Overgangsrecht voedingsmiddelenindustrie
Het algemeen overgangsrecht van de Invoeringswet Omgevingswet en het Invoeringsbesluit Omgevingswet pakt verschillend uit in 8 situaties in de voedingsmiddelenindustrie. Per situatie volgt eerst het oude recht, dan het nieuwe recht en dan het overgangsrecht.
Situaties
Het algemeen overgangsrecht van de Invoeringswet Omgevingswet en het Invoeringsbesluit Omgevingswet pakt verschillend uit in de volgende situaties:
- Voedingsmiddelenindustrie met grootschalige energieopwekking
- Voedingsmiddelenindustrie met een IPPC-installatie voor het slachten van dieren of het maken van voedingsmiddelen of veevoer
- Slachten van dieren of maken van zetmeel of suiker onder de IPPC-drempel
- Maken of bewerken van veevoer onder de IPPC-drempel
- Voedingsmiddelenindustrie met Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM)
- Voedingsmiddelenindustrie met grote ammoniak-koelinstallatie
- Overige voedingsmiddelenindustrie
- Ambachtelijk slachten van dieren of ambachtelijk maken van voedingsmiddelen
Hieronder verstaan we onder het ‘oude recht’ het recht tot aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Zoals de Wet milieubeheer, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), het Activiteitenbesluit, de Activiteitenregeling en het Besluit omgevingsrecht (Bor). Per situatie volgt eerst het oude recht, dan het nieuwe recht (Omgevingswet) en dan het overgangsrecht.
1. Voedingsmiddelenindustrie met grootschalige energieopwekking
Oude recht
Een voedingsmiddelenbedrijf met een IPPC-installatie voor het grootschalig stoken, die valt onder categorie 1.1 van bijlage 1 van de Richtlijn industriële emissies (Rie) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup), heeft onder het oude recht een milieuvergunning voor het hele bedrijf. De vergunning bevat voorschriften voor het hele bedrijf. Zoals geluidvoorschriften, voorschriften voor het maken van voedingsmiddelen of het grootschalig stoken en, als dat nodig is, voorschriften voor andere activiteiten.
Naast de vergunning gelden voorschriften uit hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een voedingsmiddelenbedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Nieuwe recht
Een voedingsmiddelenbedrijf met een IPPC-installatie voor het grootschalig stoken heeft onder het nieuwe recht een milieuvergunning voor het hele bedrijf. Het is een complex bedrijf met de provincie als bevoegd gezag.
Naast de vergunning gelden voorschriften uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en uit het omgevingsplan. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerk op te stellen. Een voedingsmiddelenbedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Overgangsrecht
- De vergunning en de daaraan verbonden voorschriften blijven gelden.
- Eerder aangeleverde informatie bij een vergunningaanvraag of een melding op grond van het Activiteitenbesluit, geldt als invulling van informatieplichten in het Bal. Bij inwerkingtreding van het nieuwe stelsel zal het meestal niet nodig zijn extra informatie aan te leveren.
- Als de provincie voor een bedrijf een maatwerkvoorschrift had verleend onder het Activiteitenbesluit, blijft dit gelden.
- Als een voedingsmiddelenbedrijf eerder toestemming had gekregen om een gelijkwaardige maatregel toe te passen, blijft die toestemming gelden.
2. Voedingsmiddelenindustrie met een IPPC-installatie voor het slachten van dieren of het maken van voedingsmiddelen of veevoer
Oude recht
Een voedingsmiddelenbedrijf met een IPPC-installatie voor het slachten van dieren, het bewerken of verwerken van dierlijke of plantaardige grondstoffen voor het maken van levensmiddelen of voeder of het bewerken en verwerken van alleen melk, die valt onder categorie 6.4 van bijlage 1 van de Richtlijn industriële emissies (Rie) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup), heeft onder het oude recht een milieuvergunning voor het hele bedrijf. De vergunning bevat voorschriften voor het hele bedrijf. Zoals geluidvoorschriften, voorschriften voor het slachten van dieren, het bewerken of verwerken van dierlijke of plantaardige grondstoffen voor het maken van levensmiddelen of voeder of het bewerken en verwerken van alleen melk en, als dat nodig is, voorschriften voor andere activiteiten.
Naast de vergunning gelden voorschriften uit hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een voedingsmiddelenbedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Nieuwe recht
Een voedingsmiddelenbedrijf met een IPPC-installatie voor het slachten van dieren, het bewerken of verwerken van dierlijke of plantaardige grondstoffen voor het maken van levensmiddelen of voeder of het bewerken en verwerken van alleen melk heeft onder de Omgevingswet een omgevingsvergunning milieu nodig voor alleen deze IPPC-installatie. Dus niet voor het hele bedrijf. Delen van het bedrijf die technisch en milieuhygiënisch niets met het slachten van dieren, het bewerken of verwerken van dierlijke of plantaardige grondstoffen voor het maken van levensmiddelen of voeder of het bewerken en verwerken van alleen melk te maken hebben, zoals een kantoor of bedrijfswoning, vallen buiten de vergunning. De vergunning kan alleen voorschriften bevatten voor de IPPC-installatie.
Naast de vergunning gelden voorschriften uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en uit het omgevingsplan. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om met maatwerk af te wijken van de algemene regels. Maatwerk op grond van het Bal voor de IPPC-installatie staat in de vergunningvoorschriften. Maatwerkvoorschriften op grond van het omgevingsplan staan in een zelfstandig besluit. Een voedingsmiddelenbedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Overgangsrecht
- Het overgangsrecht zet de oude milieuvergunning voor het hele voedingsmiddelenbedrijf om in een vergunning voor alleen de IPPC-installatie voor het slachten van dieren, het bewerken of verwerken van dierlijke of plantaardige grondstoffen voor het maken van levensmiddelen of voeder of het bewerken en verwerken van alleen melk.
- De vergunningvoorschriften die alleen golden voor de IPPC-installatie voor het slachten van dieren, het bewerken of verwerken van dierlijke of plantaardige grondstoffen voor het maken van levensmiddelen of voeder of het bewerken en verwerken van alleen melk, blijven vergunningvoorschriften in de omgevingsvergunning milieu.
- De vergunningvoorschriften die alleen golden voor de andere milieubelastende activiteiten, worden maatwerkvoorschriften.
- De vergunningvoorschriften die zowel voor de IPPC-installatie als voor de andere activiteiten golden, worden maatwerkvoorschriften. Bijvoorbeeld: een geluidvoorschrift dat voor het hele voedingsmiddelenbedrijf gold, wordt een maatwerkvoorschrift.
- Eerder aangeleverde informatie bij een vergunningaanvraag of een melding op grond van het Activiteitenbesluit, geldt als invulling van informatieplichten in het Bal. Bij inwerkingtreding van het nieuwe stelsel zal het meestal niet nodig zijn extra informatie aan te leveren.
- Als de gemeente voor een voedingsmiddelenbedrijf een maatwerkvoorschrift had verleend onder het Activiteitenbesluit, blijft dit gelden. Als het maatwerkvoorschrift over de IPPC-installatie voor het slachten van dieren, het bewerken of verwerken van dierlijke of plantaardige grondstoffen voor het maken van levensmiddelen of voeder of het bewerken en verwerken van alleen melk gaat, wordt het een vergunningvoorschrift.
- Als het voedingsmiddelenbedrijf eerder toestemming had gekregen om een gelijkwaardige maatregel toe te passen, blijft die toestemming gelden.
3. Slachten van dieren of maken van zetmeel of suiker onder de IPPC-drempel
Oude recht
Een slachterij die per week meer dan 10.000 kg dieren slacht en een voedingsmiddelenbedrijf dat zetmeel of suiker maakt, hebben onder het oude recht ook onder de IPPC-drempel een milieuvergunning nodig voor het hele bedrijf. De vergunning bevat voorschriften voor het hele bedrijf. Zoals geluidvoorschriften, voorschriften voor het slachten of het maken van suiker of zetmeel en, als dat nodig is, voorschriften voor andere activiteiten.
Naast de vergunning gelden voorschriften uit hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een slachterij of voedingsmiddelenbedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Nieuwe recht
Een slachterij die per week meer dan 10.000 kg dieren slacht en een voedingsmiddelenbedrijf dat zetmeel of suiker maakt, hebben onder de Omgevingswet onder de IPPC-drempel een omgevingsvergunning milieu nodig voor alleen de installatie voor het slachten van dieren of het maken van zetmeel of suiker. Dus niet voor het hele bedrijf. Delen van het bedrijf die technisch en milieuhygiënisch niets met het slachten van dieren of het maken van zetmeel of suiker te maken hebben, zoals een kantoor of bedrijfswoning, vallen buiten de vergunning. De vergunning kan alleen voorschriften bevatten voor de installatie voor het slachten van dieren of het maken van zetmeel of suiker.
Naast de vergunning gelden voorschriften uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en uit het omgevingsplan. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerk op te stellen. Maatwerk voor een IPPC-installatie dat afwijkt van de voorschriften van het Bal staat in de vergunningvoorschriften. Maatwerk op grond van het omgevingsplan is een zelfstandig maatwerkbesluit. Een slachterij of voedingsmiddelenbedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Overgangsrecht
- Het overgangsrecht zet de oude milieuvergunning voor het hele bedrijf om in een vergunning voor alleen de installatie voor het slachten van dieren of het maken van zetmeel of suiker.
- De vergunningvoorschriften die alleen golden voor de installatie voor het slachten van dieren of het maken van zetmeel of suiker, blijven vergunningvoorschriften in de omgevingsvergunning milieu.
- De vergunningvoorschriften die alleen golden voor de andere milieubelastende activiteiten, worden maatwerkvoorschriften.
- De vergunningvoorschriften die zowel voor de installatie voor het slachten van dieren of het maken van zetmeel of suiker als voor de andere activiteiten golden, worden maatwerkvoorschriften. Bijvoorbeeld: een geluidvoorschrift dat voor het hele bedrijf gold, wordt een maatwerkvoorschrift.
- Eerder aangeleverde informatie bij een vergunningaanvraag of een melding op grond van het Activiteitenbesluit, geldt als invulling van informatieplichten in het Bal. Bij inwerkingtreding van het nieuwe stelsel zal het meestal niet nodig zijn extra informatie aan te leveren.
- Als de gemeente voor een slachterij of voedingsmiddelenbedrijf een maatwerkvoorschrift had verleend onder het Activiteitenbesluit, blijft dit gelden. Als het maatwerkvoorschrift over de installatie voor het slachten van dieren of het maken van zetmeel of suiker gaat, wordt het een vergunningvoorschrift.
- Als een slachterij of voedingsmiddelenbedrijf eerder toestemming had gekregen om een gelijkwaardige maatregel toe te passen, blijft die toestemming gelden.
4. Maken of bewerken van veevoer onder de IPPC-drempel
Oude recht
Een veevoerbedrijf dat veevoer maakt of bewerkt, heeft onder het oude recht ook onder de IPPC-drempel een milieuvergunning nodig voor het hele bedrijf. De vergunning bevat voorschriften voor het hele bedrijf. Zoals geluidvoorschriften, voorschriften voor het maken of bewerken van veevoer en, als dat nodig is, voorschriften voor andere activiteiten.
Naast de vergunning gelden voorschriften uit hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een veevoerbedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Nieuwe recht
Een veevoerbedrijf dat veevoer maakt of bewerkt, heeft onder de Omgevingswet een vergunning nodig voor alleen de activiteit het maken of bewerken van veevoer. De vergunning kan alleen voorschriften bevatten voor het maken of bewerken van veevoer.
Naast de vergunning gelden voorschriften uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en uit het omgevingsplan. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerk op te stellen. Een veevoerbedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Overgangsrecht
- Het overgangsrecht zet de oude milieuvergunning voor het hele veevoerbedrijf om in een vergunning voor alleen de activiteit maken of bewerken van veevoer.
- De vergunningvoorschriften die alleen golden voor het maken of bewerken van veevoer, blijven vergunningvoorschriften in de omgevingsvergunning milieu.
- De vergunningvoorschriften die alleen golden voor de andere milieubelastende activiteiten, worden maatwerkvoorschriften.
- De vergunningvoorschriften die voor het maken of bewerken van veevoer en voor de andere activiteiten golden, worden maatwerkvoorschriften. Bijvoorbeeld: een geluidvoorschrift dat voor de hele inrichting gold, wordt een maatwerkvoorschrift.
- Eerder aangeleverde informatie bij een vergunningaanvraag of een melding op grond van het Activiteitenbesluit, geldt als invulling van informatieplichten in het Bal. Bij inwerkingtreding van het nieuwe stelsel zal het meestal niet nodig zijn extra informatie aan te leveren.
- Als de gemeente voor een veevoerbedrijf een maatwerkvoorschrift had verleend onder het Activiteitenbesluit, blijft dit gelden.
- Als een veevoerbedrijf eerder toestemming had gekregen om een gelijkwaardige maatregel toe te passen, blijft die toestemming gelden.
5. Voedingsmiddelenindustrie met omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM)
Oude recht
Een voedingsmiddelenbedrijf heeft onder het oude recht een omgevingsvergunning beperkte milieutoets voor de milieueffectrapportage (OBM-mer) nodig voor de oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie voor de volgende activiteiten:
- Maken van dierlijke of plantaardige oliën en vetten
- Maken van conserven van dierlijke en plantaardige producten
- Maken van zuivel
- Brouwen van bier of mouten
- Maken van siroop of suikerwaren
- Maken van vismeel of visolie
De OBM-mer bevat meestal geen voorschriften.
Voor het voedingsmiddelenbedrijf gelden voorschriften uit hoofdstuk 3 en 4 van het Activiteitenbesluit, waaronder voorschriften voor het maken van voedingsmiddelen. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een voedingsmiddelenbedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Nieuwe recht
Een voedingsmiddelenbedrijf heeft onder de Omgevingswet een vergunning nodig voor een installatie voor dezelfde activiteiten als in het oude recht, maar alleen als het bedrijf daarvoor een stookinstallatie of oven van meer dan 100 kW gebruikt. Delen van het bedrijf die technisch en milieuhygiënisch niets met het maken van voedingsmiddelen te maken hebben, vallen buiten de vergunning. Denk aan een kantoor of bedrijfswoning. De vergunning kan alleen voorschriften bevatten voor de installatie voor het maken van voedingsmiddelen.
Naast de vergunning gelden voorschriften uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en uit het omgevingsplan. De bruidsschat bevat speciaal voor de voedingsmiddelenindustrie een regel voor geurhinder. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerk op te stellen. Een voedingsmiddelenbedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Overgangsrecht
- Het voedingsmiddelenbedrijf krijgt van rechtswege een omgevingsvergunning milieu voor de installatie voor het maken van voedingsmiddelen. Die blijft gelden zolang het voedingsmiddelenbedrijf naar aard en omvang hetzelfde blijft.
- Eerder aangeleverde informatie bij een vergunningaanvraag of een melding op grond van het Activiteitenbesluit, geldt als invulling van informatieplichten in het Bal. Bij inwerkingtreding van het nieuwe stelsel zal het meestal niet nodig zijn extra informatie aan te leveren.
- Als de gemeente voor een voedingsmiddelenbedrijf een maatwerkvoorschrift had verleend onder het Activiteitenbesluit, blijft dit gelden. Als het maatwerkvoorschrift ging over de installatie voor het maken van voedingsmiddelen, wordt het een voorschrift in de van rechtswege verleende vergunning.
- Als een voedingsmiddelenbedrijf eerder toestemming had gekregen om een gelijkwaardige maatregel toe te passen, blijft die toestemming gelden.
6. Voedingsmiddelenindustrie met grote ammoniak-koelinstallatie
Oude recht
Een voedingsmiddelenbedrijf met een koelinstallatie met meer dan 1.500 kg ammoniak heeft onder het oude recht een milieuvergunning nodig voor het hele bedrijf. De vergunning bevat voorschriften voor het hele bedrijf. Zoals geluidvoorschriften, voorschriften voor het maken van voedingsmiddelen of de ammoniak-koelinstallatie en, als dat nodig is, voorschriften voor andere activiteiten.
Naast de vergunning gelden voorschriften uit hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een voedingsmiddelenbedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Nieuwe recht
Een voedingsmiddelenbedrijf met een koelinstallatie met meer dan 1.500 kg ammoniak heeft onder de Omgevingswet een vergunning nodig voor alleen de koelinstallatie.
Het kan zijn dat daarnaast ook een andere, bredere vergunning nodig is, in de hierboven omschreven gevallen 1-5. In die gevallen is de vergunning voor de koelinstallatie onderdeel van die bredere vergunning en geldt het overgangsrecht voor die bredere vergunning zoals hierboven omschreven.
Als er naast de vergunning voor de koelinstallatie geen bredere vergunning nodig is, kan de vergunning alleen voorschriften bevatten voor de koelinstallatie. Naast de vergunning gelden voorschriften uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en uit het omgevingsplan. De bruidsschat bevat speciaal voor de voedingsmiddelenindustrie een regel voor geurhinder. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerk op te stellen. Een voedingsmiddelenbedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Overgangsrecht
- Het overgangsrecht zet de oude milieuvergunning voor het hele voedingsmiddelenbedrijf om in een vergunning voor alleen de ammoniak-koelinstallatie.
- De vergunningvoorschriften die alleen golden voor de ammoniak-koelinstallatie, blijven vergunningvoorschriften in de omgevingsvergunning milieu.
- De vergunningvoorschriften die alleen golden voor de andere milieubelastende activiteiten, worden maatwerkvoorschriften.
- De vergunningvoorschriften die voor de ammoniak-koelinstallatie en voor de andere activiteiten golden, worden maatwerkvoorschriften. Bijvoorbeeld: een geluidvoorschrift dat voor de hele inrichting gold, wordt een maatwerkvoorschrift.
- Eerder aangeleverde informatie bij een vergunningaanvraag of een melding op grond van het Activiteitenbesluit, geldt als invulling van informatieplichten in het Bal. Bij inwerkingtreding van het nieuwe stelsel zal het meestal niet nodig zijn extra informatie aan te leveren.
- Als de gemeente voor een voedingsmiddelenbedrijf een maatwerkvoorschrift had verleend onder het Activiteitenbesluit, blijft dit gelden.
- Als een voedingsmiddelenbedrijf eerder toestemming had gekregen om een gelijkwaardige maatregel toe te passen, blijft die toestemming gelden.
7. Overige voedingsmiddelenindustrie
Oude recht
Een overig voedingsmiddelenbedrijf heeft onder het oude recht geen milieuvergunning nodig. Een voorbeeld is het maken van voedingsmiddelen als brood, banket, salades, sauzen of snacks met een stookinstallatie of oven groter dan 100 kW, en onder de IPPC-drempel.
Er gelden voorschriften uit hoofdstuk 3 en 4 van het Activiteitenbesluit. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een voedingsmiddelenbedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Nieuwe recht
Een overig voedingsmiddelenbedrijf heeft onder de Omgevingswet geen omgevingsvergunning milieu nodig.
Er gelden voorschriften uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en uit het omgevingsplan. De bruidsschat bevat speciaal voor de voedingsmiddelenindustrie een regel voor geurhinder. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerk op te stellen. Een voedingsmiddelenbedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Overgangsrecht
- Eerder aangeleverde informatie bij een melding op grond van het Activiteitenbesluit, geldt als invulling van informatieplichten in het Bal. Bij inwerkingtreding van het nieuwe stelsel zal het meestal niet nodig zijn extra informatie aan te leveren.
- Als de gemeente voor een voedingsmiddelenbedrijf een maatwerkvoorschrift had verleend onder het Activiteitenbesluit, blijft dit gelden.
- Als een voedingsmiddelenbedrijf eerder toestemming had gekregen om een gelijkwaardige maatregel toe te passen, blijft die toestemming gelden.
8. Ambachtelijk slachten van dieren of ambachtelijk maken van voedingsmiddelen
Oude recht
Een bedrijf dat per week minder dan 10.000 kg dieren slacht of dat voedingsmiddelen maakt met een stookinstallatie of oven kleiner dan 100 kW, heeft onder het oude recht geen milieuvergunning nodig.
Er gelden voorschriften uit hoofdstuk 3 en 4 van het Activiteitenbesluit. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een ambachtelijke slachterij of voedingsmiddelenbedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Nieuwe recht
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) wijst een ambachtelijke slachterij of ambachtelijk voedingsmiddelenbedrijf niet aan als milieubelastende activiteit. Een ambachtelijke slachterij of ambachtelijk voedingsmiddelenbedrijf heeft onder de Omgevingswet geen omgevingsvergunning milieu nodig. Er gelden voorschriften uit het omgevingsplan, via de bruidsschat. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerk op te stellen. Een ambachtelijke slachterij of ambachtelijk voedingsmiddelenbedrijf kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Overgangsrecht
- Eerder aangeleverde informatie bij een melding op grond van het Activiteitenbesluit, geldt als invulling van informatieplichten in het omgevingsplan. Bij inwerkingtreding van het nieuwe stelsel zal het meestal niet nodig zijn extra informatie aan te leveren.
- Als de gemeente voor een ambachtelijke slachterij of ambachtelijk voedingsmiddelenbedrijf een maatwerkvoorschrift had verleend onder het Activiteitenbesluit, blijft dit gelden.
- Als een ambachtelijke slachterij of ambachtelijk voedingsmiddelenbedrijf eerder toestemming had gekregen om een gelijkwaardige maatregel toe te passen, blijft die toestemming gelden.
Zie ook
Van Activiteitenbesluit en Bor naar Bal ('was-wordt-tabellen')
Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie)
Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 over industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (PbEU 2010, L 334). Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
De Richtlijn industriële emissies is op 15 juli 2024 inhoudelijk gewijzigd door richtlijn 2024/1745. Hierbij wordt ook de naam van de richtlijn aangepast tot Richtlijn industriële emissies en veehouderijen.
Ga naar de geconsolideerde tekst van de Richtlijn industriële emissies.
Meer informatie staat op Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie).
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.