Bouwen: technisch en ruimtelijk deel
Bij bouwen wordt onderscheid gemaakt in een technisch deel van het bouwen Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en een ruimtelijk deel van het bouwen Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Meer informatie vindt u op de pagina De knip: scheiden van technisch en ruimtelijk bouwen.
Vergunningvrij of vergunningplichtig voor het technisch deel
Een rookgasafvoer is een bouwwerk zonder dak. Voor bouwwerken zonder dak bepaalt artikel 2.26 van het Bbl of er een vergunning nodig is. Dat is het geval voor een schoorsteen hoger dan 5 meter boven de grond. Rookgasafvoeren die lager dan 5 meter zijn dus vergunningvrij.
Een schoorsteen hoger dan 5 m kan toch vergunningvrij zijn als het valt onder de voorwaarden van artikel 2.27 van het Bbl. Een rookgasafvoer van een woning maakt onderdeel uit van die woning. Kleinere rookgasafvoeren op een woning kunnen gezien worden als het ‘veranderen’ van die woning. Dat is op grond van artikel 2.27, lid 1b, vergunningvrij als de draagconstructie niet wijzigt. Ook als dat op een hoogte van meer dan 5 m boven de grond is. Rookgasafvoeren die minder dan 0,5 m uitsteken zijn in ieder geval aan te merken als een vergunningvrije verandering van een woning (artikel 2.23 van het Bbl). Maar de gemeente bepaalt uiteindelijk of er sprake is van een verandering waarbij de draagconstructie niet wijzigt.
Vergunningvrij en illegaal bouwwerk of gebruik
Het vergunningvrij plaatsen van een rookgaskanaal voor het technische deel van het bouwen is niet toegestaan als het bestaande bouwwerk zonder de daarvoor vereiste omgevingsvergunning gebouwd is of gebruikt wordt (artikel 2.22 van het Bbl).
Bouwwerk moet altijd voldoen aan Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Of nu volgens een omgevingsvergunning, bouwmelding of vergunningvrij wordt gebouwd: een bouwwerk moet altijd voldoen aan het Bbl (artikel 4.3 en 4.21 van de Omgevingswet).
Vergunningvrij of vergunningplichtig voor het ruimtelijk deel
Regels uit het omgevingsplan bepalend
De regels uit het omgevingsplan kunnen van gemeente tot gemeente verschillen. Onderstaande uitleg is gebaseerd op de bruidsschat die sinds 1 januari 2024 is opgenomen in het omgevingsplan van iedere gemeente. Uitgangspunt is dat voor het plaatsen van een rookgaskanaal een vergunning voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit nodig is (artikel 22.26 van de bruidsschat). Wel kan het mogelijk vallen onder de restcategorie van artikel 22.27, onder i. Dan mag het bouwvolume niet uitbreiden. Dat criterium is hetzelfde als uit artikel 3, onderdeel 8, van bijlage II van het voormalige Besluit omgevingsrecht. Daar werd het zo toegepast, dat als een rookgaskanaal kleiner was dan 0,5 m het daaraan voldoet. Dit komt terug in artikel 22.24, lid 1, van de bruidsschat. De gemeente bepaalt uiteindelijk of er al dan niet sprake is van uitbreiding van het bouwvolume.
Beoordeling aan ruimtelijke regels bevoegdheid gemeente
Sinds 1 januari 2024 kan de gemeente de regels in het omgevingsplan aanpassen en de vergunningplicht/vrijstelling voor de omgevingsplanactiviteit dus anders gaan regelen. Het is verstandig een lokale beoordeling uit te voeren. Welke regels op een concreet perceel van toepassing zijn, is te vinden op het Omgevingsloket. Bij twijfel bepaalt de gemeente als bevoegd gezag de uitkomst.
Inperkingen vergunningvrij vanwege cultureel erfgoed
Bij een gemeentelijk monument, voorbeschermd gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd provinciaal monument, rijksmonument of voorbeschermd rijksmonument is artikel 22.27 niet van toepassing (artikel 22.28 van de bruidsschat). In die gevallen is dus altijd een vergunning nodig.
Welstandsexcessen
Bij een welstandsexces is er ernstige strijd met redelijke eisen van welstand. Dit zijn buitensporigheden in het uiterlijk die ook voor niet-deskundigen duidelijk zijn. Eventuele welstandsexcessen bij vergunningvrij bouwen kunnen via het repressief welstandtoezicht worden aangepakt.