Voorbeeld toezicht en handhaving specifieke zorgplicht: opslag van drijfmest
Het voorbeeld 'opslaan van drijfmest, digestaat of dunne fractie in een mestbassin' toont hoe u toezicht kunt houden op naleving van de specifieke zorgplicht.
Hoe u controles voorbereidt en uitvoert leest u bij Toezicht en handhaving op specifieke zorgplicht milieubelastende activiteit.
Voorbeeld: opslaan van drijfmest, digestaat of dunne fractie in een mestbassin
Voor het opslaan van drijfmest, digestaat of de dunne fractie in een mestbassin staan regels in de artikelen 4.855 tot en met 4.859 van het Bal.
In de toelichting bij artikel 4.858 staat dat degene die de activiteit verricht de staat van het mestbassin en de afdekking regelmatig moet controleren. Ook moet hij gebreken direct verhelpen. Dit valt onder de specifieke zorgplicht van artikel 2.11.
Afhankelijk van het type mestbassin moet men in ieder geval controleren op:
- roestvorming
- scheuren
- krimp of uitzetting van hout
- beschadigingen van het gebruikte folie
Ook de leidingen buiten het mestbassin en de afdichtingen van doorgangen in bodem, wanden of afdekking van het mestbassin moeten worden gecontroleerd. Dat geldt ook voor de aanrijdbeveiligingen zoals stoepranden, buizen en hekwerken en het dijklichaam.
Controleren bij toezichtbezoek
Bij uw toezichtbezoek kunt u relatief eenvoudig nagaan of de eigenaar-gebruiker van het mestbassin aan de eisen heeft voldaan. Dat doet u door zelf te beoordelen of het mestbassin en de afdekking in goede staat zijn.
Eisen aan afdekking van mestbassins
Een mestbassin moet volledig afgedekt zijn, uitgezonderd ontluchtingsopeningen ter voorkoming van ophoping van gas. Dit staat in artikel 4.859 van het Bal. In de toelichting staat dat een mestbassin afgedekt moet zijn met een voor ammoniak dampdichte afdekking. Dit kunnen bijvoorbeeld een kap, overkapping of drijfkleed zijn. Een strokorst voldoet niet, omdat deze niet dampdicht voor ammoniak is.
Afdekkingen bevatten een aantal ontluchtingsopeningen waardoor gassen uit de drijfmest kunnen ontsnappen. De ontluchtingsopeningen moeten relatief klein zijn. Ter indicatie:
- In een vaste afdekking hebben de gezamenlijk ontluchtingsopeningen een oppervlakte van circa 200 cm2;
- In een drijvende afdekking zijn de ontluchtingsopeningen per 50 m2 ongeveer 40 cm2, en ligt de afdekking ongeveer 15 centimeter van de wand van het mestbassin;
- Bij afdekking in meerdere delen is ongeveer 2% van de oppervlakte van het mestbassin onbedekt.
Het is dus niet toegestaan een deel van het bassin niet af te dekken onder het mom van ontluchtingsopening. Dit volgt uit de specifieke zorgplicht van artikel 2.11.
Controleren op afdekking
Bij uw toezichtbezoek kunt u controleren of het mestbassin op een juiste manier is afgedekt. Daarbij kunt u bovenstaande mogelijkheden als handvat gebruiken.
Let op: dit zijn voorbeelden. De specifieke zorgplicht is veel omvangrijker. Het is een instrument om alle gevallen aan te pakken waarbij evidente nadelige gevolgen voor het milieu ontstaan en de initiatiefnemer geen maatregelen heeft genomen.
Andere voorbeelden
Bekijk ook twee andere voorbeelden:
Toezicht en handhaving van specifieke zorgplicht: