Rechtens verkregen niveau in het Bbl
Het Besluit bouwwerken leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bbl) hanteert verschillende kwaliteitsniveaus. Bij verbouwingen geldt vaak het rechtens verkregen niveau. Dit betekent dat de kwaliteit van een bouwwerk na de verbouwing niet slechter mag zijn dan voor de verbouwing.
Inhoud deze pagina
- Verworven rechten
- Bestaande kwaliteit is actuele kwaliteitsniveau
- Toevoegen nieuw onderdeel aan bestaand bouwwerk
- Tussen nieuwbouwniveau en niveau bestaande bouw
- Niveau bestaande bouw als ondergrens rechtens verkregen niveau
- Kwaliteitsniveau verbouw niet automatisch rechtens verkregen niveau
- Rechtens verkregen niveau en feitelijke kwaliteitsniveau
- Aantonen rechtens verkregen niveau
- Voorwaarden rechtens verkregen niveau
Verworven rechten
Verworven rechten zijn een van de uitgangspunten van het Bbl. Het principe van verworven rechten (rechtens verkregen niveau) houdt in dat bestaande bouwwerken zoveel mogelijk worden ontzien wanneer bestaande technische eisen worden aangescherpt of nieuwe eisen worden geïntroduceerd.
Bij rechtens verkregen niveau mag de kwaliteit nooit slechter zijn dan het minimumniveau voor bestaande bouw en hoeft niet hoger te zijn dan het nieuwbouwniveau. Natuurlijk mag u wel (vrijwillig) een hogere kwaliteit realiseren.
Bestaande kwaliteit is actuele kwaliteitsniveau
De bestaande kwaliteit is de technische kwaliteit van een bouwwerk van vóór de verbouwing: het actuele kwaliteitsniveau. Deze technische kwaliteit is bijvoorbeeld de:
- isolatiewaarde van de gevel en het glas
- plafondhoogte in een verblijfsruimte
- geluidwering van de muur tussen 2 gebruiksfuncties
- afmeting van een verblijfsruimte
Houd er rekening mee dat het technisch kwaliteitsniveau van een bouwwerk in de loop der jaren minder kan worden. Dit komt door slijtage door gebruik of veroudering door weersinvloeden. Dit wordt autonome kwaliteitsvermindering genoemd.
Toevoegen nieuw onderdeel aan bestaand bouwwerk
Voegt u een nieuw onderdeel aan een bestaand bouwwerk toe, dan is er vaak geen actueel kwaliteitsniveau waaraan u kunt voldoen. In dat geval gelden de eisen voor bestaande bouw. Als het kwaliteitsniveau voorafgaand aan de verbouwing hoger is dan het nieuwbouwniveau, dan mag u bij verbouwing in kwaliteit teruggaan tot het actuele nieuwbouwniveau.
Tussen nieuwbouwniveau en niveau bestaande bouw
Het rechtens verkregen niveau is voor elk bouwwerk verschillend. Het is het kwaliteitsniveau van het bouwwerk zoals het er staat. Bij pas opgeleverde bouwwerken moet het rechtens verkregen niveau minimaal gelijk zijn aan het niveau voor nieuwbouw (als de nieuwbouweisen niet zijn veranderd). Hoe ouder het bouwwerk, hoe meer die kwaliteit kan verminderen door slijtage en veroudering. Ook geldt hoe ouder het bouwwerk hoe groter de kans dat de nieuwbouweisen zijn aangescherpt. Het verschil tussen het rechtens verkregen niveau en het nieuwbouwniveau wordt dus met de jaren groter.
Niveau bestaande bouw als ondergrens rechtens verkregen niveau
Elk bouwwerk moet minimaal voldoen aan de regels voor bestaande bouw. Daarom vormt het niveau voor de bestaande bouw ook de ondergrens van het rechtens verkregen niveau. De nieuwbouwregels vormen de bovengrens van het rechtens verkregen niveau. Is het kwaliteitsniveau van vóór de verbouwing hoger dan het nieuwbouwniveau? Dan mag de kwaliteit bij de verbouwing verminderen. Maar alleen zolang de kwaliteit daardoor niet onder het actuele nieuwbouwniveau komt. Dit is van groot belang als het kwaliteitsniveau van het bouwwerk in een bepaald opzicht wordt verminderd.
Kwaliteitsniveau verbouw niet automatisch rechtens verkregen niveau
Bij verbouw zijn de nieuwbouwregels (artikelen 4.2 tot en met 4.246 Bbl) van toepassing maar niet het daarin opgenomen eisenniveau. Het minimum eisenniveau dat bij verbouw moet worden aangehouden is het rechtens verkregen niveau, tenzij afdeling 5.3 (artikel 5.8 tot en met 5.21d) van het Bbl anders bepaalt. Er zijn bijvoorbeeld voorschriften waarvoor een prestatieniveau geldt (zoals artikelen 5.10a, 5.11 en 5.12 Bbl). Andere voorschriften verwijzen naar een specifiek niveau. Bijvoorbeeld bij de warmteweerstand van de thermische isolatie van een uitwendige scheidingsconstructie (Rc). Daar geldt het rechtens verkregen niveau, maar wel met een minimumwaarde van 1,4 (artikel 5.20 Bbl).
Het rechtens verkregen niveau geldt ook niet in de volgende situaties:
- Als het rechtens verkregen niveau lager is dan dat voor bestaande bouw. Dan gelden de regels voor bestaande bouw.
- Als het rechtens verkregen niveau hoger is dan dat voor nieuwbouw. Dan hoeft na verbouwing het kwaliteitsniveau niet hoger te zijn dan het niveau van nieuwbouw.
- Bij het volledig vernieuwen of compleet nieuw installeren van bouwwerkinstallaties Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Dan gelden de nieuwbouweisen (artikel 5.4, lid 3 Bbl). Bij gedeeltelijke vernieuwing geldt wel het rechtens verkregen niveau, met als ondergrens het niveau voor bestaande bouw.
Rechtens verkregen niveau en feitelijke kwaliteitsniveau
In de meeste gevallen komt het rechtens verkregen niveau overeen met het feitelijke kwaliteitsniveau van het bouwwerk. Het feitelijke kwaliteitsniveau is dan het resultaat van toepassing van de geldende eisen bij de oorspronkelijke bouw en de latere verbouwingen.
Is er tijdens de levensduur van het bouwwerk op een bepaald moment geen rekening gehouden met de geldende technische eisen? Dan is de situatie anders. Het is dan mogelijk dat het rechtens verkregen niveau hoger ligt dan het feitelijke kwaliteitsniveau van het bouwwerk. In dat geval is niet het feitelijk kwaliteitsniveau maatgevend, maar het kwaliteitsniveau van de geldende technische eisen waar men rekening mee had moeten houden.
Aantonen rechtens verkregen niveau
Degene die wil gaan verbouwen moet het rechtens verkregen niveau aantonen. In de meeste gevallen zal dat duidelijk zijn en zal met de verbouw zelfs een hoger niveau worden gerealiseerd. Er is alleen aanvullende informatie nodig als het bevoegd gezag bij een eerste beoordeling twijfelt over het rechtens verkregen niveau. Soms is een uitgebreid historisch onderzoek nodig.
Voor zover een bouwwerk vergunningplichtig was, volgen deze eisen uit de daarvoor verleende vergunning. Mocht een bouwwerk of gedeelte daarvan vergunningvrij gebouwd worden? Dan gaat het om de eisen die op het moment van dat vergunningvrije bouwen van toepassing waren.
Voorwaarden rechtens verkregen niveau
Om aan de bestaande kwaliteit rechten te kunnen ontlenen, stelt het Bbl een aantal voorwaarden:
- Het bouwwerk mag géén illegaal bouwwerk zijn. Hiermee wordt het volgende bedoeld:
- Voor het bouwen van het bouwwerk is een bouw- of omgevingsvergunning verleend.
- Het bouwwerk is gebouwd zoals de tekening bij de bouw- of omgevingsvergunning aangeeft.
- Het gebruik van het bouwwerk wijkt niet af van het gebruik dat is toegelaten in het omgevingsplan.
- De kwaliteit van het bouwwerk mag niet slechter zijn dan het eisenniveau voor bestaande bouw.
- Een uitzondering geldt voor vergunningvrije veranderingen, zoals een dakraam, dakkapel of uitbouw. Deze zijn legaal als ze voldoen aan:
- De eisen op basis waarvan de verandering een vergunningvrije verandering is.
- De nieuwbouweisen die golden op het moment van de bouw van dat vergunningvrije bouwwerk.
Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.
Bouwwerkinstallatie
Voor het functioneren van een bouwwerk of een gedeelte daarvan noodzakelijke voorziening van niet-bouwkundige aard. Deze begripsbepaling staat in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
Voorbeelden van bouwwerkinstallaties zijn: mechanische ventilatievoorzieningen, de drink- of warmwatervoorziening, de binnenriolering, rookmelders en een brandmeldinstallatie.
Gerelateerd begrip
Binnen het begrip van 'bouwwerkinstallatie' is de begripsbepaling 'bouwwerk' uit de bijlage bij de Omgevingswet van toepassing: constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerkgebonden installaties anders dan een schip dat wordt gebruikt voor verblijf van personen en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart.