieverplichting volgt uit artikel 5 lid 5 van de PRTR-verordening.
Let op: er gelden ook andere voorschriften
Naast de voorschriften voor het meten van emissies bij kleine en middelgrote stookinstallaties gelden er ook andere voorschriften:
- Standaard brandstoffen: inhoudelijke regels kleine en middelgrote stookinstallaties voor standaard brandstoffen.
- Niet-standaard brandstoffen: inhoudelijke regels middelgrote stookinstallaties voor niet-standaard brandstoffen.
NACE-code
Een code die de Europese Unie toekent aan een bepaalde klasse van economische activiteiten.