Scheiden sloopafval

Scheiden gevaarlijk sloopafval

Degene die de sloopwerkzaamheden verricht, moet het volgende, gevaarlijke sloopafval op het sloopterrein scheiden:

• teerhoudende dakbedekking (met of zonder dakbeschot)
• teerhoudend asfalt
• gasontladingslampen
• andere gevaarlijke afvalstoffen van hoofdstuk 17 van de afvalstoffenlijst (zie Handreiking EURAL, pagina 96 en 97)

Dit staat in artikel 7.25, lid 1 van het Bbl. Het mengen of verder scheiden (uit elkaar halen) van gevaarlijke afvalstoffen mag niet. Ze moeten op het sloopterrein gescheiden blijven en afvoer moet gescheiden plaatsvinden.

Scheiden mag soms ergens anders

Als het scheiden op het sloopterrein redelijkerwijs niet mogelijk is, mag het scheiden van de genoemde afvalstromen op een andere locatie plaatsvinden (artikel 7.25, lid 4 Bbl).

Scheiden ongevaarlijk sloopafval

Degene die de sloopwerkzaamheden verricht, moet het volgende, ongevaarlijke sloopafval op het sloopterrein scheiden:

• bitumineuze dakbedekking (met of zonder dakbeschot)
• niet-teerhoudend asfalt
• vlakglas (met of zonder kozijn)
• gipsblokken en gipsplaatmateriaal
• dakgrind
• armaturen

Dit staat in artikel 7.26, lid 1 van het Bbl. Ze moeten op het sloopterrein gescheiden blijven en afvoer moet gescheiden plaatsvinden. Als een genoemde afvalstroom (deels) vervuild is met gevaarlijk sloopafval, dan geldt daarvoor hetgeen hiervoor staat bij 'scheiden gevaarlijk sloopafval'.

Scheiden mag soms ergens anders

Als het scheiden op het sloopterrein redelijkerwijs niet mogelijk is, mag het scheiden van de genoemde afvalstromen op een andere locatie plaatsvinden (artikel 7.26, lid 4 Bbl).

Scheiden niet verplicht bij kleine hoeveelheid

Scheiden van een genoemde ongevaarlijke afvalstroom is niet verplicht als die fractie minder dan 1 m³ groot is (artikel 7.26, lid 3 Bbl).

Opslaan en afvoeren van asbest

Voor het opslaan van asbesthoudend afval op het sloopterrein en het afvoeren ervan gelden aparte regels. Zie hiervoor Verwijderen asbest.