Specifieke IPPC-categorieën per branche
Dit overzicht geeft per branche aan welke IPPC-categorie kunnen voorkomen. Dit is een indicatieve lijst. De lijst is niet uitputtend.
- Afval – Afval(mee)verbrandingsinstallaties
- Afval - Stortplaatsen
- Afval - Overige afvalbedrijven
- Agro - Glastuinbouwbedrijven
- Agro - Handel in land- of tuinbouwproducten
- Agro – Veehouderijen (houden van landbouwhuisdieren)
- Industrie - Basismetaal
- Industrie – Bedrijfsafvalwaterzuiveringsinstallaties
- Industrie - Bouwmaterialen en steenachtige materialen
- Industrie - Chemische industrie
- Industrie - Energiecentrales
- Industrie - Exploratie en winning van delfstoffen of mineralen
- Industrie - Glas- of keramische industrie
- Industrie - Grafische industrie (drukkerijen)
- Industrie - Houtindustrie
- Industrie - Papier- en kartonindustrie
- Industrie - Raffinaderijen
- Industrie – Rubber- en kunststof
- Industrie – Textiel-, tapijt- en leerindustrie
- Industrie – Voedingsmiddelenindustrie, petfoodindustrie en veevoederindustrie
- Overheid – Defensie
- Overheid - Waterbeheer - Rioolwaterzuiveringsinstallaties
- Overheid – Onderwijs - Scholen met praktijkonderwijs
- Productie of reparatie – Branche - Automotive
- Productie of reparatie – Branche - Metalektro
- Vervoer of transport – Productie, onderhoud of reparatie van voertuigen, vaartuigen of vliegtuigen
- Zorg - Ziekenhuizen
Afval – Afval(mee)verbrandingsinstallaties
1.1 Het stoken in installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer.
5.1 De verwijdering of nuttige toepassing van gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 10 ton per dag door middel van een of meer van de volgende activiteiten:
c) mengen of vermengen voorafgaand aan een van de onder 5.1 en 5.2 vermelde behandelingen.
d) herverpakking voorafgaand aan een van de onder 5.1 en 5.2 vermelde behandelingen
5.2 De verwijdering of nuttige toepassing van afvalstoffen in afvalverbrandings- of afvalmeeverbrandingsinstallaties voor:
a) ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 3 ton per uur.
b) gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 10 ton per dag.
5.3 a) De verwijdering van ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 50 t per dag door middel van een of meer van de volgende activiteiten, met uitzondering van de activiteiten bedoeld in Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater:
iii) voorbehandeling van afval voor verbranding of meeverbranding;
iv) behandeling van slakken en as;
5.3 b) Nuttige toepassing, of een combinatie van nuttige toepassing en verwijdering, van ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 75 t per dag, door middel van een of meer van de volgende activiteiten, met uitzondering van activiteiten die onder Richtlijn 91/271/EEG inzake de behandeling van stedelijk afvalwater vallen:
ii) voorbehandeling van afval voor verbranding of meeverbranding;
iii) behandeling van slakken en as;
5.5 Tijdelijke opslag van niet onder punt 5.4 vallende gevaarlijke afvalstoffen, in afwachting van een van de onder de punten 5.1, 5.2, 5.4 en 5.6 vermelde handelingen, met een totale capaciteit van meer dan 50 t, met uitsluiting van tijdelijke opslag, voorafgaande aan inzameling, op de plaats van productie.
6.9 Afvangen van CO2-stromen van IPPC-installaties voor geologische opslag overeenkomstig Richtlijn 2009/31/EG.
Afval - Stortplaatsen
5.1 De verwijdering of nuttige toepassing van gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 10 ton per dag door middel van een of meer van de volgende activiteiten:
a. biologische behandeling
b. fysisch-chemische behandeling
c. mengen of vermengen voorafgaand aan een van de onder 5.1 en 5.2 vermelde behandelingen
d. herverpakking voorafgaand aan een van de onder 5.1 en 5.2 vermelde behandelingen
e. terugwinning/regeneratie van oplosmiddelen
f. recycling/terugwinning van andere anorganische materialen dan metalen of metaalverbindingen
g. regeneratie van zuren of basen
h. terugwinning van bestanddelen die worden gebruikt om vervuiling tegen te gaan
i. terugwinning van bestanddelen uit katalysatoren
j. herraffinage van olie en ander hergebruik van olie
k. opslag in waterbekkens
5.3 a) De verwijdering van ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 50 t per dag door middel van een of meer van de volgende activiteiten, met uitzondering van de activiteiten bedoeld in Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater:
i) biologische behandeling;
ii) fysisch-chemische behandeling;
iii) voorbehandeling van afval voor verbranding of meeverbranding;
iv) behandeling van slakken en as;
v) behandeling in shredders van metaalafval, met inbegrip van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur en autowrakken en de onderdelen daarvan.
5.3 b) Nuttige toepassing, of een combinatie van nuttige toepassing en verwijdering, van ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 75 t per dag, door middel van een of meer van de volgende activiteiten, met uitzondering van activiteiten die onder Richtlijn 91/271/EEG inzake de behandeling van stedelijk afvalwater vallen:
i) biologische behandeling;
ii) voorbehandeling van afval voor verbranding of meeverbranding;
iii) behandeling van slakken en as;
iv) behandeling in shredders van metaalafval, met inbegrip van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur en autowrakken en de onderdelen daarvan.
Indien de behandeling van het afval beperkt blijft tot anaerobe vergisting, bedraagt de maximale capaciteit voor deze activiteit 100 t per dag.
5.4 Stortplaatsen, als gedefinieerd in artikel 2, onder g), van Richtlijn 1999/31/EG, die meer dan 10 ton afval per dag ontvangen of een totale capaciteit van meer dan 25000 ton hebben, met uitzondering van stortplaatsen voor inerte afvalstoffen.
5.5 Tijdelijke opslag van niet onder punt 5.4 vallende gevaarlijke afvalstoffen, in afwachting van een van de onder de punten 5.1, 5.2, 5.4 en 5.6 vermelde handelingen, met een totale capaciteit van meer dan 50 t, met uitsluiting van tijdelijke opslag, voorafgaande aan inzameling, op de plaats van productie.
5.6 Ondergrondse opslag van gevaarlijke afvalstoffen met een totale capaciteit van meer dan 50 t.
Afval - Overige afvalbedrijven
5.1 De verwijdering of nuttige toepassing van gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 10 ton per dag door middel van een of meer van de volgende activiteiten:
a. biologische behandeling
b. fysisch-chemische behandeling
c. mengen of vermengen voorafgaand aan een van de onder 5.1 en 5.2 vermelde behandelingen
d. herverpakking voorafgaand aan een van de onder 5.1 en 5.2 vermelde behandelingen
e. terugwinning/regeneratie van oplosmiddelen
f. recycling/terugwinning van andere anorganische materialen dan metalen of metaalverbindingen
g. regeneratie van zuren of basen
h. terugwinning van bestanddelen die worden gebruikt om vervuiling tegen te gaan
i. terugwinning van bestanddelen uit katalysatoren
j. herraffinage van olie en ander hergebruik van olie
k. opslag in waterbekkens
5.3 a) De verwijdering van ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 50 t per dag door middel van een of meer van de volgende activiteiten, met uitzondering van de activiteiten bedoeld in Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater:
i) biologische behandeling;
ii) fysisch-chemische behandeling;
iii) voorbehandeling van afval voor verbranding of meeverbranding;
iv) behandeling van slakken en as;
v) behandeling in shredders van metaalafval, met inbegrip van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur en autowrakken en de onderdelen daarvan.
5.3 b) Nuttige toepassing, of een combinatie van nuttige toepassing en verwijdering, van ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 75 t per dag, door middel van een of meer van de volgende activiteiten, met uitzondering van activiteiten die onder Richtlijn 91/271/EEG inzake de behandeling van stedelijk afvalwater vallen:
i) biologische behandeling;
ii) voorbehandeling van afval voor verbranding of meeverbranding;
iii) behandeling van slakken en as;
iv) behandeling in shredders van metaalafval, met inbegrip van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur en autowrakken en de onderdelen daarvan.
Indien de behandeling van het afval beperkt blijft tot anaerobe vergisting, bedraagt de maximale capaciteit voor deze activiteit 100 t per dag.
5.5 Tijdelijke opslag van niet onder punt 5.4 vallende gevaarlijke afvalstoffen, in afwachting van een van de onder de punten 5.1, 5.2, 5.4 en 5.6 vermelde handelingen, met een totale capaciteit van meer dan 50 t, met uitsluiting van tijdelijke opslag, voorafgaande aan inzameling, op de plaats van productie.
6.5 Destructie of verwerking van kadavers of dierlijk afval met een verwerkingscapaciteit van meer dan 10 ton per dag.
Agro - Glastuinbouwbedrijven
1.1 Het stoken in installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer.
Agro - Handel in land- of tuinbouwproducten
1.1 Het stoken in installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer.
Agro – Veehouderijen (houden van landbouwhuisdieren)
6.6 a) Intensieve pluimveehouderij met meer dan 40 000 plaatsen voor pluimvee
6.6 b) Intensieve varkenshouderij met meer dan 2 000 plaatsen voor mestvarkens (van meer dan 30 kg)
6.6 c) Intensieve varkenshouderij met meer dan 750 plaatsen voor zeugen
Industrie - Basismetaal
1.1 Het stoken in installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer.
2.1 Roosten of sinteren van ertsen
2.2 Installaties voor de productie van ijzer of staal (primaire of secundaire smelting), met inbegrip van uitrusting voor continugieten met een capaciteit van meer dan 2,5 ton per uur.
2.3 a) Warmwalsen met een capaciteit van meer dan 20 ton ruwstaal per uur
2.3 b) Installaties voor verwerking van ferrometalen door smeden met hamers met een slagarbeid van meer dan 50 kilojoule per hamer, waarbij een thermisch vermogen van meer dan 20 MW wordt gebruikt 2.4 Smelterijen van ferrometalen met een productiecapaciteit van meer dan 20 ton per dag.
2.4 Smelterijen van ferrometalen met een productiecapaciteit van meer dan 20 ton per dag.
2.5 a) Winning van ruwe non-ferrometalen uit erts, concentraat of secundaire grondstoffen met metallurgische, chemische of elektrolytische procedés.
2.5 b) Smelten, met inbegrip van het legeren, van non-ferrometalen, inclusief terugwinningsproducten en het gieten van non-ferrometalen met een smeltcapaciteit van meer dan 4 ton per dag voor lood en cadmium of 20 ton per dag voor alle andere metalen.
5.1 De verwijdering of nuttige toepassing van gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 10 ton per dag door middel van een of meer van de volgende activiteiten:
b) fysisch-chemische behandeling
c) mengen of vermengen voorafgaand aan een van de onder 5.1 en 5.2 vermelde behandelingen
d) herverpakking voorafgaand aan een van de onder 5.1 en 5.2 vermelde behandelingen
e) terugwinning/regeneratie van oplosmiddelen
f) recycling/terugwinning van andere anorganische materialen dan metalen of metaalverbindingen
g) regeneratie van zuren of basen
h) terugwinning van bestanddelen die worden gebruikt om vervuiling tegen te gaan
i) terugwinning van bestanddelen uit katalysatoren
6.8 Fabricage van koolstof (harde gebrande steenkool) of elektrografiet door verbranding of grafitisering.
Industrie – Bedrijfsafvalwaterzuiveringsinstallaties
5.1 De verwijdering of nuttige toepassing van gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 10 ton per dag door middel van een of meer van de volgende activiteiten:
a. biologische behandeling
b. fysisch-chemische behandeling
c. mengen of vermengen voorafgaand aan een van de onder 5.1 en 5.2 vermelde behandelingen
d. herverpakking voorafgaand aan een van de onder 5.1 en 5.2 vermelde behandelingen
e. terugwinning/regeneratie van oplosmiddelen
f. recycling/terugwinning van andere anorganische materialen dan metalen of metaalverbindingen
g. regeneratie van zuren of basen
h. terugwinning van bestanddelen die worden gebruikt om vervuiling tegen te gaan
i. terugwinning van bestanddelen uit katalysatoren
j. herraffinage van olie en ander hergebruik van olie
k. opslag in waterbekkens
5.3 a) De verwijdering van ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 50 t per dag door middel van een of meer van de volgende activiteiten, met uitzondering van de activiteiten bedoeld in Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater:
i) biologische behandeling;
ii) fysisch-chemische behandeling;
iii) voorbehandeling van afval voor verbranding of meeverbranding;
iv) behandeling van slakken en as;
v) behandeling in shredders van metaalafval, met inbegrip van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur en autowrakken en de onderdelen daarvan.
5.3 b) Nuttige toepassing, of een combinatie van nuttige toepassing en verwijdering, van ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 75 t per dag, door middel van een of meer van de volgende activiteiten, met uitzondering van activiteiten die onder Richtlijn 91/271/EEG inzake de behandeling van stedelijk afvalwater vallen:
i) biologische behandeling;
ii) voorbehandeling van afval voor verbranding of meeverbranding;
iii) behandeling van slakken en as;
iv) behandeling in shredders van metaalafval, met inbegrip van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur en autowrakken en de onderdelen daarvan.
Indien de behandeling van het afval beperkt blijft tot anaerobe vergisting, bedraagt de maximale capaciteit voor deze activiteit 100 t per dag.
5.5 Tijdelijke opslag van niet onder punt 5.4 vallende gevaarlijke afvalstoffen, in afwachting van een van de onder de punten 5.1, 5.2, 5.4 en 5.6 vermelde handelingen, met een totale capaciteit van meer dan 50 t, met uitsluiting van tijdelijke opslag, voorafgaande aan inzameling, op de plaats van productie.
6.11 Een niet onder het toepassingsgebied van Richtlijn 91/271/EEG vallende zelfstandig geëxploiteerde behandeling van afvalwater dat bij een IPPC-installatie is geloosd.
Industrie - Bouwmaterialen en steenachtige materialen
1.1 Het stoken in installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer.
3.1 a1) Productie van cementklinkers in draaiovens met een productiecapaciteit van meer dan 500 ton per dag.
3.1 a2) Productie van cementklinkers in andere ovens dan draaiovens met een productiecapaciteit van meer dan 50 ton per dag.
3.1 b) Productie van ongebluste kalk in ovens met een productiecapaciteit van meer dan 50 ton per dag.
3.1 c) Productie van magnesiumoxide in ovens met een productiecapaciteit van meer dan 50 ton per dag.
3.2 Winning van asbest of de fabricage van asbestproducten.
3.3 Fabricage van glas, met inbegrip van de fabricage van glasvezels, met een smeltcapaciteit van meer dan 20 ton per dag.
3.4 Smelten van minerale stoffen, met inbegrip van de fabricage van mineraalvezels, met een smeltcapaciteit van meer dan 20 ton per dag.
3.5 Fabricage van keramische producten door middel van verhitting, met name dakpannen, bakstenen, vuurvaste stenen, tegels, aardewerk of porselein met een productiecapaciteit van meer dan 75 ton per dag en/of met een ovencapaciteit van meer dan 4 m3 en met een plaatsingsdichtheid per oven van meer dan 300 kg/m3.
6.1 c) De fabricage in industriële installaties van een of meer van de volgende platen en panelen van hout: oriented strand board (OSB), spaanplaat of vezelplaat met een productiecapaciteit van meer dan 600 m3 per dag.
6.7 Oppervlaktebehandeling van stoffen, voorwerpen of producten met behulp van organische oplosmiddelen met een verbruikscapaciteit van meer dan 150 kg organisch oplosmiddel per uur, of meer dan 200 ton per jaar.
6.10 Conservering van hout en houtproducten met behulp van chemische stoffen met een productiecapaciteit van meer dan 75 m3 per dag, met uitzondering van de behandeling die uitsluitend gericht is op het voorkomen van sapvlekken.
Industrie - Chemische industrie
1.1 Het stoken in installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer.
1.3 De productie van cokes
1.4 Het vergassen of vloeibaar maken van:
a. steenkool
b. andere brandstoffen in installaties met een totaal thermisch vermogen van 20 MW of meer
4.1 Fabricage van organisch-chemische producten
4.2 Fabricage van anorganisch-chemische producten
4.3 Fabricage van fosfaat-, stikstof- of kaliumhoudende meststoffen (enkelvoudige of samengestelde meststoffen)
4.4 Fabricage van producten voor gewasbescherming of van biociden
4.5 Fabricage van farmaceutische producten met inbegrip van tussenproducten
4.6 Fabricage van explosieven
6.8 Fabricage van koolstof (harde gebrande steenkool) of elektrografiet door verbranding of grafitisering
6.9 Afvangen van CO2-stromen van IPPC-installaties voor geologische opslag overeenkomstig Richtlijn 2009/31/EG
Industrie - Energiecentrales
1.1 Het stoken in installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer.
1.4 b) Het vergassen of vloeibaar maken van andere brandstoffen in installaties met een totaal thermisch vermogen van 20 MW of meer.
6.9 Afvangen van CO2-stromen van IPPC-installaties voor geologische opslag overeenkomstig Richtlijn 2009/31/EG.
Industrie - Exploratie en winning van delfstoffen of mineralen
1.2 Het raffineren van aardolie en gas
1.3 De productie van cokes
1.4 Het vergassen of vloeibaar maken van:
a. steenkool
b. andere brandstoffen in installaties met een totaal thermisch vermogen van 20 MW of meer
3.1 a1) Productie van cementklinkers in draaiovens met een productiecapaciteit van meer dan 500 ton per dag
3.1 a2) Productie van cementklinkers in andere ovens dan draaiovens met een productiecapaciteit van meer dan 50 ton per dag
3.1 b) Productie van ongebluste kalk in ovens met een productiecapaciteit van meer dan 50 ton per dag
3.1 c) Productie van magnesiumoxide in ovens met een productiecapaciteit van meer dan 50 ton per dag
3.2 Winning van asbest of de fabricage van asbestproducten
Industrie - Glas- of keramische industrie
1.1 Het stoken in installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer.
3.3 Fabricage van glas, met inbegrip van de fabricage van glasvezels, met een smeltcapaciteit van meer dan 20 ton per dag.
3.5 Fabricage van keramische producten door middel van verhitting, met name dakpannen, bakstenen, vuurvaste stenen, tegels, aardewerk of porselein met een productiecapaciteit van meer dan 75 ton per dag en/of met een ovencapaciteit van meer dan 4 m3 en met een plaatsingsdichtheid per oven van meer dan 300 kg/m3.
Industrie - Grafische industrie (drukkerijen)
1.1 Het stoken in installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer.
6.7 Oppervlaktebehandeling van stoffen, voorwerpen of producten met behulp van organische oplosmiddelen met een verbruikscapaciteit van meer dan 150 kg organisch oplosmiddel per uur, of meer dan 200 ton per jaar.
Industrie - Houtindustrie
6.1 c) De fabricage in industriële installaties van een of meer van de volgende platen en panelen van hout: oriented strand board (OSB), spaanplaat of vezelplaat met een productiecapaciteit van meer dan 600 m3 per dag.
6.7 Oppervlaktebehandeling van stoffen, voorwerpen of producten met behulp van organische oplosmiddelen met een verbruikscapaciteit van meer dan 150 kg organisch oplosmiddel per uur, of meer dan 200 ton per jaar.
6.10 Conservering van hout en houtproducten met behulp van chemische stoffen met een productiecapaciteit van meer dan 75 m3 per dag, met uitzondering van de behandeling die uitsluitend gericht is op het voorkomen van sapvlekken.
Industrie - Papier- en kartonindustrie
1.1 Het stoken in installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer.
6.1 a) Fabricage in industriële installaties van papierpulp uit hout of uit andere vezelstoffen.
6.1 b) Fabricage in industriële installaties van papier en karton met een productiecapaciteit van meer dan 20 t per dag.
6.7 Oppervlaktebehandeling van stoffen, voorwerpen of producten met behulp van organische oplosmiddelen met een verbruikscapaciteit van meer dan 150 kg organisch oplosmiddel per uur, of meer dan 200 ton per jaar.
Industrie - Raffinaderijen
1.1 Het stoken in installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer.
1.2 Het raffineren van aardolie en gas
1.3 De productie van cokes
1.4 a) Het vergassen of vloeibaar maken van steenkool
1.4 b) Het vergassen of vloeibaar maken van andere brandstoffen in installaties met een totaal thermisch vermogen van 20 MW of meer.
6.9 Afvangen van CO2-stromen van IPPC-installaties voor geologische opslag overeenkomstig Richtlijn 2009/31/EG.
Industrie – Rubber- en kunststof
2.6 Oppervlaktebehandeling van metalen en kunststoffen door middel van een elektrolytisch of chemisch procedé, waarbij de inhoud van de gebruikte behandelingsbaden meer dan 30 m3 bedraagt
6.7 Oppervlaktebehandeling van stoffen, voorwerpen of producten met behulp van organische oplosmiddelen met een verbruikscapaciteit van meer dan 150 kg organisch oplosmiddel per uur, of meer dan 200 ton per jaar
Industrie – Textiel-, tapijt- en leerindustrie
6.2 Voorbehandeling (zoals wassen, bleken, merceriseren) of het verven van textielvezels of textiel met een verwerkingscapaciteit van meer dan 10 ton per dag.
6.3 Looien van huiden met een verwerkingscapaciteit van meer dan 12 ton eindproducten per dag.
6.7 Oppervlaktebehandeling van stoffen, voorwerpen of producten met behulp van organische oplosmiddelen met een verbruikscapaciteit van meer dan 150 kg organisch oplosmiddel per uur, of meer dan 200 ton per jaar.
Industrie – Voedingsmiddelenindustrie, petfoodindustrie en veevoederindustrie
1.1 Het stoken in installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer.
6.4 a) Exploitatie van slachthuizen met een productiecapaciteit van meer dan 50 ton per dag geslachte dieren.
6.4 b) Fabricage van levensmiddelen of voeder door bewerking en verwerking (behalve het uitsluitend verpakken) van al dan niet eerder bewerkte of onbewerkte plantaardige of dierlijke grondstoffen (uitgezonderd uitsluitend melk) voor de fabricage van levensmiddelen of voeder in een capaciteit zoals in de toelichting omschreven.
6.4 c) Bewerking en verwerking van uitsluitend melk, met een hoeveelheid ontvangen melk van meer dan 200 ton per dag (gemiddelde waarde op jaarbasis).
Overheid – Defensie
1.1 Het stoken in installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer.
6.7 Oppervlaktebehandeling van stoffen, voorwerpen of producten met behulp van organische oplosmiddelen met een verbruikscapaciteit van meer dan 150 kg organisch oplosmiddel per uur, of meer dan 200 ton per jaar.
Overheid - Waterbeheer - Rioolwaterzuiveringsinstallaties
5.1 De verwijdering of nuttige toepassing van gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 10 ton per dag door middel van een of meer van de volgende activiteiten:
a) biologische behandeling
b) fysisch-chemische behandeling
c) mengen of vermengen voorafgaand aan een van de onder 5.1 en 5.2 vermelde behandelingen
d) herverpakking voorafgaand aan een van de onder 5.1 en 5.2 vermelde behandelingen
e) terugwinning/regeneratie van oplosmiddelen
f) recycling/terugwinning van andere anorganische materialen dan metalen of metaalverbindingen
g) regeneratie van zuren of basen
h) terugwinning van bestanddelen die worden gebruikt om vervuiling tegen te gaan
i) terugwinning van bestanddelen uit katalysatoren
j) herraffinage van olie en ander hergebruik van olie
k) opslag in waterbekkens
5.3 a) De verwijdering van ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 50 t per dag door middel van een of meer van de volgende activiteiten, met uitzondering van de activiteiten bedoeld in Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater:
i) biologische behandeling;
ii) fysisch-chemische behandeling;
iii) voorbehandeling van afval voor verbranding of meeverbranding;
iv) behandeling van slakken en as;
v) behandeling in shredders van metaalafval, met inbegrip van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur en autowrakken en de onderdelen daarvan.
5.3 b) Nuttige toepassing, of een combinatie van nuttige toepassing en verwijdering, van ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 75 t per dag, door middel van een of meer van de volgende activiteiten, met uitzondering van activiteiten die onder Richtlijn 91/271/EEG inzake de behandeling van stedelijk afvalwater vallen:
i) biologische behandeling;
ii) voorbehandeling van afval voor verbranding of meeverbranding;
iii) behandeling van slakken en as;
iv) behandeling in shredders van metaalafval, met inbegrip van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur en autowrakken en de onderdelen daarvan.
Indien de behandeling van het afval beperkt blijft tot anaerobe vergisting, bedraagt de maximale capaciteit voor deze activiteit 100 t per dag.
5.5 Tijdelijke opslag van niet onder punt 5.4 vallende gevaarlijke afvalstoffen, in afwachting van een van de onder de punten 5.1, 5.2, 5.4 en 5.6 vermelde handelingen, met een totale capaciteit van meer dan 50 t, met uitsluiting van tijdelijke opslag, voorafgaande aan inzameling, op de plaats van productie.
6.11 Een niet onder het toepassingsgebied van Richtlijn 91/271/EEG vallende zelfstandig geëxploiteerde behandeling van afvalwater dat bij een IPPC-installatie is geloosd.
Overheid – Onderwijs - Scholen met praktijkonderwijs
1.1 Het stoken in installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer.
Productie of reparatie – Branche - Automotive
1.1 Het stoken in installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer.
2.6 Oppervlaktebehandeling van metalen en kunststoffen door middel van een elektrolytisch of chemisch procedé, waarbij de inhoud van de gebruikte behandelingsbaden meer dan 30 m3 bedraagt.
6.7 Oppervlaktebehandeling van stoffen, voorwerpen of producten met behulp van organische oplosmiddelen met een verbruikscapaciteit van meer dan 150 kg organisch oplosmiddel per uur, of meer dan 200 ton per jaar.
Productie of reparatie – Branche - Metalektro
2.3 a) Warmwalsen met een capaciteit van meer dan 20 ton ruwstaal per uur
2.3 b) Installaties voor verwerking van ferrometalen door smeden met hamers met een slagarbeid van meer dan 50 kilojoule per hamer, waarbij een thermisch vermogen van meer dan 20 MW wordt gebruikt.
2.3 c) Aanbrengen van deklagen van gesmolten metaal, met een verwerkingscapaciteit van meer dan 2 ton ruwstaal.
2.4 Smelterijen van ferrometalen met een productiecapaciteit van meer dan 20 ton per dag.
2.5 b) Smelten, met inbegrip van het legeren, van non-ferrometalen, inclusief terugwinningsproducten en het gieten van non-ferrometalen met een smeltcapaciteit van meer dan 4 ton per dag voor lood en cadmium of 20 ton per dag voor alle andere metalen.
2.6 Oppervlaktebehandeling van metalen en kunststoffen door middel van een elektrolytisch of chemisch procedé, waarbij de inhoud van de gebruikte behandelingsbaden meer dan 30 m3 bedraagt.
6.7 Oppervlaktebehandeling van stoffen, voorwerpen of producten met behulp van organische oplosmiddelen met een verbruikscapaciteit van meer dan 150 kg organisch oplosmiddel per uur, of meer dan 200 ton per jaar.
6.8 Fabricage van koolstof (harde gebrande steenkool) of elektrografiet door verbranding of grafitisering.
Vervoer of transport – Productie, onderhoud of reparatie van voertuigen, vaartuigen of vliegtuigen
1.1 Het stoken in installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer.
2.6 Oppervlaktebehandeling van metalen en kunststoffen door middel van een elektrolytisch of chemisch procedé, waarbij de inhoud van de gebruikte behandelingsbaden meer dan 30 m3 bedraagt.
6.7 Oppervlaktebehandeling van stoffen, voorwerpen of producten met behulp van organische oplosmiddelen met een verbruikscapaciteit van meer dan 150 kg organisch oplosmiddel per uur, of meer dan 200 ton per jaar.
Zorg - Ziekenhuizen
1.1 Het stoken in installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer.