Overzicht
Oppervlaktewaterlichaam
Samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, en de bijbehorende bodem, oevers, alsmede flora en fauna. De begrenzing van oppervlaktewaterlichamen is opgenomen op de legger voor waterstaatswerken.
Opvang- en doorstroomcapaciteit
Met een berekening van opvang- en doorstroomcapaciteit wordt vastgesteld of een gebouw de juiste vluchtroutes heeft zodat mensen veilig kunnen vluchten bij brand en andere calamiteiten.
De opvangcapaciteit geeft het aantal personen weer dat kan worden opgevangen in een ruimte of op een trap of hellingbaan, inclusief eventueel aanwezige (tussen)bordessen, waardoor of waarover een vluchtroute voert die buiten het subbrandcompartiment ligt.
De doorstroomcapaciteit geeft het aantal personen weer dat per tijdseenheid een doorsnede van een vluchtroute kan passeren die buiten een subbrandcompartiment ligt.
Bij de berekening (op basis van NEN 6089 - Bepaling van de opvang- en de doorstroomcapaciteit van een bouwwerk) wordt rekening gehouden met de bouwkundige inrichting.
Zie ook het infoblad Vluchten bij brand (nieuwbouw) (pdf, 1.3 MB).
Opvangcompartiment
Brandcompartiment voor het in veiligheid kunnen brengen van personen in cellen of van bedgebonden patiënten bij brand in het naastgelegen brandcompartiment van de cellen of het bedgebied.
Overgangsrecht
Overgangsrecht regelt de overgang van oude naar nieuwe regelgeving.
Lees meer op de pagina Overgangsrecht naar de Omgevingswet.
Overige gebruiksfunctie
De overige gebruiksfunctie: de gebruiksfunctie voor activiteiten waarbij het verblijven van personen een ondergeschikte rol speelt (bijlage I, onderdeel B, Besluit bouwwerken leefomgeving). Ruimten met de gebruiksfunctie woonfunctie, bijeenkomstfunctie, celfunctie, gezondheidszorgfunctie, industriefunctie, kantoorfunctie, logiesfunctie, onderwijsfunctie, sportfunctie, winkelfunctie, of bouwwerk geen gebouw zijnde vallen niet onder de overige gebruiksfunctie. Lees meer op de pagina Gebruiksfunctie: overige gebruiksfunctie.
Overstromingskans
Kans op verlies van waterkerend vermogen van een dijktraject, waardoor het door het dijktraject beschermde gebied zodanig overstroomt dat dit leidt tot dodelijke slachtoffers of substantiële economische schade.
De kans op overstromen en de gevolgen van een overstroming zijn als omgevingswaarde in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) vastgelegd.
Overwegende bezwaren geluidbeperkende maatregelen
Bij overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of technische aard is het treffen van de maatregel niet verplicht. Het bevoegd gezag beoordeelt of deze bezwaren bestaan. Een bezwaar kan bijvoorbeeld het snel slijten van stil asfalt in bochten zijn. Of de belemmering van het zicht door een geluidscherm, waardoor een onveilige verkeerssituatie ontstaat.
Ozon
Ozon is een onderdeel van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Het zorgt dat informatie uit omgevingsdocumenten doorzoekbaar is. En dat een initiatiefnemer in het Omgevingsloket kan zien welke regels op een bepaalde locatie gelden.
De naam Ozon is afgeleid van objectgerichte ontsluiting van omgevingsdocumenten. Dat zijn 3 O's, ofwel O3, ofwel: ozon.
Partij
Hoeveelheid materiaal die volgens de regels uit het Besluit bodemkwaliteit als partij wordt aangemerkt. Het Besluit bodemkwaliteit maakt daarbij onderscheid tussen een partij bouwstoffen (tweede lid van artikel 1) en een partij grond of baggerspecie (derde lid van artikel 1).
Partij bouwstoffen
Een hoeveelheid bouwstoffen met een vergelijkbare aard en samenstelling en die dezelfde herkomst of producent hebben en als eenheid worden verhandeld of toegepast (artikel 1, lid 2 van het Besluit bodemkwaliteit). Zie: Inhoudelijke regels toepassen bouwstoffen en Handelingen met bouwstoffen.
Partij grond of baggerspecie
Een hoeveelheid grond, baggerspecie, mijnsteen of vermengde mijnsteen is een partij als dat materiaal een vergelijkbare aard en samenstelling heeft en een eenheid vormt, die is ontstaan door:
- het ontgraven van een hoeveelheid van het materiaal, die van oorsprong in de bodem:
- fysiek aaneengesloten is, of
- gedeeltelijk onderbroken is en waarbij de onderlinge afstand tussen de niet-aaneengesloten hoeveelheden niet meer 25 m bedraagt
- het ontgraven van een van oorsprong in de bodem niet fysiek aaneengesloten hoeveelheid van dat materiaal, die niet meer dan 25 m3 bedraagt
- het bewerken van het materiaal, of
- het samenvoegen of splitsen van partijen van het materiaal
De definitie van partij staat in artikel 1 van het Besluit bodemkwaliteit. Zie: Definitie van een partij grond of baggerspecie.
PBT-stoffen
PBT-stoffen zijn gevaarlijke stoffen met 1 of meer van de volgende eigenschappen: ze zijn Persistent (niet of nauwelijks afbreekbaar in het milieu), Bioaccumulerend (de stof hoopt op in mensen en dieren) en Toxisch (giftig voor de mens of het ecosysteem). Soms staat er een v (van very, ofwel zeer sterk) voor. Bijvoorbeeld: vPvB (very Persistent, very Bioaccumulative).
Meer informatie vindt u op de PBT-pagina van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).