Veiligheidsvoorschriften opslaan van brandstoffen in bunkerstations (paragraaf 4.41 Bal)
Voor het opslaan van vloeibare brandstoffen in een bunkerstation gelden veiligheidsvoorschriften uit paragraaf 4.41 van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal). Het gaat onder meer om veiligheidsafstanden en het voldoen aan de Binnenvaartregeling.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In hoofdstuk 3 en 4 van het Bal staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.41 valt, en
- uw activiteit onder paragraaf 3.8.3 Bunkerstations en andere tankplaatsen voor schepen of 3.11.1 Militaire zeehaven valt
Veiligheidsafstanden
Met benzine
De veiligheidsafstand vanaf het vulpunt en vanaf de zijden van een bunkerstation met ADR-klasse 3-stoffen (uitgezonderd gasolie, diesel of huisbrandolie met een vlampunt van 55 °C of hoger) is 20 meter.
De meeste schepen varen op diesel. Maar er zijn schepen, vooral pleziervaartuigen, die benzine gebruiken. Daarom hebben bunkerstations voor de pleziervaart naast diesel ook benzine in voorraad. Voor de veiligheid is de aanwezigheid van benzine sterk bepalend. Uit risicoberekeningen blijkt dat diesel zelfstandig lastig ontbrandt, maar door de combinatie met benzine sneller ontbrandt. Voor een bunkerstation waarin benzine wordt opgeslagen geldt daarom een afstand vanaf alle zijden van het station en het vulpunt.
Binnen de veiligheidsafstanden is overnachting en recreatief verblijf door derden niet toegestaan. Deze bunkerstations liggen vooral in jachthavens. Het voorschrift geldt vanwege het risico van een plasbrand en het beperken van het effect daarvan.
Zonder benzine
De veiligheidsafstand van een bunkerstation met gasolie, diesel of huisbrandolie met een vlampunt van 55 °C of hoger, aan een doorgaande vaarroute, is voor de zijde grenzend aan de vaarroute 20 meter.
Bunkerstations voor de beroepsvaart slaan uitsluitend diesel op. Dan is vooral het risico van aanvaring bepalend voor de veiligheid. Daarom geldt de afstand dan vanaf de vaarwegkant van het station, omdat dat de kant is waar gebunkerd wordt.
Veiligheidsafstand tot begrenzing locatie is uitgangspunt
De veiligheidsafstanden in het Bal gelden tot de begrenzing van de locatie waarop de activiteit wordt verricht. Dit betekent dat de afstand tussen de activiteit en de begrenzing van de locatie ten minste gelijk moet zijn aan de veiligheidsafstand. Zo worden ook personen buiten de begrenzing van de locatie beschermd als het geen beperkt kwetsbare, kwetsbare gebouwen of locaties of zeer kwetsbare gebouwen zijn. Doordat de afstand binnen de begrenzing blijft, zijn er ook geen beperkingen aan de gebruiksruimte buiten de begrenzing.
De veiligheidsafstanden gelden niet als het gaat om:
- kwetsbare gebouwen en kwetsbare locaties met een functionele binding met de activiteit
- binnen een risicogebied externe veiligheid
Andere situaties
Er zijn in de praktijk meerdere situaties mogelijk waardoor niet aan het uitgangspunt voldaan hoeft te worden.
Specifiek overgangsrecht veiligheidsafstand
De veiligheidsafstanden gelden niet als het bunkerstation is geïnstalleerd voor 1 januari 2011. Het bevoegd gezag kan in deze gevallen wel via maatwerkvoorschriften eisen stellen aan de locatie.
Eisen uit de Binnenvaartregeling
Voor bunkerstations geldt ook de Binnenvaartregelgeving. Daarin staat dat opslag van meer dan 15 m3 benzine in een bunkerstation niet is toegestaan. Voor bunkerstations is volgens de binnenvaartregelgeving een certificaat van onderzoek verplicht. Dit toont aan dat de installatie aan de eisen van de Binnenvaartregeling voldoet. De Binnenvaartregeling stelt eisen aan de constructie en het gebruik van de installatie om de veiligheid van de vaarwegen te verzekeren.
De Binnenvaartregeling geldt niet voor bunkerstations kleiner dan 20 meter of waarvoor het product van lengte, breedte en diepgang minder dan 100 m3 is. Om de veiligheid te waarborgen en verontreiniging van oppervlaktewater te voorkomen staan in artikel 4.527 van het Bal bepalingen van de Binnenvaartregeling die ook gelden voor deze bunkerstations.
Voorschriften voor tanken
Naast veiligheidsvoorschriften voor het bunkerstation gelden ook voorschriften voor het tanken:
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.