Bouwregels en toepassen aansturingstabellen in het Bbl
De eisen die het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) stelt aan bouwwerken zijn afgestemd op het gebruik. Het beoordelen van een bouwwerk gebeurt dan ook op basis van gebruiksfuncties. In zogenoemde aansturingstabellen staat welke eisen op welke gebruiksfuncties van toepassing zijn.
Indeling in gebruiksfuncties
Om een bouwwerk te beoordelen op de regels van het Bbl, moet een bouwwerk ingedeeld worden in gebruiksfuncties Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Een bouwwerk bestaat vaak uit meerdere gebruiksfuncties. Een winkel kan naast de winkelfunctie bijvoorbeeld bestaan uit een kantoor (kantoorfunctie), een magazijn (industriefunctie) en een personeelskantine (bijeenkomstfunctie). Dit noemen we nevengebruiksfuncties Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Uit deze indeling in gebruiksfuncties volgen de regels die van toepassing zijn op de technische bouwactiviteit, het in stand houden van een bestaand bouwwerk of het gebruiken van een bouwwerk.
Opdeling in gebruiksgebieden en ‘restruimten’
Voor de beoordeling is binnen de gebruiksfuncties een verdere opdeling nodig in ruimten. Een gebouw bestaat uit een of meer gebruiksgebieden en ‘restruimten’ zoals technische ruimten en toiletruimten. Zie ook de pagina Vrije indeelbaarheid. Ook de constructies waaruit een gebouw bestaat en de installaties in een gebouw zijn van belang bij de beoordeling van een gebouw.
Gemeenschappelijke ruimten en voorzieningen
Soms zijn er in een bouwwerk gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen. Denk aan een gemeenschappelijke trap in een verzamelgebouw. Die moet dan voldoen aan de eisen voor alle gebruiksfuncties die op deze trap zijn aangewezen.
Aansturingstabellen
Het Bbl maakt gebruik van zogenoemde aansturingstabellen. Hierin staat per gebruiksfunctie welke eisen van toepassing zijn. Dit maakt het mogelijk om zowel complexe gebouwen als eenvoudige gebouwen te beschrijven en te beoordelen. Iedere paragraaf in hoofdstuk 3 (bestaande bouw), hoofdstuk 4 (nieuwbouw) en hoofdstuk 5 (verbouw) van het Bbl heeft een aansturingsartikel, meestal gevolgd door een aansturingstabel. De opbouw van deze artikelen is altijd hetzelfde.
Eerste lid: functionele eis of doelvoorschrift
In het eerste lid staat de functionele eis (doelvoorschrift). De functionele eis beschrijft waaraan het bouwwerk moet voldoen wat betreft het onderwerp van die paragraaf. Bijvoorbeeld paragraaf 4.2.3, 'Afscheiding aan een rand van een vloer, trap of hellingbaan'. Voor dit onderwerp geldt bijvoorbeeld dat een bouwwerk voorzieningen moet hebben om zo veel mogelijk te voorkomen dat mensen van de rand van een vloer (verdieping) vallen (artikel 4.19, lid 1).
Tweede lid: prestatie-eisen of middelvoorschriften
In het tweede lid staan de prestatie-eisen. Als er voor een gebruiksfunctie in de aansturingstabel regels staan, dan kan door deze regels (middelvoorschriften) na te leven worden voldaan aan de functionele eis in het eerste lid.
In een aansturingstabel als tabel 4.19 staan in de verticale kolom de gebruiksfuncties (altijd in dezelfde volgorde). In de horizontaal kolom staan de verschillende artikelen en leden daarvan. Vervolgens is in de tabel eenvoudig af te lezen of voor een bepaalde gebruiksfunctie een bepaald artikel of artikellid van toepassing is.
Gelijkwaardige maatregel
De initiatiefnemer kan aan de doelvoorschriften voldoen door de middelvoorschriften toe te passen. Maar dit kan ook door middel van een gelijkwaardige maatregel. Artikel 4.7 van de Omgevingswet geeft het recht om een maatregel toe te passen die gelijkwaardig is aan de maatregel (doelvoorschrift) voorgeschreven in het Bbl.
Geen regels aangewezen in de tabel
Met behulp van de aansturingstabel kunt u dus zien met welke regels u bij een bepaalde gebruiksfunctie kunt voldoen aan het aansturingsartikel. Maar het komt voor dat er in de tabel voor een gebruiksfunctie geen enkel artikel staat aangegeven. Dit is vaak zo bij gebruiksfunctie 12 (bouwwerk geen gebouw zijnde). Bijvoorbeeld in tabel 4.219.
Volgens artikel 4.4 'Toepassingsbereik: aansturingsartikel niet van toepassing' is geen enkele regel van de paragraaf waarin de tabel staat op die gebruiksfunctie van toepassing. Dit betekent dat de functionele eis van artikel 4.219 (een bouwwerk heeft zodanige voorzieningen voor de bestrijding van brand, dat brand binnen redelijke tijd kan worden bestreden), alleen geldt voor een wegtunnel met een tunnellengte van meer dan 250 m. Maar deze eis geldt niet voor andere zogenoemde bouwwerken geen gebouw zijnde.
Let op: op deze hoofdregel zijn enkele uitzonderingen. Dit zijn gevallen waarin de functionele eis wél van toepassing is, ook al staan er voor een bepaalde gebruiksfunctie in de aansturingstabel geen regels. Bij nieuwbouw is dit het geval bij de volgende aansturingsartikelen:
- 4.16 (Constructieve veiligheid bij brand)
- 4.49 (Beperking van uitbreiding van brand)
- 4.56 (Verdere beperking van uitbreiding van brand en beperking van verspreiding van rook)
- 4.83 (Hulpverlening bij brand)
- 4.171 (Buitenberging)
- 4.207 (Tijdig vaststellen van brand)
In hoofdstuk 3 van het Bbl is in artikel 3.4 een vergelijkbare regel voor bestaande bouw opgenomen.
Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.
Gebruiksfunctie
Gedeelte van 1 of meer bouwwerken die dezelfde gebruiksbestemming hebben en die samen een gebruikseenheid vormen. Deze begripsbepaling staat in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
Lees meer op Gebruiksfuncties van bouwwerken.
Nevengebruiksfunctie
De definitie van nevengebruiksfunctie volgens het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is: een gebruiksfunctie die ten dienste staat van een andere gebruiksfunctie. Een voorbeeld van een nevengebruiksfunctie bij een schoolgebouw (onderwijsfunctie) is een gymnastieklokaal (sportfunctie) of een kantine (bijeenkomstfunctie).
Ga voor meer informatie naar de pagina Nevengebruiksfuncties.