Het omgevingsplan borgt en helpt de energietransitie
Het omgevingsplan is een van de instrumenten van de Omgevingswet die de energietransitie kan borgen en helpen. Altijd in samenhang met andere instrumenten.
Energietransitie en Omgevingswet
Veel thema’s komen onder de Omgevingswet samen. Ook thema’s die geen onderdeel zijn van het traditionele bestemmingsplan. De energietransitie is daarvan een goed voorbeeld. De (extra) ruimte in de fysieke leefomgeving die de energietransitie vraagt, maakt dat dit een belangrijk onderwerp is voor de instrumenten van de Omgevingswet.
Het gaat daarbij deels over fysieke ingrepen bovengronds, zoals de aanleg van windmolens, zonneparken of schakelstations. Maar de energietransitie heeft ook gevolgen voor de ondergrond. Denk bijvoorbeeld aan de aanleg van warmtenetten, geothermie of de ondergrondse opslag van warmte voor verwarming van gebouwen. De naderende Omgevingswet biedt mogelijkheden om dit goed te regelen.
Dit was een van de redenen dat een consortium in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) samen met acht pilotgemeenten aan de slag ging met het versnellen van de energietransitie met instrumenten uit de nieuwe Omgevingswet. Aan dit pilottraject Energietransitie en Omgevingswet namen de gemeenten Boxtel, Den Haag, Groningen, Goes, Maastricht, Súdwest-Fryslân, Tilburg en Zoeterwoude deel.
Rol omgevingsplan
Het omgevingsplan speelde een belangrijke rol in de pilot. Het omgevingsplan bevat alle regels over de fysieke leefomgeving die de gemeente stelt binnen haar grondgebied. Per gemeente is er één omgevingsplan. Elke gemeente is verplicht een omgevingsplan op te stellen.
Het omgevingsplan vervangt de huidige bestemmingsplannen maar bevat ook voormalige rijksregels die lokaal kunnen worden ingevuld en regels uit lokale verordeningen. Het is ook bindend voor inwoners en bedrijven. Kortom, een belangrijk instrument om thema’s zoals de energietransitie te borgen.
Samenhang tussen instrumenten
Het omgevingsplan is niet het enige instrument dat de Omgevingswet kent. Ook de omgevingsvisie en het omgevingsprogramma zijn instrumenten die voor gemeenten relevant zijn om de energietransitie te regelen. In de instrumenten zit samenhang. Een gemeente heeft alle instrumenten nodig om de energietransitie goed te regelen.
Omgevingsvisie
De doelen en ambities van een gemeente komen in een omgevingsvisie.
Omgevingsprogramma
Deze doelen kan een gemeente vervolgens concreet maken in een omgevingsprogramma. Een programma geeft de samenwerking met stakeholders weer en kan een gemeente inzetten om die stakeholders te verleiden mee te doen met de energietransitie.
Omgevingsplan
De borging vindt ten slotte in de juridische regels in het omgevingsplan plaats. Daarmee heeft een omgevingsplan de functie van de stok achter de deur. Overigens kan het omgevingsplan ook uitnodigen om de doelen rondom de Omgevingswet te behalen. Het omgevingsplan heeft de andere instrumenten dus nodig om goed te kunnen functioneren.
Goes: Gebiedsgerichte en integrale benadering
De instrumenten van de Omgevingswet kunnen goed helpen op het moment dat een gemeente werkt aan de energietransitie. Het omgevingsplan vraagt namelijk om een gebiedsgerichte en integrale benadering. De gemeente Goes ondervond in het pilottraject dat het helpt om keuzes gebiedsgericht te maken. Het omgevingsplan helpt daarbij. Dit maakt het mogelijk om betere afwegingen te maken met andere thema’s die spelen, zoals klimaatadaptatie of leefbaarheid. Deze integrale benadering maakt kansen om thema’s mee te koppelen ook beter zichtbaar.
Boxtel: creëren draagvlak energietransitie
Het omgevingsplan kan ook helpen om draagvlak voor de energietransitie te krijgen als instrument in het proces. De gemeente Boxtel ondervond iets dergelijks. De gemeente werkt aan het GreenTech Park Brabant, waar duurzame bedrijven zich kunnen vestigen. Om dat voor elkaar te krijgen, wil de gemeente een beleidsregel vaststellen. Hiervoor is een bevoegdheid in het omgevingsplan nodig. Juist het gesprek over deze beleidsregel bleek voor Boxtel belangrijk. Het helpt betrokkenheid te krijgen en biedt de meeste kansen voor het daadwerkelijk realiseren van een energieneutraal dan wel een energieleverend bedrijventerrein.
Regionale Energiestrategie (RES)en omgevingsplan
In een Regionale Energiestrategie (RES) worden keuzes gemaakt over de energietransitie. Denk daarbij aan het opwekken, transporteren en opslaan van duurzame energie. De ruimtelijke keuzes in relatie tot andere belangen en opgaven moeten landen in de instrumenten van de Omgevingswet. Het omgevingsplan is het instrument om ervoor te zorgen dat de ruimte gereserveerd blijft en dat de plannen en projecten uit de RES ook daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden.
Zoeterwoude: onderdelen RES vertalen naar ruimtelijke regels omgevingsplan
De gemeente Zoeterwoude is drie jaar geleden gestart met het opstellen van een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte op basis van de Crisis- en herstelwet voor het landelijke gebied van de gemeente. Zoals het hoort bij de Omgevingswet doorlopen zij een uitgebreid participatietraject met inloopbijeenkomsten, debatavonden en werksessies voor inwoners en ondernemers. Inmiddels is er een eerste opzet met conceptregels. Vervolgens zijn de onderdelen uit de concept-RES vertaald naar ruimtelijke regels voor het omgevingsplan.
Súdwest-Fryslân: geen bevoegd gezag, wel invloed op geothermie via omgevingsplan
In het kader van de RES is voor de Súdwest-Fryslân geothermie een belangrijke bron. Omdat hiervoor de diepe ondergrond nodig is, is de gemeente zelf niet het bevoegd gezag. De gemeente heeft tijdens het pilottraject gezocht naar een manier om wel invloed op geothermie uit te kunnen oefenen. Geothermie is niet onuitputtelijk en moet strategisch worden ingezet om schaarste te voorkomen. Het omgevingsplan kan hier niet direct op sturen. Indirect kan dit wel, door bepalingen over buisleidingen of bouwwerken op te nemen.
Groningen, Maastricht en Tilburg: omgevingsplan als stok achter de deur
De gemeente Groningen deed in het pilottraject mee met de wijken Paddepoel en Selwerd. De reikwijdte van het omgevingsplan biedt volgens de gemeente veel mogelijkheden voor het aardgasvrij maken van verschillende wijken. Het omgevingsplan kan voor de gemeente op langere termijn een oplossing bieden om als stok achter de deur te dienen. De gemeente constateerde daarom dat het omgevingsplan eigenlijk een verordening is. Mochten in een wijk een aantal huishoudens niet mee willen doen met bijvoorbeeld een warmtenet, dan biedt het omgevingsplan mogelijkheden om dit te verplichten.
Zorgvuldige voorbereiding en bekendmaking van het omgevingsplan is nodig. Een gemeente moet de plannen op tijd aankondigen om planschade te voorkomen. Ook is zorgvuldige onderbouwing van de maatregelen nodig. De gemeente begint daarom niet met het opstellen van een omgevingsplan, maar houdt dit wel als ‘laatste mogelijkheid’. De gemeenten Maastricht en Tilburg trekken dezelfde conclusie. Zij gaan niet als eerste aan de slag met het omgevingsplan en zullen in de eerste plaats met programma’s werken. Het is ook voor deze gemeenten wel goed om het omgevingsplan achter de hand te hebben, mochten enkele huishoudens niet willen meewerken.
Den Haag: sturen op collectieve energievoorziening via omgevingsplan
De gemeente Den Haag deed mee als pilot met de nieuwe wijk Binckhorst. Dit bedrijventerrein transformeert naar een woonwijk. In het kader van het wijkwarmteplan heeft de gemeente onderzoek gedaan naar verschillende alternatieven voor de inzet van duurzame energie in de wijk.
Nog geen plicht om aan te sluiten op bestaand netwerk
Warmte-koudeopslag (WKO) is hiervoor belangrijk. Het gevaar is dat elk nieuw wooncomplex zijn eigen WKO realiseert. Maar hiervoor zit niet voldoende energie in de ondergrond. Collectieve warmtenetten of een plicht aan te sluiten op een bestaand net is daarom nodig. Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) biedt niet de mogelijkheid om dit in een omgevingsplan te regelen. Overigens zijn de Warmtewet en Gaswet nog in ontwikkeling, die mogelijk in de toekomst bepalen dat dit wel mogelijk is. De gemeente kan daarmee nu niet direct met het omgevingsplan aan het begin van het proces sturen op een duurzame collectieve energievoorziening.
Slim inzetten mogelijkheden binnen Omgevingswet
Wel kunnen gemeenten in het omgevingsplan regels opnemen die ingaan op technische eisen of de gebruiksruimte van de ondergrond. Denk hierbij aan de omvang van de WKO of het gebruik van de ondergrond. Dit vraagt om het slim inzetten van de mogelijkheden binnen de Omgevingswet. Zo kan een gemeente bijvoorbeeld gezamenlijk gebruik van buisleidingen in maatwerkregels voorschrijven. Dit zorgt ervoor dat een collectief systeem aandacht krijgt. De gemeente Den Haag kijkt daarmee op een vergelijkbare indirecte manier als Súdwest-Fryslân naar de inzet van het omgevingsplan.
Samenhang kerninstrumenten bepaalt slagkracht Omgevingswet
De Regionale Energiestrategieën (RESsen) bevatten plannen voor de opwekking van duurzame energie en het duurzaam verwarmen van gebouwen. In het Klimaatakkoord staat dat hier vóór 1 januari 2025 vergunningen voor moeten zijn verleend. In de beleidscyclus komt vergunningverlening pas in het derde kwartaal om de hoek kijken. Hier gaan een omgevingsvisie met doelen en programma’s met maatregelen om die te halen aan vooraf. Voor de vertaling van de doelen is het programma relevant.
De verschillende instrumenten van de Omgevingswet moeten elkaar aanvullen en op elkaar worden afgestemd. Ook moeten ze actueel blijven. Als de gemeenten hun Transitievisie Warmte en Wijkuitvoeringsplannen af hebben, moeten deze namelijk in hun ruimtelijk beleid worden verankerd. Ook de RESsen worden elke twee jaar herzien. De Omgevingswetinstrumenten zijn dus nooit af en de beleidscyclus kent geen eindpunt.
Conclusie
Het omgevingsplan is een belangrijk instrument om de ruimtelijke aspecten van de energietransitie te borgen en maakt helder of de doelen van de energietransitie ook fysiek haalbaar zijn. Daarbij is het goed dieper te kijken dan de bovengrond: ook ondergronds is er veel te regelen. In enkele gevallen is het goed verder te kijken dan de directe regels. Ook indirect is veel mogelijk. Ook helpt het proces om te komen tot een omgevingsplan bij het creëren van draagvlak voor veranderingen in de fysieke leefomgeving. Om werk te maken van de energietransitie, is een actueel en samenhangend ruimtelijk instrumentarium essentieel.
Meer informatie
- Van energiedoelen naar maatregelen met het omgevingsprogramma
- Energietransitie versnellen met de Omgevingswet: ervaringen van gemeentelijke pilotdeelnemers
- Energietransitie versnellen met de Omgevingswet: eindrapportage kennis- en leertraject Energietransitie en Omgevingswet
- Samenwerking en integraliteit rondom de energietransitie en de Omgevingswet