Overgangsrecht rubber- en kunststofindustrie
Het algemeen overgangsrecht van de Invoeringswet Omgevingswet en het Invoeringsbesluit Omgevingswet pakt verschillend uit in 6 situaties in de rubber- en kunststofindustrie. Per situatie volgt eerst het oude recht, dan het nieuwe recht en dan het overgangsrecht.
Situaties
Het algemeen overgangsrecht van de Invoeringswet Omgevingswet en het Invoeringsbesluit Omgevingswet pakt verschillend uit in de volgende situaties:
- Rubberindustrie
- Blazen of schuimen van kunststof
- Verwerken van polyesterhars
- IPPC-installatie voor het elektrolytisch of chemisch behandelen van kunststof
- Anders elektrolytisch of chemisch behandelen van kunststof
- Maken van plakband of zelfklevend tape
- Overige kunststofindustrie
Hieronder verstaan we onder het ‘oude recht’ het recht tot aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Zoals de Wet milieubeheer, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), het Activiteitenbesluit, de Activiteitenregeling en het Besluit omgevingsrecht (Bor). Per situatie volgt eerst het oude recht, dan het nieuwe recht (Omgevingswet) en dan het overgangsrecht.
1. Rubberindustrie
Oude recht
De rubberindustrie heeft onder het oude recht geen milieuvergunning nodig.
Er gelden voorschriften uit hoofdstuk 3 en 4 van het Activiteitenbesluit. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een rubberverwerkend bedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Nieuwe recht
Een rubberverwerkend bedrijf heeft onder de Omgevingswet een vergunning nodig voor het maken van producten van rubber. Delen van het bedrijf die niets met het maken van producten van rubber te maken hebben, zoals een kantoor of bedrijfswoning, vallen buiten de vergunning. De vergunning kan alleen voorschriften bevatten voor het maken van producten van rubber.
Naast de vergunning gelden voorschriften uit het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal) en uit het omgevingsplan. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een rubberverwerkend bedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Overgangsrecht
- Het overgangsrecht zorgt ervoor dat een bestaand rubberverwerkend bedrijf bij inwerkingtreding van de Omgevingswet van rechtswege een vergunning krijgt voor het maken van producten van rubber. Deze blijft gelden zolang het rubberverwerkend bedrijf naar aard en omvang hetzelfde blijft.
- Eerder aangeleverde informatie bij een melding op grond van het Activiteitenbesluit, geldt als invulling van informatieplichten in het Bal. Bij inwerkingtreding van het nieuwe stelsel zal het meestal niet nodig zijn extra informatie aan te leveren.
- Als de gemeente voor een rubberverwerkend bedrijf een maatwerkvoorschrift had verleend onder het Activiteitenbesluit, blijft dit gelden. Als het maatwerkvoorschrift over het maken van producten van rubber gaat, wordt het een vergunningvoorschrift in de van rechtswege verleende vergunning.
- Als een rubberverwerkend bedrijf eerder toestemming had gekregen om een gelijkwaardige maatregel toe te passen, blijft die toestemming gelden.
2. Blazen of schuimen van kunststof
Oude recht
Een kunststofverwerkend bedrijf dat kunststof blaast of schuimt, anders dan met lucht, kooldioxide of stikstof, heeft onder het oude recht een milieuvergunning nodig voor het hele bedrijf. De vergunning bevat voorschriften voor het hele bedrijf. Zoals geluidvoorschriften, voorschriften voor het blazen of schuimen en, als dat nodig is, voorschriften voor andere activiteiten.
Naast de vergunning gelden voorschriften uit hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een kunststofverwerkend bedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Nieuwe recht
Een kunststofverwerkend bedrijf dat kunststof blaast of schuimt, anders dan met lucht, kooldioxide of stikstof, heeft onder de Omgevingswet een vergunning nodig voor alleen de activiteit blazen of schuimen van kunststof. De vergunning kan alleen voorschriften bevatten voor het blazen of schuimen.
Naast de vergunning gelden voorschriften uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en uit het omgevingsplan. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een kunststofverwerkend bedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Overgangsrecht
- Het overgangsrecht zet de oude milieuvergunning voor het hele kunststofverwerkende bedrijf om in een vergunning voor alleen de activiteit blazen of schuimen van kunststof.
- De vergunningvoorschriften die alleen golden voor het blazen of schuimen van kunststof, blijven vergunningvoorschriften in de omgevingsvergunning milieu.
- De vergunningvoorschriften die alleen golden voor de andere milieubelastende activiteiten, worden maatwerkvoorschriften.
- De vergunningvoorschriften die voor het blazen of schuimen van kunststof en voor de andere activiteiten golden, worden maatwerkvoorschriften. Bijvoorbeeld: een geluidvoorschrift dat voor de hele inrichting gold, wordt een maatwerkvoorschrift.
- Eerder aangeleverde informatie bij een vergunningaanvraag of een melding op grond van het Activiteitenbesluit, geldt als invulling van informatieplichten in het Bal. Bij inwerkingtreding van het nieuwe stelsel zal het meestal niet nodig zijn extra informatie aan te leveren.
- Als de gemeente voor een kunststofverwerkend bedrijf een maatwerkvoorschrift had verleend onder het Activiteitenbesluit, blijft dit gelden.
- Als een kunststofverwerkend bedrijf eerder toestemming had gekregen om een gelijkwaardige maatregel toe te passen, blijft die toestemming gelden.
3. Verwerken van polyesterhars
Oude recht
Een bedrijf dat producten van polyester maakt uit polyesterhars, heeft onder het oude recht een omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) nodig voor het beginnen met het verwerken van polyesterhars. Of het veranderen daarvan. De OBM bevat geen voorschriften.
Naast de vergunning gelden voorschriften uit hoofdstuk 3 en 4 van het Activiteitenbesluit. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een bedrijf dat producten van polyester maakt, kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Nieuwe recht
Een bedrijf dat producten van polyester maakt, heeft onder de Omgevingswet vanwege het omgevingsplan een vergunning nodig voor het beginnen met het verwerken van polyesterhars. Of het veranderen daarvan. Daarnaast is een omgevingsvergunning nodig als het bedrijf polyesterhars opslaat in een bovengrondse opslagtank. Die vergunning geldt alleen voor het opslaan van polyesterhars in een bovengrondse opslagtank.
Naast een eventuele vergunning gelden er voorschriften uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en uit het omgevingsplan. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een bedrijf dat producten van polyester maakt, kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Overgangsrecht
- Het overgangsrecht zet de oude OBM om in een vergunning vanwege het omgevingsplan voor het beginnen met het verwerken van polyesterhars. Of het veranderen daarvan.
- Het overgangsrecht zorgt er verder voor dat een bestaand bedrijf dat polyesterhars opslaat in een bovengrondse opslagtank, bij inwerkingtreding van de Omgevingswet van rechtswege een vergunning krijgt voor de opslagtank. Het bedrijf hoeft daar zelf niets voor te doen. De vergunning van rechtswege blijft 2 jaar gelden. Het bedrijf heeft zo 2 jaar de tijd om een vergunning voor de opslagtank aan te vragen.
- Eerder aangeleverde informatie bij een vergunningaanvraag of een melding op grond van het Activiteitenbesluit, geldt als invulling van informatieplichten in het Bal. Bij inwerkingtreding van het nieuwe stelsel zal het meestal niet nodig zijn extra informatie aan te leveren.
- Als de gemeente voor een bedrijf dat producten van polyester maakt een maatwerkvoorschrift had verleend onder het Activiteitenbesluit, blijft dit gelden. Als het maatwerkvoorschrift over het opslaan van polyesterhars in een bovengrondse opslagtank gaat, wordt het een vergunningvoorschrift in de van rechtswege verleende vergunning.
- Als een bedrijf dat producten van polyester maakt eerder toestemming had gekregen om een gelijkwaardige maatregel toe te passen, blijft die toestemming gelden.
4. IPPC-installatie voor het elektrolytisch of chemisch behandelen van kunststof
Oude recht
Een kunststofverwerkend bedrijf met een IPPC-installatie voor het elektrolytisch of chemisch behandelen van kunststof die valt onder categorie 2.6 van bijlage 1 van de Richtlijn industriële emissies (Rie) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup), heeft onder het oude recht een milieuvergunning nodig voor het hele bedrijf. De vergunning bevat voorschriften voor de hele inrichting. Zoals geluidvoorschriften, voorschriften voor het elektrolytisch of chemisch behandelen van kunststof en, als dat nodig is, voorschriften voor andere activiteiten.
Naast de vergunning gelden voorschriften uit hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een kunststofverwerkend bedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Nieuwe recht
Een kunststofverwerkend bedrijf met een IPPC-installatie voor het elektrolytisch of chemisch behandelen van kunststof heeft onder de Omgevingswet een omgevingsvergunning milieu nodig voor alleen deze IPPC-installatie. Dus niet voor het hele bedrijf. Delen van het bedrijf die technisch en milieuhygiënisch niets met het behandelen te maken hebben, zoals een kantoor of bedrijfswoning, vallen buiten de vergunning. De vergunning kan alleen voorschriften bevatten voor de IPPC-installatie voor het elektrolytisch of chemisch behandelen van kunststof.
Naast de vergunning gelden voorschriften uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en uit het omgevingsplan. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Maatwerkvoorschriften voor de IPPC-installatie voor het elektrolytisch of chemisch behandelen van kunststof, komen als voorschriften in de vergunning. Een kunststofverwerkend bedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Overgangsrecht
- Het overgangsrecht zet de oude milieuvergunning voor het hele bedrijf om in een vergunning voor alleen de IPPC-installatie voor het elektrolytisch of chemisch behandelen van kunststof.
- De vergunningvoorschriften die alleen golden voor de IPPC-installatie voor het elektrolytisch of chemisch behandelen van kunststof, blijven vergunningvoorschriften in de omgevingsvergunning milieu.
- De vergunningvoorschriften die alleen golden voor de andere milieubelastende activiteiten, worden maatwerkvoorschriften.
- De vergunningvoorschriften die zowel voor de IPPC-installatie voor het elektrolytisch of chemisch behandelen van kunststof als voor de andere activiteiten golden, worden maatwerkvoorschriften. Bijvoorbeeld: een geluidvoorschrift dat voor het hele bedrijf gold, wordt een maatwerkvoorschrift.
- Eerder aangeleverde informatie bij een vergunningaanvraag of een melding op grond van het Activiteitenbesluit, geldt als invulling van informatieplichten in het Bal. Bij inwerkingtreding van het nieuwe stelsel zal het meestal niet nodig zijn extra informatie aan te leveren.
- Als de gemeente voor een kunststofverwerkend bedrijf een maatwerkvoorschrift had verleend onder het Activiteitenbesluit, blijft dit gelden. Als het maatwerkvoorschrift over de IPPC-installatie voor het elektrolytisch of chemisch behandelen van kunststof gaat, wordt het een vergunningvoorschrift.
- Als een kunststofverwerkend bedrijf eerder toestemming had gekregen om een gelijkwaardige maatregel toe te passen, blijft die toestemming gelden.
5. Anders elektrolytisch of chemisch behandelen van kunststof
Oude recht
Een kunststofverwerkend bedrijf dat kunststof elektrolytisch of chemisch behandelt, maar geen IPPC-installatie daarvoor heeft, heeft onder het oude recht een omgevingsvergunning beperkte milieutoets voor de milieueffectrapportage (OBM-mer) nodig voor de oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie voor het elektrolytisch of chemisch behandelen van kunststof. De OBM-mer bevat geen voorschriften.
Voor het kunststofverwerkend bedrijf gelden voorschriften uit hoofdstuk 3 en 4 van het Activiteitenbesluit. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een kunststofverwerkend bedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Nieuwe recht
Een kunststofverwerkend bedrijf dat kunststof elektrolytisch of chemisch behandelt, heeft onder de Omgevingswet een vergunning nodig voor een installatie voor het elektrolytisch of chemisch behandelen van kunststof. Delen van het kunststofverwerkend bedrijf die technisch en milieuhygiënisch niets met het elektrolytisch of chemisch behandelen van kunststof te maken hebben, zoals een kantoor of bedrijfswoning, vallen buiten de vergunning. De vergunning kan alleen voorschriften bevatten voor de installatie voor het elektrolytisch of chemisch behandelen van kunststof.
Naast de vergunning gelden voorschriften uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en uit het omgevingsplan. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een kunststofverwerkend bedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Overgangsrecht
- Het kunststofverwerkend bedrijf dat kunststof elektrolytisch of chemisch behandelt, krijgt van rechtswege een omgevingsvergunning milieu voor de installatie voor het elektrolytisch of chemisch behandelen van kunststof. Deze blijft gelden zolang het kunststofverwerkend bedrijf naar aard en omvang hetzelfde blijft.
- Eerder aangeleverde informatie bij een vergunningaanvraag of een melding op grond van het Activiteitenbesluit, geldt als invulling van informatieplichten in het Bal. Bij inwerkingtreding van het nieuwe stelsel zal het meestal niet nodig zijn extra informatie aan te leveren.
- Als de gemeente voor een kunststofverwerkend bedrijf een maatwerkvoorschrift had verleend onder het Activiteitenbesluit, blijft dit gelden. Als het maatwerkvoorschrift ging over de installatie voor het elektrolytisch of chemisch behandelen van kunststof, wordt het een voorschrift in de van rechtswege verleende vergunning.
- Als een kunststofverwerkend bedrijf eerder toestemming had gekregen om een gelijkwaardige maatregel toe te passen, blijft die toestemming gelden.
6. Maken van plakband of zelfklevend tape
Oude recht
Een kunststofverwerkend bedrijf dat plakband of zelfklevend tape maakt heeft onder het oude recht een milieuvergunning nodig voor het hele bedrijf. De vergunning bevat voorschriften voor het hele bedrijf. Zoals geluidvoorschriften, voorschriften voor het maken aanbrengen van plakband of zelfklevend tape en, als dat nodig is, voorschriften voor andere activiteiten.
Naast de vergunning gelden voorschriften uit hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een kunststofverwerkend bedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Nieuwe recht
Een kunststofverwerkend bedrijf dat plakband of zelfklevend tape maakt heeft onder de Omgevingswet geen omgevingsvergunning milieu nodig.
Er gelden voorschriften uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en uit het omgevingsplan. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een kunststofverwerkend bedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Overgangsrecht
- De omgevingsvergunning milieu voor het maken van plakband of zelfklevend tape vervalt. De vergunningvoorschriften worden maatwerkvoorschriften en blijven gelden.
- Eerder aangeleverde informatie bij een vergunningaanvraag of een melding op grond van het Activiteitenbesluit, geldt als invulling van informatieplichten in het Bal. Bij inwerkingtreding van het nieuwe stelsel zal het meestal niet nodig zijn extra informatie aan te leveren.
- Als de gemeente voor een kunststofverwerkend bedrijf dat plakband of zelfklevend tape maakt, een maatwerkvoorschrift had verleend onder het Activiteitenbesluit, blijft dit gelden.
- Als een kunststofverwerkend bedrijf dat plakband of zelfklevend tape maakt, eerder toestemming had gekregen om een gelijkwaardige maatregel toe te passen, blijft die toestemming gelden.
7. Overige kunststofindustrie
Oude recht
Overige kunststofindustrie heeft onder het oude recht geen milieuvergunning nodig.
Er gelden voorschriften uit hoofdstuk 3 en 4 van het Activiteitenbesluit. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een kunststofverwerkend bedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Nieuwe recht
Overige kunststofindustrie heeft onder de Omgevingswet geen omgevingsvergunning milieu nodig.
Er gelden voorschriften uit het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal) en uit het omgevingsplan. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een kunststofverwerkend bedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Overgangsrecht
- Eerder aangeleverde informatie bij een melding op grond van het Activiteitenbesluit, geldt als invulling van informatieplichten in het Bal. Bij inwerkingtreding van het nieuwe stelsel zal het meestal niet nodig zijn extra informatie aan te leveren.
- Als de gemeente voor een kunststofverwerkend bedrijf een maatwerkvoorschrift had verleend onder het Activiteitenbesluit, blijft dit gelden.
- Als een kunststofverwerkend bedrijf eerder toestemming had gekregen om een gelijkwaardige maatregel toe te passen, blijft die toestemming gelden.
Zie ook
Van Activiteitenbesluit en Bor naar Bal ('was-wordt-tabellen')
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie)
Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 over industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (PbEU 2010, L 334). Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
De Richtlijn industriële emissies is op 15 juli 2024 inhoudelijk gewijzigd door richtlijn 2024/1745. Hierbij wordt ook de naam van de richtlijn aangepast tot Richtlijn industriële emissies en veehouderijen.
Ga naar de geconsolideerde tekst van de Richtlijn industriële emissies.
Meer informatie staat op Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie).