Informatie opvragen bij milieubelastende activiteiten
Op deze pagina leggen we uit welke manieren het bevoegd gezag heeft om extra informatie op te vragen over een milieubelastende activiteit, en op grond waarvan het dat mag doen.
Soms niet alle informatie
Degene die een milieubelastende activiteit wil gaan verrichten, of al verricht, moet allerlei gegevens aanleveren aan het bevoegd gezag. Denk aan gegevens bij de aanvraag, een meldingsplicht, een plicht gegevens en bescheiden te verschaffen en een plicht om te informeren. Soms heeft het bevoegd gezag daarmee nog niet alle informatie binnen die het nodig heeft. Hieronder bespreken we een aantal mogelijkheden om toch aan extra informatie te komen.
1 Met het vragen om aanvullende gegevens bij een aanvraag omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit
In het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) staan de standaardgegevens die een aanvrager van een omgevingsvergunning moet aanleveren. Daarnaast moet de aanvrager alle gegevens aanleveren die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. Zie artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Als het bevoegd gezag dus bijvoorbeeld een bepaald onderzoek nodig heeft voor het besluit op de aanvraag, dan kan het op grond van artikel 4:5 Awb vragen om dit onderzoek.
Let wel: het gaat hier alleen om gegevens die noodzakelijk zijn voor de toetsing aan de toetsingsgronden van de omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit. In de meeste gevallen zijn de standaardgegevens van het Bkl hiervoor genoeg.
2 Bij toetsing van vergunningvoorschriften
Het bevoegd gezag moet regelmatig kijken of de voorschriften van een omgevingsvergunning milieubelastende activiteit nog toereikend zijn. Daarbij toetst het bevoegd gezag aan ontwikkelingen in de techniek voor het beschermen van het milieu en ontwikkelingen in de milieukwaliteit. Dit heet de actualiseringsplicht (artikel 5.38 van de Omgevingswet).
In het kader van dit onderzoek mag het bevoegd gezag alle gegevens van de vergunninghouder vragen die het nodig heeft. Zie artikel 16.56 van de Omgevingswet. Het bevoegd gezag mag dit artikel niet gebruiken om andere redenen dan om te toetsen of de vergunningvoorschriften nog toereikend zijn.
3 Bij toetsing van algemene regels en maatwerkvoorschriften
Het bevoegd gezag mag om gegevens vragen op grond van artikel 2.20 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en op grond van artikel 22.48 van de bruidsschat omgevingsplan. Het bevoegd gezag mag dit doen als het wil kijken of 'de algemene regels en de maatwerkvoorschriften voor de activiteit toereikend zijn'. Daarbij toetst het bevoegd gezag aan ontwikkelingen in de techniek voor het beschermen van het milieu en ontwikkelingen in de milieukwaliteit.
Als de algemene regels en de maatwerkvoorschriften voor een bepaalde activiteit niet meer toereikend zijn, dan kan het bevoegd gezag nieuwe maatwerkvoorschriften opstellen. Het bevoegd gezag mag artikel 2.20 niet gebruiken om andere redenen dan om te toetsen of de algemene regels en maatwerkvoorschriften nog toereikend zijn.
4 Met een maatwerkvoorschrift of vergunningvoorschrift
Het bevoegd gezag mag een maatwerkvoorschrift of vergunningvoorschrift opstellen dat een bepaald bedrijf verplicht tot het aanleveren van bepaalde gegevens. Zowel bij het opstellen van vergunningvoorschriften als bij het opstellen van maatwerkvoorschriften zijn de bepalingen over vergunningvoorschriften van het Bkl van toepassing. Zie artikel 2.13, vijfde lid, van het Bal en artikel 22.45, vierde lid, van de bruidsschat omgevingsplan. Daarnaast geldt natuurlijk altijd de motiveringsplicht van artikel 3:46 Awb. Het bevoegd gezag mag dus niet zo maar alles vragen.
5 Met algemene regels in het omgevingsplan
Het bevoegd gezag mag in het omgevingsplan een verplichting opnemen om bepaalde gegevens aan te leveren. Bijvoorbeeld bij het starten of wijzigen van bepaalde activiteiten. Voor het opstellen van zo'n verplichting gelden de instructieregels van het Bkl en de motiveringsplicht van de Awb.
Wat niet mag is zo'n plicht formuleren als een aanvulling op een meldingsplicht uit het Bal of op de indieningsvereisten voor een aanvraag omgevingsvergunning. Dat mag niet vanwege het ontbreken van een maatwerkmogelijkheid. Het moet een zelfstandige plicht zijn.
Geen bewijs tegen jezelf leveren
In het kader van de handhaving mag het bevoegd gezag op grond van titel 5.2 van de Awb in een bedrijf gegevens inzien, inlichtingen vorderen, enzovoorts.
Wat niet mag, is een bedrijf verplichten om bijvoorbeeld een onderzoek te doen als het vermoeden bestaat dat het bedrijf bepaalde regels overtreedt. Je kunt namelijk niemand verplichten om bewijs tegen zichzelf te produceren dat nog niet bestaat. Dit is het zogenoemde nemo-tenetur-beginsel.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.