Werkingssfeer titel 17.2 Wet milieubeheer (Wm)
Werkingssfeer
De artikelen 17.7 (hoofdregel), 17.8 (uitzonderingen) en 17.6 Wm (definities) bepalen de werkingssfeer van titel 17.2 Wm. Hieronder volgt een bespreking van deze artikelen. Titel 17.2 Wm richt zich dus tot degene die de activiteit verricht waardoor de (onmiddellijke dreiging van) milieuschade is ontstaan, ook de veroorzaker Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)genoemd.
De grote lijn die hieruit valt op te maken, is dat een schadegeval binnen de werkingssfeer van titel 17.2 Wm valt als sprake is van:
- schade aan beschermde soorten, natuurlijke habitats, wateren of bodem
- die boven de schadedrempel uitkomt
- die wordt veroorzaakt door een beroepshalve of bedrijfsmatig verrichte activiteit
- die
- valt onder bijlage III van de Richtlijn milieuaansprakelijkheid of, als dit niet het geval is:
-
valt aan te merken als schade aan beschermde soorten of natuurlijke habitats, terwijl de veroorzaker schuld of nalatigheid kan worden verweten
- niet valt onder 1 van de uitzonderingssituaties in artikel 17.8 Wm
Titel 17.2 maakt geen onderscheid tussen calamiteiten of langdurige schade. Het gaat om de vraag of er een bepaalde hoeveelheid schade is veroorzaakt, dat wil zeggen of de schadedrempel voor water, bodem of natuur is of dreigt te worden overschreden. Is dat het geval, dan geldt deze titel.
Tweedeling in soorten activiteiten
Artikel 17.7 Wm maakt in de onderdelen a en b een onderscheid tussen de activiteiten van bijlage III van de richtlijn en overige activiteiten:
- Voor de activiteiten van bijlage III van de richtlijn geldt aansprakelijkheid voor schade aan bodem, schade aan water en schade aan beschermde soorten en natuurlijke habitats.
- Als een activiteit niet onder bijlage III van de richtlijn valt, is de aansprakelijkheid beperkt tot schade aan beschermde soorten en natuurlijke habitats.
Schade aan bodem en water die wordt veroorzaakt door een activiteit die niet in bijlage III staat, valt niet onder titel 17.2 Wm.
Tweedeling in risico- en schuldaansprakelijkheid
Voor schade door de activiteiten van bijlage III van de richtlijn geldt risicoaansprakelijkheid.
'Risicoaansprakelijkheid houdt in dat de aansprakelijkheid per definitie geldt als de schade zich voordoet, los van enige schuldvraag.'
Voor schade van activiteiten die niet onder bijlage III vallen, geldt schuldaansprakelijkheid. Het begrip schuldaansprakelijkheid houdt in 'dat de veroorzaker aantoonbaar laakbaar heeft gehandeld'. Er dient dus sprake te zijn van schuld of nalatigheid. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als hij onvoldoende voorzorgsmaatregelen heeft getroffen om schade te voorkomen of de schade is veroorzaakt door onzorgvuldig handelen van zijn personeel.
Activiteit
In artikel 17.6, lid 1 Wm staat:
Activiteit: beroepshalve of bedrijfsmatig verrichte activiteit, ongeacht het openbare of particuliere, winstgevende of niet-winstgevende karakter daarvan
Titel 17.2 gaat over een beroepshalve of bedrijfsmatig verrichte activiteit. Een activiteit die alleen hobbymatig is, valt hier niet onder. Om te bepalen of iets beroepshalve of bedrijfsmatig is of niet, wordt gekeken naar:
- of er winst wordt gemaakt
- niet-winstgevende activiteiten
Wel kan het winstoogmerk een van de factoren zijn om te bepalen wat het karakter van de activiteit is. Dit naast andere zaken, zoals de continuïteit van de activiteit (hoelang duurt de activiteit), de hinder, de omvang, de perceelgrootte, het gebruik (voor hobby of eigen gebruik) en de omgeving.
Bijlage III van de richtlijn
Voor activiteiten genoemd in bijlage III van de Richtlijn geldt een ander aansprakelijkheidsregime dan voor activiteiten die hier niet onder vallen. Wat valt nu precies onder bijlage III?
In bijlage III van de richtlijn zijn vele activiteiten opgesomd. Elk van die activiteiten valt slechts onder bijlage III voor zover hij is opgenomen in een Europese richtlijn die bij de activiteit genoemd is. Het bespreken van het werkingsgebied van alle richtlijnen voert hier te ver. In plaats daarvan is in onderstaande tabel globaal aangegeven welke activiteiten worden bedoeld en wat de bijbehorende Europese regelgeving is.
Als er bij het downloaden van onderstaande nummers meerdere keuzes zijn, moet u kiezen voor de meest recente geconsolideerde versie.
Activiteiten, genoemd in bijlage III
|
Omschrijving activiteit |
Voorwaarde |
|---|---|
|
Exploitatie van GPBV-installaties |
Vergunningplicht volgens de Richtlijn industriële emissies (2010/75/EU) |
|
Afvalbeheeractiviteiten (onder meer inzameling, vervoer, nuttige toepassing verwijdering, toezicht en nazorg) |
Vergunning- of registratieplicht volgens. de Kaderrichtlijn afvalstoffen (KRA). Geldt ook voor activiteiten die vallen onder Richtlijn 1999/31/EG (stortplaatsen) en de Richtlijn 2010/75/EU (voor verbranden van afvalstoffen) |
|
Lozingen op oppervlaktewateren |
Vergunningplicht volgens Richtlijn 2000/60/EG (Kaderrichtlijn Water) |
| Lozingen van stoffen in het grondwater |
Vergunningplicht volgens Richtlijn 2000/60/EG (Kaderrichtlijn Water) |
|
Lozingen of injectie van verontreinigende stoffen op of in oppervlaktewateren of het grondwater |
Vergunning-, toestemmings- of registratieplicht volgens Richtlijn 2000/60/EG |
|
Wateronttrekking en wateropstuwing |
Voorafgaande toestemming volgens Richtlijn 2000/60/EG |
|
Installaties met uitstoot in de lucht van verontreinigende stoffen |
Vergunningplicht volgens Richtlijn 2010/75/EU |
|
Grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen |
Vergunningplicht of verbod volgens Verordening nummer 1013/2006 (EVOA) |
|
De fabricage, de opslag, de verwerking, de storting, de emissie in het milieu en het vervoer op het terrein van de onderneming van gevaarlijke stoffen, gevaarlijke preparaten, gewasbeschermingsmiddelen of biociden |
Het moet gaan om:
|
|
Het vervoer van gevaarlijke stoffen of verontreinigende goederen over de weg, per spoor, over de binnenwateren, over zee of in de lucht |
Het moet gaan om:
|
|
Het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen, inclusief het vervoer |
Het moet gaan om genetisch gemodificeerde micro-organismen als gedefinieerd in Richtlijn 2009/41/EG |
|
De doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu, inclusief het vervoer en het in de handel brengen |
Het moet gaan om doelbewuste introductie, in de handel brengen en genetisch gemodificeerde organismen als gedefinieerd in Richtlijn 2001/18/EG |
|
Het beheer van winnings-afvalvoorzieningen (terreinen voor het verzamelen of storten van afval dat afkomstig is van de prospectie, de winning, de behandeling en de opslag van mineralen en de exploitatie van groeven) Prospectie is het onderdeel van de geologie dat zich bezighoudt met het zoeken naar mineralen, kostbare metalen, fossielen en andere minerale elementen. |
Het moet gaan om het beheer van afvalvoorzieningen als gedefinieerd in Richtlijn 2006/21/EG |
Voorbeeld
Een bedrijf stoot door een calamiteit plotseling een bepaalde stof uit naar de lucht. Dan kan de activiteit onder bijlage III vallen wanneer:
- het gaat om een IPPC-installatie, of
- er sprake is van een vergunningplicht volgens richtlijn 2010/75/EU omdat de installatie verontreinigende stoffen uitstoot, of
- er sprake is van emissie van gevaarlijke stoffen als gedefinieerd in Verordening.(EG) nummer 1272/2008
Het begrip milieuschade en de schadedrempels
Titel 17.2 Wm is van toepassing op milieuschade. Milieuschade kan bestaan uit schade aan wateren, schade aan bodem en schade aan beschermde soorten en natuurlijke habitats. Deze schadevormen worden in artikel 17.6, lid 1 Wm gedefinieerd als:
Artikel 17.6, lid 1 Wm:
- Elke vorm van schade aan beschermde soorten of natuurlijke habitats die, gelet op de referentietoestand en de criteria van bijlage I bij EG-richtlijn milieuaansprakelijkheid, aanmerkelijke negatieve effecten heeft op het bereiken of handhaven van de gunstige staat van instandhouding van deze soorten of habitats.
- Elke vorm van schade aan wateren die een aanmerkelijke negatieve invloed heeft op de ecologische, chemische of kwantitatieve toestand of het ecologisch potentieel, als omschreven in de Kaderrichtlijn Water, van de betrokken wateren, met uitzondering van de negatieve effecten waarop artikel 4, zevende lid, van die richtlijn van toepassing is.
- Elke vorm van bodemverontreiniging die een aanmerkelijk risico inhoudt voor negatieve effecten op de menselijke gezondheid, waarbij direct of indirect op, in of onder de bodem, stoffen, preparaten, organismen of micro-organismen gebracht zijn.
Elk van de 3 soorten schade heeft een eigen grens waaronder er geen sprake meer is van milieuschade in de zin van titel 17.2, Wm. Dat komt doordat sprake moet zijn van 'aanmerkelijke negatieve effecten' of 'aanmerkelijke negatieve invloed' of een 'aanmerkelijk risico'. Deze grens wordt de schadedrempel genoemd. Als de schade onder deze drempel blijft, is titel 17.2 Wm niet van toepassing. Lees meer over de 3 schadedrempels voor bodem, water en natuur.
Beschermde soorten en natuurlijke habitats
Er is ook een schadedrempel beschermde soorten en natuurlijke habitats. Daarbij moet het bevoegd gezag vaststellen of is voldaan aan de definitie van milieuschade.
Een onmiddellijke dreiging van milieuschade
Artikel 17.6 Wm:
Milieuschade of een onmiddellijke dreiging daarvan: milieuschade of een voldoende waarschijnlijkheid dat zich in de nabije toekomst milieuschade zal voordoen
Een onmiddellijke dreiging van milieuschade valt ook binnen de werkingssfeer van titel 17.2 Wm. Van een onmiddellijke dreiging is sprake bij 'een voldoende waarschijnlijkheid dat zich in de nabije toekomst milieuschade zal voordoen'. Of er sprake is van 'voldoende waarschijnlijkheid' kan van zoveel verschillende factoren afhangen, dat het bevoegd gezag dit per geval zelf zal moeten bepalen.
1.3 De uitzonderingen van artikel 17.8 Wm
Artikel 17.8 Wm somt de gevallen op waarin de bepalingen van titel 17.2 Wm niet van toepassing zijn:
- milieuschade of een onmiddellijke dreiging daarvan door:
- een oorlogshandeling, vijandelijkheden, burgeroorlog of oproer
- een natuurverschijnsel dat uitzonderlijk, onontkoombaar en onafwendbaar is. Hiermee wordt bedoeld dat titel 17.2 wél geldt voor de schade veroorzaakt bij bijvoorbeeld blikseminslag, een gewone storm of grote regenoverlast. Deze zijn 'gewoon' genoeg om rekening mee te houden. Maar dat geen aansprakelijkheid geldt bij bijvoorbeeld, een aardbeving.
- een gebeurtenis waarvoor de aansprakelijkheid of schadevergoeding binnen de werkingssfeer valt van een van de in bijlage IV bij EG-richtlijn milieuaansprakelijkheid genoemde verdragen, waaraan Nederland gebonden is
- nucleaire risico's of een activiteit waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie van toepassing is
- een activiteit of gebeurtenis waarvoor de aansprakelijkheid of schadevergoeding binnen de werkingssfeer valt van een van de in bijlage V bij EG-richtlijn milieuaansprakelijkheid genoemde verdragen
- een activiteit die hoofdzakelijk de landsverdediging of de internationale veiligheid dient
- een activiteit die uitsluitend tot doel heeft bescherming te bieden tegen natuurrampen
- milieuschade aan beschermde soorten en natuurlijke habitats bestaande uit de vooraf vastgestelde negatieve effecten van activiteiten waarvoor door het bevoegd gezag vergunning is verleend:
- in overeenstemming met bepalingen ter uitvoering van artikel 6, derde en vierde lid, of artikel 16 van richtlijn nr. 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1992 over de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, artikel 9 van richtlijn nr. 2009/147/EG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 over het behoud van de vogelstand, of
- in het geval van niet onder het Gemeenschapsrecht vallende soorten of habitats, in overeenstemming met het bepaalde in Natura 2000-beheerplannen.
- milieuschade of een onmiddellijke dreiging daarvan veroorzaakt door een emissie of gebeurtenis:
- die voor 30 april 2007 heeft plaatsgevonden
- die na 30 april 2007 heeft plaatsgevonden, als de schade het gevolg is van een specifieke activiteit die heeft plaatsgevonden en is beëindigd voor die datum, of
- die meer dan 30 jaar geleden heeft plaatsgevonden
In onderdeel a staat de algemene lijst van uitzonderingen. Onderdeel b gaat over schade die op grond van een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit of een flora- en fauna-activiteit mag worden veroorzaakt. Onderdeel c bevat de uitzonderingen voor schade veroorzaakt door een gebeurtenis die te lang geleden heeft plaatsgevonden om binnen de werkingssfeer van titel 17.2 Wm te vallen.
Schadevormen uitgesloten door artikel 17.8 Wm (enigszins versimpeld weergegeven)
|
Schade |
Onderdeel |
|---|---|
|
Veroorzaakt door oorlog, oproer, et cetera |
a.1 |
|
Veroorzaakt door bijzondere natuurverschijnselen |
a.2 |
|
Veroorzaakt door olietankschepen |
a.3 |
|
Veroorzaakt door nucleaire ongevallen en risico's |
a.4 + a.5 |
|
Veroorzaakt door militaire activiteiten |
a.6 |
|
Veroorzaakt door activiteiten die beschermen tegen natuurrampen |
a.7 |
|
Milieuschade aan beschermde soorten en natuurlijke habitats, veroorzaakt door activiteiten die vergund zijn op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 of in overeenstemming zijn met de Flora- en faunawet. |
b |
|
Schade veroorzaakt door een gebeurtenis die te lang geleden heeft plaatsgevonden |
c |
Nadere toelichting
Hieronder volgt een toelichting op de onderdelen van artikel 17.8 Wm.
17.8, onderdeel a, onder 1
Is de schade het gevolg van oorlogshandelingen, vijandelijkheden, burgeroorlog of oproer? Dan geldt geen aansprakelijkheid volgens Titel 17.2 Wm.
17.8, onderdeel a, onder 2
Is de schade het gevolg van een natuurverschijnsel dat uitzonderlijk, onontkoombaar en onafwendbaar is? Dan geldt geen aansprakelijkheid op grond van titel 17.2 Wm. Er geldt dus wel aansprakelijkheid voor de schade bij bijvoorbeeld blikseminslag, een gewone storm of grote regenoverlast, maar geen aansprakelijkheid bij bijvoorbeeld een grote overstroming.
17.8, onderdeel a, onder 3
De milieuschade veroorzaakt door olietankschepen is uitgesloten van de werkingssfeer van titel 17.2. De reden hiervoor is dat de Europese richtlijn milieuaansprakelijkheid deze oorzaken ook uitsluit. Er is in Nederland speciale regelgeving die deze vorm van milieuschade al uitputtend heeft geregeld.
Hier staan 2 verdragen:
- het Internationaal Verdrag van 27 november 1992 over de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door olie (Aansprakelijkheidsverdrag 1992) en
- het Internationaal Verdrag van 27 november 1992 tot oprichting van een internationaal fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (Fondsverdrag 1992)
Deze 2 verdragen zijn geïmplementeerd in de Wet aansprakelijkheid olietankschepen en de Wet schadefonds olietankschepen.
Milieuschade die binnen de werkingssfeer van 1 van deze verdragen valt, valt buiten de werkingssfeer van titel 17.2 Wm. De 3 andere verdragen die in bijlage IV van de richtlijn worden genoemd gelden niet in Nederland. De uitzondering van artikel 17.8, onderdeel a, onder 3 kan dus alleen gaan over olietankschepen. Dit geldt niet voor binnenvaartschepen die brandstof vervoeren.
Voorbeeld
Ontstaat milieuschade doordat er stookolie lekt uit een schip dat in de haven van Rotterdam aangemeerd is voor het transport van olie? Dan valt deze schade buiten de werkingssfeer van titel 17.2 van de Wm.
De reden hiervoor is dat wanneer olietankschepen, ongeacht de nationaliteit, binnen Nederlandse wateren olie verliezen, de schade wordt geregeld door de Wet aansprakelijkheid olietankschepen en daarmee door het Internationaal Verdrag van 27 november 1992 over de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door olie. Hiermee valt de schade weer buiten het bereik van de Richtlijn milieuaansprakelijkheid en titel 17.2 Wm.
17.8, onderdeel a, onder 4
Voorbeeld
De milieuschade veroorzaakt door nucleaire activiteiten is uitgesloten van de werkingssfeer van titel 17.2. Er is in Nederland speciale regelgeving die deze vorm van milieuschade heeft geregeld, zoals de Wet aansprakelijkheid kernongevallen.
Wanneer milieuschade ontstaat doordat er een zeer grote hoeveelheid straling vrijkomt uit een kerncentrale, dan valt de schade buiten het bereik van titel 17.2 Wm.
17.8, onderdeel a, onder 5
Dit onderdeel bevat:
- het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 over wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van kernenergie. Dit verdrag is in Nederland geïmplementeerd in de Wet aansprakelijkheid kernongevallen.
- het Verdrag van Brussel van 31 januari 1963 tot aanvulling van het Verdrag van Parijs
- het Verdrag van Wenen van 21 mei 1963 over wettelijke aansprakelijkheid voor kernschade
- het Gezamenlijk Protocol van 21 september 1988 over de toepassing van het Verdrag van Wenen en het Verdrag van Parijs
- de Overeenkomst van Brussel van 17 december 1971 over de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van het zeevervoer van nucleaire stoffen
Ook wordt in bijlage V het Verdrag over aanvullende vergoeding voor kernschade genoemd.
Voorbeeld
Ontstaat milieuschade doordat een schip dat kernafval vervoert, zinkt en ter plekke de zeebodem verontreinigt? Dan geldt de Overeenkomst van Brussel van 17 december 1971 over de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van het zeevervoer van nucleaire stoffen. Daarmee valt deze milieuschade buiten de werkingssfeer van titel 17.2 Wm.
17.8, onderdeel a, onder 6
Voorbeeld
Een explosie in een munitieopslagplaats van het ministerie van Defensie valt niet binnen de werkingssfeer van titel 17.2 Wm.
17.8, onderdeel a, onder 7: een activiteit die uitsluitend tot doel heeft bescherming te bieden tegen natuurrampen valt niet onder titel 17.2 Wm.
Voorbeeld
Wanneer bij de aanleg van een nooddijk milieuschade ontstaat, dan valt dit buiten de werkingssfeer van titel 17.2 Wm.
17.8, onderdeel b
Deze uitzonderingsbepaling geldt alleen voor milieuschade aan beschermde soorten en natuurlijke habitats. Schade aan wateren en aan de bodem valt niet onder deze uitzondering.
17.8, onderdeel c
Dit onderdeel gaat over aansprakelijkheid als de gebeurtenis:
- voor 30 april 2007 heeft plaatsgevonden
- na 30 april 2007 heeft plaatsgevonden, als de schade het gevolg is van een specifieke activiteit die heeft plaatsgevonden en is beëindigd voor die datum, of
- meer dan 30 jaar geleden heeft plaatsgevonden
- Wat betreft 1: er is alleen aansprakelijkheid voor schade of dreiging daarvan als de gebeurtenis op of na 30 april 2007 heeft plaatsgevonden. Als de gebeurtenis voor 30 april 2007 plaatsvond maar de schade pas ná deze datum optrad, dan valt deze schade of dreiging daarvan buiten titel 17.2 Wm.
- Wat betreft 2: als de milieuschade veroorzakende emissie of gebeurtenis na 30 april 2007 heeft plaatsgevonden maar de schade het gevolg is van een activiteit die heeft plaatsgevonden en is beëindigd vóór 30 april 2007, dan geldt geen aansprakelijkheid.
- Wat betreft 3: verder geldt nog de uitzondering dat er geen aansprakelijkheid is voor schade volgens titel 17.2 of dreiging daarvan die meer dan 30 jaar geleden heeft plaatsgevonden. Deze uitzondering is nu nog niet van belang, maar wordt pas relevant op 30 april 2037, omdat milieuschade veroorzakende gebeurtenissen van vóór 30 april 2007 worden uitgesloten door onderdeel c, onder 1.
Veroorzaker
Artikel 17.6, lid 1 Wm:
Wet milieubeheer: titel 17.2 richt zich tot degene die de activiteit verricht:
- de natuurlijke persoon of de privaatrechtelijke of publiekrechtelijke rechtspersoon die de activiteit verricht of heeft verricht, regelt of heeft geregeld, of
- aan wie een doorslaggevende economische zeggenschap over het technisch functioneren van de activiteit is overgedragen, met inbegrip van de houder van een vergunning of
- toelating voor het verrichten van de activiteit en de persoon die de activiteit laat of heeft laten registreren of er kennisgeving van doet of heeft gedaan
Degene die de activiteit verricht kan dus 2 hoedanigheden hebben:
- Het kan degene zijn die vergunning of een andere toestemming (bijvoorbeeld door een ontheffing of een melding) heeft om de activiteit te verrichten.
- Het kan degene zijn die zodanige zeggenschap heeft over de bedrijfsactiviteiten dat het in zijn macht ligt om de schadeveroorzakende activiteit te beëindigen.
Aansprakelijkheid
Bij schade door activiteiten die onder bijlage III van de Richtlijn milieuaansprakelijkheid(verwijst naar een andere website) vallen is deze persoon dus aansprakelijk, of hij nu schuld heeft of niet. Bij schade door andere activiteiten moet er sprake zijn van schuld of nalatigheid. Als er in een gegeven situatie daarvan sprake is bij één van deze mogelijke actoren, dan is aan de voorwaarde voldaan. Het gevolg hiervan is dat deze persoon is aan te merken als 'degene die de activiteit verricht' en daarmee aansprakelijk.