De schadedrempel bodem
Nederland heeft, los van titel 17.2 Wm, een instrumentarium voor bodemverontreiniging in de Omgevingswet en het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Verplicht alle maatregelen te nemen
Door de specifieke zorgplicht van het Besluit activiteiten leefomgeving is iedereen die weet of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat door zijn handelen de bodem kan worden verontreinigd of aangetast, verplicht alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd, met als doel die verontreiniging of de aantasting te voorkomen, of als die verontreiniging of de aantasting zich voordoet, de verontreiniging of de aantasting en de directe gevolgen daarvan te beperken en zoveel mogelijk ongedaan te maken. Ook is er een regeling voor ongewone voorvallen.
In tegenstelling tot de Richtlijn milieuaansprakelijkheid is de zorgplicht en de regeling ongewone voorvallen niet beperkt tot beroepshalve of bedrijfsmatig verrichte activiteiten.
De richtlijn geldt bij bodemschade alleen als en voor zover de verontreiniging of de aantasting een aanmerkelijk risico voor negatieve effecten op de menselijke gezondheid heeft. Minder ernstige of andere effecten vallen onder het instrumentarium van de Omgevingswet.
De zorgplicht in het Besluit activiteiten leefomgeving heeft een bredere reikwijdte dan die in de richtlijn, omdat elke verontreiniging of aantasting zoveel mogelijk ongedaan moet worden gemaakt, dus niet alleen voor zover er sprake is van een aanmerkelijk risico voor de menselijke gezondheid.
Van milieuschade door bodemverontreiniging, waarbij direct of indirect, op, in of onder de bodem, stoffen, preparaten, organismen of micro-organismen gebracht zijn, is volgens de Richtlijn milieuaansprakelijkheid sprake, als deze een aanmerkelijk risico inhouden in de zin van negatieve effecten op de menselijke gezondheid. Voor het bepalen van het ‘aanmerkelijk risico’ wordt aansluiting gezocht bij bestaande normen en begrippen in het bodembeleid. De zogenaamde interventiewaarde is in het bodembeleid een algemeen gehanteerde risicogrens. In het kader van de Richtlijn milieuaansprakelijkheid wordt voorgesteld om bij deze interventiewaarde aan te sluiten. Binnen dit kader is het relevant uit te gaan van een interventiewaarde voor humane risico’s ofwel het risico voor de menselijke gezondheid.
Voor schade veroorzaakt door genetisch gemodificeerde organismen (ggo's) bestaat er geen drempelwaarde. Preventief vindt beoordeling plaats of activiteiten met ggo’s worden toegestaan. Hiermee wordt milieuschade door ggo’s praktisch uitgesloten. In de vergunning is een evaluatieplicht. Hieruit is nog nooit naar voren gekomen dat er problemen waren opgetreden.
Waardering
De schadedrempels zijn verouderd en om die reden verwijderd van deze pagina. Voor vragen hierover kunt terecht bij het Informatiepunt Leefomgeving via het contactformulier.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.