Wat er is veranderd voor het toepassen van grond en baggerspecie
De Omgevingswet heeft voor het toepassen van grond en baggerspecie geleid tot een aantal wijzigingen. De belangrijkste wijzigingen zijn hieronder samengevat. Dit betreft terminologie, meldingen, kwaliteitseisen verspreiden baggerspecie, regels voor diepe plassen, aanleveren gegevens gereinigde grond, en maatwerk bij toepassen van grond en baggerspecie.
Terminologie
Een aantal definities uit het voormalige Besluit bodemkwaliteit (Bbk) is onder het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) aangepast aan de Omgevingswet. Zo heet de milieuhygiënische verklaring nu milieuverklaring bodemkwaliteit. De Kwalibo-erkenning is nu erkenning bodemkwaliteit. Een nuttige en functionele toepassing heet nu functionele toepassing. De benaming van kwaliteitsklassen is aangepast. Voor baggerspecie is nu duidelijker wat de kwaliteit van het materiaal is.
Aanduiding van functionele toepassingen
De aanduiding en omschrijving van functionele toepassingen in artikel 4.1269 van het Bal is verduidelijkt ten opzichte van het voormalige artikel 35 van het Bbk (oud). Bij een eerdere evaluatie van het Bbk (oud) bleek dat de aanduiding van nuttige toepassingen in artikel 35 niet volledig was. Enkele toepassingen waren onbedoeld niet genoemd, zoals ophogingen van recreatieterreinen (in tegenstelling tot industrieterreinen, woningbouwlocaties, landbouw- en natuurgronden) of volledige dempingen van oppervlaktewater. Dit is hersteld bij het overzetten van dit artikel naar het Bal.
Melden van toepassen van grond of baggerspecie
- Niet melden is verbod op de toepassing: gewijzigd is dat niet melden van een toepassing betekent dat de toepassing niet is toegestaan. Voorheen zou dan alleen een administratief voorschrift zijn overschreden.
- Onderscheid melden en informatieplicht: in het Bal is onderscheid gemaakt tussen het melden van een toepassing (artikel 4.1266, Bal) en het aanleveren van gegevens en bescheiden per toe te passen partij (artikel 4.1267, Bal).
- Hoeveelheidsgrens bij de uitzondering voor particulieren: het Bal kent een aantal uitzonderingen waar een particulier niet aan hoeft te voldoen. Nieuw onder de Omgevingswet is een hoeveelheidsgrens voor toepassing door een particulier: maximaal 25 m3. Past een particulier dus meer dan 25 m3 toe dan gelden de uitzonderingen niet. De wetgever noemt een particulier een 'natuurlijk persoon'.
Gebruik van het Omgevingsloket
Melden van een voorgenomen toepassing en de informatieplicht (het aanleveren van gegevens en bescheiden) voor een toe te passen partij, vinden plaats via het Omgevingsloket. Voor nieuwe toepassingen na de inwerkingtreding van de Omgevingswet maakt een initiatiefnemer dus geen gebruik meer van het Meldpunt Bodemkwaliteit.
Verspreiden baggerspecie
- De kwaliteitseisen voor het verspreiden van baggerspecie op de landbodem zijn aangepast en gebaseerd op het landbouwkundig gebruik. In de Regeling bodemkwaliteit 2022 is de toxische druk van het mengsel van stoffen (msPAF) en enkele normen voor metalen, minerale olie en PCB’s aangepast ten opzichte van de Regeling bodemkwaliteit die voor 1 januari 2024 gold.
- Voor het verspreiden van baggerspecie op een aangrenzend perceel geldt een afstandsmaat van 10 km van de plaats van vrijkomen bij het verspreiden van baggerspecie op landbouwpercelen. Dat geldt ook voor het gebruik van weilanddepots. Verspreiden van baggerspecie op andere gronden dan landbouwpercelen mag ongewijzigd alleen op het aangrenzend perceel.
Diepe plassen
Voor nieuwe initiatieven (na 1 januari 2024) geldt een vergunningplicht met MER-beoordeling voor de verondieping van diepe plassen. Naast de vergunning voor de beperkingengebiedsactiviteit geldt ook een vergunningplicht voor de lozingsactiviteit.
Informatieplicht toepassen partijen gereinigde grond
Voor toepassing van onder de BRL SIKB 7500 gereinigde grond is de termijn voor het aanleveren van gegevens en bescheiden 4 weken in plaats van 1 week. Ook moet de melder expliciet aangeven dat sprake is van gereinigde grond.
Maatwerk bij toepassen van grond en baggerspecie
De Omgevingswet biedt maatwerkmogelijkheden bij het toepassen van grond en baggerspecie. Dat kan in de vorm van maatwerkregels en maatwerkvoorschriften. Op sommige punten gelden voorwaarden voor dit maatwerk.
- projectbesluit: als er een projectbesluit is genomen, kan een maatwerkvoorschrift dit projectbesluit niet belemmeren. Dit staat in artikel 4.1265a van het Bal.
- maatwerkvoorschriften en -regels: in het Besluit activiteiten leefomgeving zijn veel mogelijkheden voor het stellen van maatwerkvoorschriften en maatwerkregels. Voor vrijwel alle bepalingen zijn maatwerkvoorschriften en maatwerkregels mogelijk.
- voorwaarden aan maatwerk voor invulling stand still: in het Bal staan voorwaarden voor het stellen van maatwerk over kwaliteitseisen. Deze staan in de artikelen:
- 4.1273 (algemene kwaliteitseisen)
- 4.1275 (grootschalige toepassing)
- 4.1277 (toepassen in een diepe plas)
- 4.1279 (verspreiden van baggerspecie).
Het gaat om het stellen van soepelere kwaliteitseisen. De voorwaarde is dan wel dat de grond of baggerspecie uit hetzelfde bodembeheergebied moet komen. De verplichting om in die situaties een bodembeheergebied aan te wijzen, volgt ook uit een instructieregel uit artikel 5.89o en artikel 6.3 Bkl.
De instructieregel is voor gemeenten en waterbeheerders. Zij moeten een bodembeheergebied aanwijzen als het gaat om maatwerkregels of maatwerkvoorschriften die een versoepeling betekenen van de kwaliteitseisen in het Bal. Een belangrijke voorwaarde voor het stellen van soepelere kwaliteitseisen is dat toe te passen partijen grond of baggerspecie afkomstig moeten zijn uit dit aangewezen bodembeheergebied.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.