Veiligheidsvoorschriften opslaan van ontplofbare stoffen voor civiel gebruik (paragraaf 4.103 Bal)

Wanneer de regels gelden

In hoofdstuk 3 en 4 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) staat of de regels gelden. Dat is zo als:

• uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.103 valt en
• uw activiteit onder paragraaf 3.2.11 Opslaan van ontplofbare stoffen voor civiel gebruik valt

Veiligheidsafstand

De veiligheidsafstand is in elk geval 8 meter:

• vanaf het brandcompartiment voor het opslaan van zwart kruit of rookzwak kruit
• vanaf de opslagplaats voor het opslaan van meer dan 10.000 munitiepatronen of hagelpatronen voor vuurwapens. Voor munitie- en hagelpatronen in een brandcompartiment geldt deze afstand niet.

De effectafstanden voor de opslag van zwart kruit, rookzwak kruit en meer dan 10.000 patronen voor vuurwapens is ongeveer 8 meter. Dit is op basis van onderzoek door TNO. Hierop is de veiligheidsafstand gebaseerd.

Voor munitiepatronen en hagelpatronen in een brandcompartiment geldt deze effectafstand niet. Door opslag van de vuurwapenpatronen in een brandcompartiment zijn de externe effecten zo ver teruggebracht dat afstand houden niet meer nodig is.

Veiligheidsafstand tot begrenzing locatie is uitgangspunt

De veiligheidsafstanden in het Besluit activiteiten leefomgeving gelden tot de begrenzing van de locatie waarop de activiteit wordt verricht. Dit betekent dat de afstand tussen de activiteit en de begrenzing van de locatie ten minste gelijk moet zijn aan de veiligheidsafstand. Zo worden ook personen buiten de begrenzing van de locatie beschermd als er geen sprake is van beperkt kwetsbare, kwetsbare gebouwen of locaties of zeer kwetsbare gebouwen. Doordat de afstand binnen de begrenzing blijft, zijn er ook geen beperkingen aan de gebruiksruimte buiten de begrenzing.

De veiligheidsafstanden gelden niet als het gaat om:

• kwetsbare gebouwen en kwetsbare locaties met een functionele binding met de activiteit
• binnen een risicogebied externe veiligheid

Andere situaties

Er zijn in de praktijk meerdere situaties mogelijk waardoor niet aan het uitgangspunt voldaan hoeft te worden.

Opslaan in brandcompartiment

Opslag van zwart kruit en rookzwak kruit vindt plaats in een brandcompartiment. Eisen aan een brandcompartiment voor de opslag van zwart kruit en rookzwak kruit:

• Binnen het brandcompartiment vindt opslag van het zwart kruit en rookzwak kruit in vakken
• De wanden bestaan uit ten minste 105 mm dik metselwerk en de horizontale verdeling uit ten minste 70 mm dik beton.
• Per vak is maximaal 1 kilogram rookzwak kruit
• Per vak is maximaal 250 gram zwart kruit
• Tussen de voorzijde van een vak en de daarin opgeslagen zwart kruit of rookzwak kruit is ten minste 10 cm vrije ruimte.
• Voor de vakken is minimaal 1 meter vrije ruimte.
• De deur van het brandcompartiment met een brandwerendheid van 60 minuten is zelfsluitend, opent naar buiten en werkt als drukontlasting.

Omdat zwart kruit explosiever is dan rookzwak kruit, zijn de voorwaarden voor het opslaan ervan strenger. De vakverdeling beperkt de gevolgen van een calamiteit, omdat het onderlinge beïnvloeding voorkomt.

Noodsignalen

Noodsignalen worden opgeslagen in een brandcompartiment of in een kast met een brandwerendheid van ten minste 60 minuten.