Bouwen: technisch en ruimtelijk deel
Bij bouwen wordt onderscheid gemaakt in een technisch deel van het bouwen Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en een ruimtelijk deel van het bouwen Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Zowel het technisch deel als het ruimtelijk deel van het bouwen kan vergunningvrij, meldingsplichtig of vergunningplichtig zijn.
Vergunningvrij voor het technisch deel
Het plaatsen van een daglichtvoorziening in een dak is, op grond van artikel 2.27 onder b Bbl vergunningvrij voor het technisch deel van het bouwen.
Vergunningvrij en illegaal bouwwerk of gebruik
Vergunningvrij plaatsen van een daglichtvoorziening in een dak is voor het technische deel van het bouwen niet toegestaan in het dakvlak van een bouwwerk dat zonder de daarvoor vereiste omgevingsvergunning gebouwd is of gebruikt wordt.
Dit staat in artikel 2.22 Bbl.
Bouwwerk moet altijd voldoen aan Besluit bouwwerken leefomgeving
Of nu volgens een omgevingsvergunning, bouwmelding of vergunningvrij wordt gebouwd: een bouwwerk moet altijd voldoen aan het Bbl (artikel 4.3 en 4.21 Omgevingswet).
Vergunningvrij voor het ruimtelijk deel
Landelijke regels – Plaatsen daglichtvoorzieningen op een dak
Het plaatsen van een dakraam, daklicht, lichtstraat of soortgelijke daglichtvoorziening in een dak is vergunningvrij voor als wordt voldaan aan de volgende eisen:
- bij plaatsing in het achterdakvlak, een niet naar openbaar toegankelijk gebied Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) gekeerd zijdakvlak of een plat dak:
- de constructie steekt niet meer dan 0,6 m uit buiten het dakvlak respectievelijk het platte dak; en
- zijkanten, onder- en bovenzijde meer dan 0,5 m van de randen van het dakvlak of het platte dak, en
- bij plaatsing in een voordakvlak of een naar openbaar toegankelijk gebied gekeerd zijdakvlak:
- de constructie steekt niet uit buiten het dakvlak; en
- zijkanten, onder- en bovenzijde meer dan 0,5 m van de randen van het dakvlak
Dit staat in artikel 2.29 onder c van het Bbl.
Deze mogelijkheid voor het plaatsen van dakramen, daklichten, lichtstraten of soortgelijke daglichtvoorzieningen gaat altijd voor op de lokale regels in het omgevingsplan.
Inperkingen vergunningvrij vanwege cultureel erfgoed
In de volgende situaties worden de mogelijkheden voor het vergunningvrij plaatsen van een dakraam, daklicht, lichtstraat of soortgelijke daglichtvoorziening vanwege cultureel erfgoed ingeperkt:
- Als de daglichtvoorziening wordt geplaatst in het dak van een (voorbeschermd) monument. Dat geldt voor zowel gemeentelijke, provinciale als Rijksmonumenten.
- Als de daglichtvoorziening wordt geplaatst in een achterdakvlak dat is gekeerd naar openbaar toegankelijk gebied en aan de locatie in het omgevingsplan de functie-aanduiding 'rijksbeschermd stads- en dorpsgezicht' is gegeven.
In deze situaties is het plaatsen van een dakraam, daklicht, lichtstraat of soortgelijke daglichtvoorziening vergunningplichtig voor het ruimtelijk deel van het bouwen. Dit staat in artikel 2.30 Bbl.
Vergunningvrij en illegaal bouwwerk of gebruik
Vergunningvrij plaatsen van daglichtvoorzieningen in een dak voor het ruimtelijk deel van het bouwen is niet toegestaan op een bouwwerk dat zonder de daarvoor vereiste omgevingsvergunning gebouwd is of gebruikt wordt. Dit staat in artikel 2.22 Bbl.
Lokale regels – Plaatsen daglichtvoorzieningen op een dak
Kan er niet voldaan worden aan de regels uit het Bbl voor het ruimtelijk deel van het bouwen, dan is er een vergunning omgevingsplanactiviteit bouwwerken nodig. Dit staat in artikel 22.26 bruidsschat. De gemeente heeft de mogelijkheid om (bovenop artikel 2.29 Bbl) meer vergunningvrije gevallen aan te wijzen.
Welstandsexcessen
Eventuele welstandsexcessen bij vergunningvrij bouwen kunnen via het repressief welstandtoezicht worden aangepakt. Bij een welstandsexces is er ernstige strijd met redelijke eisen van welstand. Dus buitensporigheden in het uiterlijk, die ook voor niet-deskundigen duidelijk zijn.
Burgerlijk Wetboek
In het Burgerlijk Wetboek staan regels die gelden voor buren onderling. De regels van burenrecht hebben vaak te maken met het voorkomen van hinder (artikelen 5:37 t/m 5:69 Burgerlijk Wetboek). Het is toegestaan dat buren onderling iets anders overeenkomen.
Het burenrecht omvat ook bouwregels. Binnen 2 m van de gezamenlijke zijerfgrens zijn vensters of andere muuropeningen, balkons of soortgelijke werken niet toegestaan. Dit geldt alleen als deze uitzicht bieden op het erf van de buren. Lichtopeningen mogen worden gemaakt, mits voorzien van vaststaande en niet-doorkijkbare vensters (bijvoorbeeld matglas).